Ondertrouwkaarten
SPORTNIEUWS.
REO-Niem.
Reo I ging Zondag jl. met
3 invallers naar Castricum en
wist aldaar tegen Vitesse 11 een
2—0 overwinning te behalen.
Reo is daardoor in het bezit
gekomen van den beker, een
paar jaar geleden door den heer
Molenaar beschikbaar gesteld.
Wie deze beker 2 keer won,
werd eigenaar. De eerste maal
won Vitesse, dit voorjaar Reo
en nu was dit dus de tweede
keer. Een mooie wedstrijd was
het niet, doch alle elf hebben
hun uiterste best gedaan en het
werd de witzwarten niet cadeau
gegeven. Na afloop ging het
heele elftal, een paar bestuurs
leden en eenige supporters op
visite bij onzen vroegeren Gees
telijken Adviseur Pastoor Goes.
Allerhartelijkst werden we ont
vangen en een gezellig uurtje
werd bij Zijn Eerw. doorgebracht.
Daarna werd ook het Kermis,
terrein nog even bezocht en
zeer voldaan ging het gezelschap
weer op De Rijp aan.
Wat de fancy fair betreft, raad-
dlege men de raambiljetten en
ook de advertentie in dit num
mer.
De nieuwe raambiljetten van
Reo zijn ook klaar en ze zien
er helder en florisant uit. En ze
zullen hun doel niet missen. Als
de sportvrienden nu ook om de
adverteerders denken, kunnen
zij, die met deze reclame tevens
Reo steunden, (want wij hebben
de biljetten gratis) er ook nog
wat voor terugzien. Iets wat een
goede sportsman hun dan ook
wel zal gunnen.
In het wedstrijdprogramma van
Zaterdagmiddag komt een wijzi
ging daar P.S.C.K. ten elde ure
nog afbericht stuurden. Om 1 uur
Reo Jr.St jan gaat door en dan
wordt er nog onderhandeld voor
de andere.
Doch Zondagmidd. 1.30 komen de
Graftdijker Veteranen en om 3 uur
de wedstrijd van den dag Reo 1-
USV I van Uitgeest om een be
ker van den heer C. Blokdijk.
De Sportverslaggever
ü.S.V.-Nieuws.
Doordat Sandow afbericht
zond, hadden de wedstrijden
GSV II—Sandow II en GSV I-
Sandow I Zondag jl. geen door
gang.
Voor Zondag:
10.30 u. GSV II—Kr.dijkerBoysII
1.30 u. GSV I Kr.dijker Boys 1
Beide wedstrijden zijn voor de
nederlaagwedstrijden, waarvan
GSV 11 3 van 6 wedstrijden ge
speeld heeft en GSV I, 1 van
de 5.
P.P.C.
„Y.Y. firoolscbermer".
Zondag speelde ons tweede
elftal een vriendschappelijken
wedstrijd tegen De Rijp 3, aan
den Wormerweg. De uitslag 4—2
is voor ons tweede elftal lang
niet oneervol, aangezien de noo-
dige invallers mee waren. Nu
jongens, als jullie volledig uit
komen en jullie zijn aan elkaar
gewend, dan zullen jullie in de
competitie heusch geen slecht
figuur slaan.
De secretaris had de eervolle
opdracht om „Grootschermer"
te vertegenwoordigen als afge
vaardigde naar de Alg. Verga
dering van de N.H. Voetbal-Bond
in Alkmaar. Nu jongens, het
was weer „vechten tegen de bier
kaai". De algemeene reserves
blijven gehandhaafd, zoodat wij
weer voor hetzelfde feit komen
te staan van ronselen met spelers
van een laag en een hoog elf
tal en omgekeerd. Alleen de me
dische sportkeuring kan in de
toekomst vruchten afwerpen, wan
neer wij in de buurt ook een
sportieven dokter kunnen vinden,
want anders zullen er nog wel
eenige bezwaren bestaan met
het oog op de kosten. Het was
deze keer nogal vroeg afgeloo-
pen zoodat iedereen nog even
van het mooie weer genieten
kon.
Zondag a.s. is dan de dag
waarop Grootschermer 1 uit zal
komen tegen oude tegenstanders
van verleden zomer.
Om 12 40 uur speelt Groot
schermer I tegen BKC 11 te Ob-
dam. Verleden jaar lootte Groot-
schermer tegen Oudesluis 1. Dit
maal is Oudorp in dit tournooi
opgenomen. Als de zwartwitten
volledig uitkomen, geven wij
hun een goede kans om in de
finale te komen, die ook op dien
zelfden dag nog wordt gespeeld.
