ALGEMEEN
ADVERTENTIE- EN
NIEUWS-,
LANDBOUWBLAD,
(T \v c c cl o. .1 a a r a 11 g.)
VOOR HET
SC II AG EN
KANTON
EN OMSTREKEN.
DONDERDAG 4 FEBRUARIJ.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
De Landbouw bij de volken der oudheid.
19.
M. 185$.
SCHAKER 101II VI.
MMnsmvaroui niu üiiii manna jïï:
Voor Schagen1.00.
Franco per pott door het geheele Bijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Ilrlevf n Franco.
731233 2)301 Ü3)T3H?3I!?230
Van een tot vijf regels behalve
de 55 cents zegelregtf 0 75.
Iedere regel meerder. 0.15.
Croote Letters naar de ruimte die zij beslaan.
II.
Voor vijf eu meer eeuwen was de vruchtbaarheid veel
grooter dan zij thans is; anders toch hadden zoovele men-
schen niet kunnen blijven leven. In het laatst der veer
tiende eeuw rukte de zoogenaamde zwarte dood ii» menige
stad van Europa meer menschen weg, dan zij thans bevat;
terwijl de menigvuldige oorlogen dor volgende eeuwen liet
hunne daaraan hebben toegebragt.
In geen land van Europa is dit duidelijker aangetoond
dan in Duitschland. I)e schrijver Arndt zegt daarvan:
"De dertigjarige oorlog heeft bijna de helft der bloeijende
"dorpen iu de gewesten van Duitschland vernietigd. In 1C50
i/telde men in sommige diiitsehe landen naauwelijks een
"vierde, in anderen slechts een vijfde of zesde gedeelte der
"inwoners, welke zij yroeggr hadden. Steden, die anders cene
"bevolking hadden vaiTMlO.ftOO zielen, telden aan het einde
«der 18de eeuw naauwelijks 25.000. In Domineren vindt
»men geheele streken w elke onbebouwd eu woest liggen en
»dic vroeger met bloeijende dorpen overdekt waren. In andere
«streken van Duitschland is het weinig beter. Worms bezat
"nog aan het einde van den dertigjarigen oorlog 30.000 in-
"wonersthans slechts 8.000. Dortmnnd was eens cene stad
"van 40.000 zielen; thans heeft zij'uiet meer dan 10.000
"Augsburg, Erfurt, Lu beek zijn piet meer dan schadnwbeel-
"den van hetgeen zij vroeger waren".
Ook in andere landen van Europa ontmoeten wij dezelfde
verschijnselen. Spanje had ten tijde der Romeinen 40 raill^
inwonersten tijde der Arabieren nog 30 mill. en nu slechts
14 millioenen. Valencia is van 600.000 op 60.000, Me-
rida van 40.000 op 5.000, Toledo van 200.000 op 15.000
zielen gedaald. In Italië zijn Venetie, Pisa, enz. evenzeer ver
minderd. En ons vaderland Hooft zegt van het midden der
16e eeuw: "Nederland was bebouwd met meer dan 800
steden, 150 opene vlekkenzoo goed als vele bemuurde
steden, 6000 dorpen, alles vol inwoners". Denken wij
daarbij aan den achteruitgang van sommige steden, als
Enkhuizen Medemblik, enz. dan zal ons land op het gezegde
wel geene uitzondering maken.
Waarvan leefden dan toen zoo vele menschen, terwijl
thans voor een zoo veel kleiner getal naauwelijkshet noodige
voorhanden is Wij wetendat er bovendien toen meer wou
den, meren, jinoerassen en weilandenen bijgevolg minder
bebouwde velden waren dan thans, en toch, men leefde! De
landbouw moet dan toch wel grootere oogsten hebben
opgeleverd dan thans; en dit was ook werkelijk liet geval.
Het engelschc leger dat in 1229 het kasteel Dirleton beleger
de, leefde volgens Ilermingford, een geloofwaardig schrijver,
alleen van de erwten en boonenwelke op de naburige vel
den groeiden, terwijl deze vruchten tegenwoordig slechts
zelden in cene zoo groote menigte kunnen worden geteeld.
Toen Eduard T in 1300 in Gallowaij eenen inval deed, voer
de hij als buit eene grootere hoeveelheid tarwe mede, dan
thans geheel Engeland opbrengt. Duidelijke bewijzen van
den bloei des landbouws in dien tijd.
Door sommigen wordt hier tegen aangevoerddat in vo
rige eeuwen geheele benden bedelaars soms het land doorlie
pen en den welgezetenen als het ware eene brandschatting
oplegden. Het is waar; die openbare bedelarij bestaat niet
meer; maar is zij verdwenen door de verbetering der tijden,
of door de meerdere zorg der policie? De armoede verbergt
zich nu in sombere holen, die geen fatsoenlijk man betreedt,
en wreekt zich op de. maatschappij door prostitutie en andere
middelen.
Verder wijst men op vroegere hongersnodendoch komen
deze dan nu niet meer voor? Na het einde van den zeven
jarigen oorlog woedde in Silezie een vreeselijke hongersnood
gepaard met tijphus; in het begin dezer eeuw had hetzelfde
plaats; en hoezeer werd in 1847 de bevolking van Galicie,
Hongarije, Vlaanderen en Ierland daar door geteisterd! In
1854 dreigde dezelfde ramp, en reeds hoorde men van onna
tuurlijke misdadenwelke de knagende honger veroorzaakte,
als het dooden, ja zelfs eten zijner eigene kinderen.
Gelukkiglijk bragt het vochtige jaar 1856 eenen rijken
oogst aanen gaf op nieuw het bewijsdat water de ziel van
den landbouw is.
Wij willen ons echter niet tot lofredenaren der oudheid
opwerpenals of toen alles goed wasen wij niet vooruit