BEKENDMAKING.
BROODZETTING.
INLEVERING DER POLDERREKENINGEN,
kTTï O¥G1 R E G T
I! IJ ITEN L A N 1>
ENGELAND.
FRANKRIJK.
Het gelukkige einde des oorlog#, als ook de moed en de
roorzigtiglieid, welke hij had aan den dag gelegd, hadden hem
frooten invloed verworven. Hij riep het volk en den senaat
ijeen, stelde hnn de gevaren voor van eene ongeregelde op
volging bij den dood van den vorst, en bragt eene verandering
in het bewind te weeg, door de geestelijke van de wereldlijke
magt te scheiden. Montenegro werd op nieuw een vorsten
dom en Danielo als vorst uitgeroepen.
Toen begaf zich Danielo naar Petersburg, om zich van de
verdere vriendschap van den rzaar te verzekeren, waarna hij
met Darinkain het huwelijk trad.
Sedert trachtte de vorst Montenegro te hervormen en de
onafhankelijkheid van de Forte te bevestigen. Met dat doel
deed hij ook eene reis naar Parijs. Wij weten, hoe hij aldaar
door keizer Napoleon ontvangen is geworden.
Het vorstendom Montenegro is 86 it 90 vierkante mijlen
groot, en telt naar de laatste berigten omstreeks 140.000 in
woners, waarvan allen, welke de wapens kunnen voeren, tot
de kijgsdienst verpligt zijn.
Gemeente Weinigen.
Ingaande Donderdag, den 12 November 1857.
Maximum van den prijs, waarnaar het BROOD, binnen
de Gemeente Schagen, mag worden verkocht
RAADSBESLUIT VA» DE» 27 JANUAR1J 1837,
Tarwebrood, le. soort, per 1 N. ffi. 25 ct.per 7 J N. Once
19 ets.per 5 N. Once 12J ets.per 2 J N Once 06 J ets.
Tarwebrood, 2e. soort, per 1 N. ffi. 20 ets.per 5 N. Once
10 ets.per 2N. Once 05 ets.
Tarwebrood, 3e. soort per 1 N. ffi. 15 ets.; per 5 N. Once
7 J ets,per 2 J N. Once 01 ets.
Roggebrood, per 3 N. ffi. 29 ets.; per IJ N. ffi. 14 J ets.
per 74 N. Once 7J- ets.
Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van
Schagen.
Schagenden 11 November 1857.
De Burgemeesterroom.
H. R. DE MEÊR.
De Secretarie,
A. J. VAN CANTEGRT.
HET POLDERBESTUUR VAN SCHAGEN
Maakt hiermede bekend, dat al degenen, die eenige pre
tentie ten laste des Polders hebbende dienst van het
Jaar 1857 betreffende, hunne rekeningen (wanneer die meer
dan 10.- bedragen op zegel geschreven) in persoon, ten
einde in hun bijzijn te worden geresumeerd, bij het Pol
derbestuur zullen moeten inleveren, ten raadhuize te Scha
gen, op Zaturdag den 5den December aanstaande, van des
voormiddags elf tot des namiddags één urena welken
tijd, geene rekeningen, de dienst vau dat Jaar betreffende,
Het bovennatuurlijke Paard,
Vervolg van N°. 7.
„Mijnheer, ik ben niet hier gekomen om te schertsen, en
nog altijd beschouw ik de zaak van eene ernstige zijde,"
sprak de markiezin, terwijl zij naar de deur ging. „Ik zal
verder maatregelen nemen om het geheim te ontraadselen,
want ik vind liet onverdragelijkdat zulke dingen in mijne
nabijheid plaats vinden, zonder dat iemand mij die verkla
ren kan. Houd u verzekerd, mijnheer, dat ik spoedig zal
weten, hoe die zaak te zamen hangt."
„Ik wensch, dat uwe pogingen het beste gevolg zullen
hebben mevrouwen wanneer gij het geheim zult hebben
ontdekt, mag ik dan op de eer uwer mededeeling hopen
want ook ik beu in den hoogsten graad nieuwsgierig gewor
den door hetgeen gij mij verhaald hebt."
„Mijnheergij sehijnt de zaak nog altijd zeer ligt op te
nemen."
„Ik beschouw deze belangrijke gebeurtenis als een zeld
zaam geluk voor mij."
//Voor u, mijnheer
//Zeer zeker, mevrouwwant wie weet, hoe lang ik anders
nog onbekend ware gebleven met de schoonste dame, die ie
mand in zijne nabuurschap kan hebben."
//Ik dank u voor uwe vleijerij, mijnheer," sprak de mar
kiezin en haastte zich naar haar rijtuig, zonder echter een
glimlach te kunnen weerhouden.