Het is dan meteen een goede
oefening voor de competitie. Als
het goed weer is, zullen ze al
lemaal wel op de fiets heen gaan.
Als jullie dan om 11 uur af
rijden, hebben jullie al den tijd.
Dus daar rekenen wij dan op
en natuurlijk allemaal present!
D.
A.Y.Y.-Nituws.
Een oude bekende, n.l. Groot
schermer II was Zondag de tegen
standervan ons derde elftal. Het'
is een vrij aantrekkelijke partij
geworden van twee ploegen, die
in kracht niet zoo veel verschil
den. A.V.V. III won ten slotte
door betere schotvaardigheid, met
4—2, nadat reeds met de rust
een 21 voorsprong was be
haald. P. Klok nam alle 4 doel
punten voor z'n rekening.
Direct na deze ontmoeting
kwam A.V.V. II in het veld om
Beemster II te bekampen. Wel
heel duidelijk is in dezen wed
strijd het groote verschil naar
voren gebracht tusschen Beem
ster 1 en haar reserves, in ver
gelijking met A.V.V. I en ons
tweede elftal. Het werd een één
zijdige vertooning, daar ons
tweede met haar tegenstander
kon doen wat zij wilde. De 70
uitslag in ons voordeel geeft wel
een overtuigend bewijs hiervan.
De A.V.V.-voorhoede gaf som
tijds aardig samenspel te zien,
terwijl van de Beemsler-aanval
totaal geen kracht uitging. De
halflinie was eveneens In goeden
vorm. Opvallend goed waren
wederom de bekende „ingooien"
van de kant half Dammes Het
backstel Visser—Middelveld was
volkomen voor z'n taak berekend.
Houtman in het doel behoefde
slechts een enkele maal hande
lend op te treden. We zouden
rechtsbuiten Eggers, die over een
goede bal-techniek blijkt te be
schikken, willen aanraden, de bal
wat spoediger voor te gooien,
ongetwijfeld zullen doelpunten
dan niet uitblijven. Midvoor Vis
ser scoorde wederom de meeste
doelpunten.
Bij Beemster vonden wij de
halflinie en de doelman het beste
deel van ons elftal.
P.P.C.
Van de Opkomst, gelegentheid
en vergroting van het dorp
De Rijp.
door Jan Adriaansz. Leegwater
geboren in De Rijp, in 't jaar
ons Heeren 1575.
In zijn Leeven Ingenieur en
de Moolen-maker van De Rijp.
Daer leit een breede regte
sloot beginnende van Mienwiet
van Graft af, strekkende Oost aan
na de Rijp toe tot aan de Boeier-
sloot 't welke de Rijpsloot ge-
naamt wert. Daer heeft het dorp
van de Rijp den naam eerst van
gekregen, zo ik verscheiden maal
in mijn jonkheit van de oude
luiden en van mijn vader zaliger
heb hooren verhalen, gelijk als
veele Steden en Dorpen in Hol
land haaren naam van de Wate
ren gekregen hebben.
Een oude Vrouwe, geheeten
Maartje Alberts,die op 't Oostende
van de Rijp woonachtig was,
die ik in mijn jonkheid zeer goed
gekend heb, dezelve wist te ver
halen dat haar moeder gedenken
mocht, dat daer niet een tuinstaak
op het kerkhof van de Rijp en
stond; daer stond een kerk nog
kapel, nog klokhuis ofte iets;
maer daer stond een rood kruis,
daer ging men des avonds na
ouder gewoonte om het Vrouwe
lof te zingen.
Daerna is allereerst in de Rijp
een houten Kapelle gekomen,
welke bisdom eerst verzorgt en
verkregen is van den Abt of
Bisschop van Utrecht in 't jaar
1467 en daerna is het Steenen
Choor gebouwt, zo ik verstaan
heb, met een Orgel daer in,
waarvan de Oudemaat Orgelist
geweest is tot zo lang als het
Land Calholyk was, en de Papen
in de kerk waren.
Mijn Grootmoeder, te weten
mijn Vaders Moeder, Griet Maar-
tens van de rijp, die een oude
Vrouw was van 90 jaren, den-
welke gerust en de gestorven is
in 't jaar 1604, de welke geden
ken mogt, dat de Rijperkerk, die
nu nog aan de toren vast slaat
(namelijk toen de Autheur dit
schreef) eerst gefondeerd en ge-
timmert is in 't jaar 1529, waar
van Willem Aris van de Rijp
den eersten steen geleit heeft.
