ALGEMEEN
ADVERTENTIE-EN
NIEUWS-,
LANDBOUWBLAD,
VOOR HET
SCHAGEN
N". 13. A». 185:
KANTON
EN OMSTREKEN.
D o n d e r d a g i\ December.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
aB&mrraimïSfatfas ma aaia BA&nasn:
Voor Schagenf 1.00-
Franco per poat door het geheele Hijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Ilrleten franco.
'J)3j1 AÏT2l!tf3iVJ23D J
Van een tot vijf regels behalve
de 35 cents xegelregtf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
Grootc Letters naar de ruimte die zij beslaan.
Hersmis. Nieuwjaar.
Het kan niet ongepast worden genoemd bij de nadering
dier twee feesten op een misbruik te wijzen, dat men bijna
algemeen zou kunnen noemen, doch dat door vele weldenken-
den ernstig wordt afgekeurd, en ook op vele plaatsen krachtig
wordt tegengegaan. Wij bedoelen het aan de deuren der men
schel) rondloopen, om kers- of nieuwjaarscenten te verzamelen.
Hat men op den dag van het kersfeest of bij de intrede
van een nieuwjaarzich tot eeue buitengewone milddadig
heid aangespoord gevoelt, wie zal het laken? Men mag zich
verheugen op nieuw een gedeelte van zijnen levensweg te heb
ben afgelegd en brengen wij daarmede de herinnering, welke
het kersfeest ons voor den geest brengtin verbanddan
worden wij als van zeiven gedrongen, ook onze minderbedeel
de lotgenooten in onze vreugde te doen deelen, door hen iets
van het onze mede te deelen. Maar, hoe loffelijk dit ook zijn
mogedoen wij dat op de regte wijze Ziedaar de vraag.
Stellen wij ons alleen den nieuwjaarsdag voordaarna zullen
wij beslissen.
Naauwelijksis de voormiddag-godsdienstoefening afgeloo-
pen, of bijna onophoudelijk heeft men een aantal personen
aan de deur, om ons geluk te wenschen met het wnieuwe
jaar of laat ik liever zeggenom ons eene nieuwjaarsgift
af te vragen. Gaan wij nu die personen wat naauwkeuriger
in oogenschouw nemen, dan zien wij daaronder ouden van
dagen, en jongelieden, gebrekkigen, en ook gezonde sterke
menschen, armendoch ook dezulken, die men eigenlijk niet
arm noemen mag. Nog zou men kunnen noemennachtwacht,
vuilnisman, enz., maar dewijl deze zich eigenlijk in den loop
des jaars eenige verdiensten hebben verworven, beschouwen
wij de giftenwelke aan hen worden uitgereikt, meer als eene
soort van honorarium, dat zonder hardvochtigheid slecht
kan worden afgeschaft.
W at nu echter de anderen betreftvalt het niet te ont
kennen dat aan sommigen onder hen de giften evenzeer
goed besteed zijn; maar even zeker is het, dat zij voor vele
anderen nadeelig, ja bepaald eenzedelijkkwaad mogen
worden genoemd. Immers men kan zich naauwelijks één' dag
in het jaar voorstellenwaarop men meer ongebondenheid,
snoeperij en dronkenschap schaamteloos ziet plegen dan op
den lsten Januarij en ik vermeen dit voor het grootste deel
aan die giften te moeten toeschrijven. Ten bewijze noemen
wij alleen de zoogenaamde spinningen, die nog niet ge
heel verdwenen zijndie op dien dag door het gebruik van
sterken drank zoo veel kwaads stichtenen voor de zedelijk
heid hoogst nadeelig zijn.
Doch, zegt men welligt, moeten dan de welgezinden, die
de verzamelde giften aan het welzijn van hun gezin besteden,
schade lijden, dewijl anderen het ontvangene verkwisten en
verbrassen? Ik geloof, dat dit kan worden voorgekomen.
Wanneerzoo als elders gebeurt, door het gemeentebestuur
(of eene commissie daartoe benoemd) eene collecte wierde
gedaanwelker opbrengst tot eene buitengewone bedeeling
kou worden aangewenddan konde men althans verzekerd
zijn, dat het geld niet in verkeerde handen geraakte. En
wie weet, wanneer dit onderwerp eens rijp wierde overwogen,
of er nog niet andere en welligt nog meer doeltreffende mid
delen konden worden aangewend Ons is het genoeg het
onbetamelijke en nadeelige der zaak te hebben aangewezen.
En zouden wij hier nog niet bij kunnen voegenhet on
geoorloofde der zaak Immers het bedelen mag niet gebeu
ren en behoeft ook niet plaats te hebbenen wat is dit
anders dan bedelen onder eeuen anderen naam Het komt
ons dus voor, dat het gemeentebestuur wel degelijk bij magte
is, dit te beletten, en (het zij met eerbied gezegd,) daartoe
in het belang der zedelijkheid v e r p 1 i g t is.
En behoeven wij nog ten slotte aan te toonenhoezeer het
de luiheid in de hand werkt? Er zijn toch plaatsen (en het
doet ons leedook Schagen daaronder te moeten noemen
waar dergelijke bedelarij vijf zes malen 's jaars geregeld
plaatsheeft: Nieuwjaar, Paschen, Pinkster, Kermis, St.
Nicolaas en Kersmis. Is het dau niet te vreezendat wan
neer men zóó gemakkelijk geld kan verzamelen zonder te
werkende liefde tot den arbeid bij velen hoe langer hoe
meer zal verzwakken? Kortom, hoe men de zaak ook be
schouw e, het komt ons voordat zij veel kwaads sticht en
het dus allezins wenschelijk is, dat daaraan een einde worde
gemaakt. g
SCIIAGER COURANT