Zij zag Antoine, welke bij de poort een schoon paard met
aandacht stond te beschouwen.
meer zullen kunnen worden aangenomen, maar alsdan nog
een jaar naar hunne betaling zullen moeten wachten.
Schagen den 17 Eotemler 1857.
Namens het Polderbestuur voornoemd
A. J. VAN CANTFORT, Secretarie.
Woensdag 18 November 1857.
1. R. K. te Z'jpe, overtreding Zondagswet tot ƒ1 boete, en
bij onvermogen tot één dag gevangenisstraf.
2. J. W. W. te Bartingerhorn, thans te lleilo, verzuim
aangifte bij vertrek uit de gemeente, tot 1.50 boete, en
bij onvermogen één dag gevangenis.
3. A. L.; J. B.; T. K.; A. V. en J. K. allen te Anna Pon-
lona polder, overtreding van het policie reglement der
gemeente Z'jpe, op het sluiten en bezoeken van den her
berg na 10 ure, ieder tot eene boete van f 3 en in dc
kosten, bij onvermogen ieder tot 1 dag gevangenis.
4. A. B. en P. B. te Z'jpe, overtreding der Zondagswet,
boete f 3 en 1 en in de kosten, bij onvermogen tot eene
gevangenis van 3 en 1 dag.
5. J. H., te Bartingerhorn, verzuim van aangifte bij vertrek
uit de gemeente, boete ƒ1.50 en in de kosten, bij on
vermogen tot 1 dag gevangenis.
Londen18 Nov. Bij de regering is het officiële berigt
ontvangen, dat de rebellen Lucknow weder bemagtigd heb
ben. Het aantal gekwesten onder het Engelsche leger is
groot; er was eene groote behoefte tot aanvulling der troepen.
Man Singh heeft beproefd, om inet 15.000 rebellen van
Oude de Engelschen te overvallen, /naar hij is teruggeslagen
en gewond. De zoon van den koning van Oude is gevlugt.
Men had bij Delhi Europeanen aan de zijde der opstandelin
gen gezien. Een kolonel is gedood.
De stoomboot Enten, die op weg van Australië naar Enge
land was, zou, volgens berigten, in dc Roode zee verongelukt
zijn. De passagiers zouden gered, het goud en de lading-goe
deren gezonken zijn.
Het verlies aan de zijden der Engelschen bij de verovering
van Delhi, bedraagt 61 officieren en 1178 soldaten.De ko
ning en de koningin van Delhi zijn gevangen genomen. Men
heeft hun leven gespaard, doch hunne zonen en kleinkinderen
doodgeschoten. De generaals Nicholson en Niell zijn ge
sneuveld. De generaal IIaveloc heeft Lucknow ontzet.
Parijs, 18 Nov. I)e bcgravenis van den heer Abatucci
heeft met de meeste plegtigheid plaats gehad. Het geheele
corps diplomatiek was daarbij tegenwoordig.
De bewoners van dat gedeelte van Chandemagor, dat aan
Engeland zou afgestaan worden, hebben een verzoekschrift
aan den keizer gezonden, dat zij mogen voortgaan een deel uit
te maken der Fransche bezittingen.
«Ziedaar het eenige paard, dat ik hier heb," betuigde de
graaf. «Ik hoop niet, dat dit het bedoelde is
«Neen, zeker niet," antwoordde de gravin.
De graaf vraagde nu ook Antoineof dit het paard was
dat hij in den nacht gezien had
«Het heeft wel dezelfde taille en draagt ook den kop op
dezelfde wijze," antwoordde Antoine, «maar hetzelfde paard
kan het niet zijn, dewijl bij dit de borst en de boenen wit
zijn, terwijl het andere geheel zwart was."
Lagchende hielp de graaf de markiezin in den wagen, be
steeg toen zijn paard en reed naast het rijtuig, om de mar
kiezin naar huis te geleiden.
Weinige dagen later kwam de graaf haar een tegenbe
zoek brengen en sloeg met welgevallen hare kleine maar
schoone buitenplaats gade. Bij zijn vertrek deelde hij haar
mede, dat hij genoodzaakt was zich naar Parijs te bege
ven, maar dat hij voornemens was, zoodra mogelijk weer
naar zijn landgoed terug te keeren, om de zoo aangena
me kennismaking voort te zetten.
Na het voorgevallene begon de markiezin het buitenle
ven eenzaam te vinden en begaf zich ook naar Parijs.
Over de Boulevards rijdende ontmoette zij een' schitte
renden stoet van edellieden te paard naast eene prachtige
met vier schimmels bespannen koets. In het rijtuig zat de
hertog van Orleans, een neef des konings, die later meer
bekend is geworden onder den naam vau Egalilé. Aan zij
ne regterzijde reed de graaf van Foinvert. Deze boog diep