Deze Vrouw, mijn Grootmoeder,
mogt mede gedenken, dat aldaer
in de Rijp, niet meer als veertig
huizen en stonden. Dit alles
heeft zij mij verscheidenmaal
verhaalt en veel andere notable
stukken meer. Ook herhaalde zij
mij mede, toen de kerk getimmert
werde, zo gaven de Huisluiden de
Timmerlui en Metselaars de kost
en drank een egelljk na zijn ver
mogen, op beurten om, de zom-
mige twee of drie dagen, ende
die wel vermogen waren, een
week, nadat de gelegenheid mede
bragt, en als daer matrialen aan
kwamen, hout en steen, zoo
kwamen de Huisluiden, met
een grooten ijver en bragten die
materialen ter liefde op het Land.
Nog een notabel stnkxken
Mijn Grootmoeder heeft mij
herhaalt, dat de Huisluiden in
de Rijp zeer eenvoudig en slegt
waren in hare jonkheit, dat al
daer in de Rijp niet een eigen
Vrouw en was, die met zeep
konde wasschen, anders als een
Brabantsche Vrouw die in de
Rijp woonde, die een Hooftdoek
met zeep konde wasschen, (wel
ke hooftdoek, die ik in mijn
jonkheid wel gezien heb, zo
groot waren dat zij met slippen
op de schouderen hingen; gelijk
nu de Jodinnen dragen) waarvan
het loon een Eij was, ende men
kogt twee en dertig Eijeren voor
een Stuiver, en ook mede kogt
men drie kop boter voor een
Stuiver. De eijgen Vrouwen
Drukkerij Hoogcarspel
(Firma Eisma) De Rijp
wiesschen haar hemden en lijn-
werk, dat zij tot nooddrust van
doen hadden, met Duive-dreken
andere onreinigheid; alles om
het geld te sparen, ende ook
mede omdat zij niet beter wisten.
Yan mijn afkomst en geslagt.
Deze mijn Grootmoeder Griet
Maartens 90 jaren zijnde toen zij
stierf, heeft binnen haar leven
gezien, zes van haar eigen kin
deren, 47 kindskinderen, 63 an
derkindskinderen, en nog 26 die
aan dit geslagt getrouwt waren,
makende 't zamen een getal uit
van 142, behalve nog andere 36
die gestorven waren.
Sij was zeer kloek van menorie,
wist dingen te verhalen van oud
en nieuw, 't zij uit Schriftuur of
andere boeken of dingen, die zij
aangemerkt hadden uit Werelds
loop, waarvan zij, vermits haar
ouderdom,groote ervarenheit had,
en zeer levendig wist te vertel
len, en aan andere bekent te
maken.
Yaa zowmige oude gelegeitheilei.
Mijn Grootmoeder, te weten
mijn Moeders Moeder, genaamt
Pielje Pieters Schoutes, die was
een Susterling van den Abt van
't Clooster van Egmond ende
zo ik wel van mijn oude Oom
heb hooren verhalen, zo en was
daar niet meer als één Speelwerk
van klokken in Holland; dat was
op het Clooster in Egmond.
In dien tijd van mijn Groot
moeder en was daer maer één
korenmolen, op het Eijland, de
welke in 't Dorp van Schermer
stont, daar de andere plaatsen
ende gehugten mede ter Molen
mogten komen; en het maalloon
van een zak zaad was een oortjen
ende die Luiden (zo mij ver
scheidenmaal herhaalt is) en
konden dikwijls geen oortjen op
malkander verzamelen, moesten
daarom nog Eijeren uit het nest
nemen, om het maalloon daar
mede te betalen. Behalven dien,
zo hadden die gemeene Bueren
op 't West-end van de Rijp een
Oven, daar zij op beurten in
bakten, om het bakloon mede te
besparen.
De Huisluiden van Schermer
waren in mijn jonkheit, toen ik
daar eerst getrouwt was, wat
rouw van manieren en zeden;
dewelke nu mede al zeer betemt
enpe manierig zijn. Daar waren
weinig huizen die schoorsteenen
hadden. Ook was daar zelden
een bekwame "zolder ofte vloer
in 't huis.
IJsbrand Jansz. de Lange, die
op 't West-end van de Rijp
woont, in het derde huis bewes
ten de west-enderbrug, die men
Jan Stijnesbrug pleeg te noemen,
die heeft mij herhaalt, toen mijn
Over-groot-Vader(genaamtReper)
dat eerste huis op dat Erf liet
timmeren (daar nu lange IJsbrant
nog tegenwoordig woont) daer
en stonden der niet meer als
zeven en twintig huizen in de
Rijp.
Wordt vervolgd.