ALGEHEEN
ADVERTENTIE- EN
NIEUWS-,
LANDBOUWBLAD,
N«. 21.
(T w c c <1 c J a a r g a 11 g.)
A°_. 1858.
VOOR HET
SC HAGEN
KANTON
EN OMSTREKEN.
DONDERDAG 18 FEBRUARIJ.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
Het Liberalisme.
SCIIAtiER COURANT.
aii/iiii3ai3iaï3ïMJ5 ii ui wi laaarmn;
Voor Schagenf 1.00.
Franco per post door hot geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Drieven Franco.
9B933 OjXÜ ü3>Taaï3»J310 5
Vaneen tot vijf regels behalve
de 35 cents regelregtf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
Groote Letters naar de ruimte die zij beslaan.
Waarde Vriend!
Gij wenschtet u een regt denkbeeld te makenwat dan
tocli eigenlijk door dat woord verstaan moet worden? Dat
verwondert mij volstrekt niet, maar dat gij van mij verwacht,
dat ik u daartoe op den weg zal brengen, moge vereerend
voor mij zijn, moeijelijk is het zeker niet minder; zelfs twij
fel ik, of het mij mogelijk zal zijn, aan uw verlangen te voldoen.
Wel wil ik u mijne gedachten mededeelenmaar of die alge
meen voor waarheid zullen doorgaan, ziedaar eeue andere
vraag.
Het woord liberalisme (afkomstig van liberlas, liberté,
vrijheid) is moeijelijk te vertalenwij zullen het dus voor
eerst maar blijven gebruiken, als of het in onze taal het
geboorteregt verkregen hadde.
Wat nu de beteekenis betreft, deze zou men bijna afhan
kelijk kunnen noemen van den persoon, die het woord
gebruikt. Velen houden het voor eene overdrevene zucht naar
nieuwigheden, die alles, wat oud is, verwerpt, zonder te
bedenken of er ook iets goeds in isen of zij wel in staat zijn
het door iets beters te vervangen. Anderen beschouwen den
liberalist als iemand, die uit wispelturigheid telkens wat
anders wil, en met het bestaande nimmer te vreden is. In
de godsdienst wordt hij niet zelden gehouden voor een' twij
felaar, een' vrijgeest, een' ongodist en wat niet al meer. In
de staat kunde voor een' onberedeneerd plannenmaker; voor
iemand, die kasteden in de lucht bouwt en die het belang
des volks gereedelijk zou opofferen, als hij maar iets nieuws
kan daarstellen. Kortom, als men de vijanden van het libe
ralisme hoort sprekendan is het eene pest in de godsdienst,
een kanker in de maatschappijdie hare levenssappen doet
opdroogen hare krachten ondermijnt en haar einddijk
doet in duigen vallen.
En wie zijn die vijanden? Men moge hen orthodoxe of
conservatief noemen, hetgeen voor ons weinig te beteekenen
heeft, wanneer men hen door de liberalen hoort beschrijven,
dan komen de woorden domper, dweeper, enz. niet zelden
terstond voor den dag. Volgens dezen gaan zij niet met hun
nen tijd mede; zij loopen den kreeftengang; zij verwaarlozen
het goede door eene dwaze gehechtheid aan het oude; kortom,
ook zij zijn eene pest voor de godsdienst, een kanker der
maatschappij.
Zonderlingwie heeft dan toch gelijk vraagt gijzij kun
nen toch niet beiden in hun regt zijn. Of zou het ook hier het
geval zijnzoo als bij zoo menig geschil plaats heeft, dat de
waarheid in het midden ligt De schilderingen, die wij hier
boven gaven, mogen op «//ra-liberalen eu op ultra-ortho
doxen of conservativen toegepast kunnen wordenzoo dra
men die ultra's laat varenzal het verschil oneindig minder
worden.
Het komt er maar op aan eene juiste bepaling te geven
van het echte liberalisme, dan zal veel, ja bijna alles wat
daar op wordt aangemerkt komen te vervallen. Ik wil het
beproeven en laat het aan ieder in zijne keuze, zich daar
mede te vereenigenof die te verwerpen.
Ik wenschte het woord liberalisme over te zetten door
vrijheidszucht, of anders gezegd eene zucht naar ware vrijheid.
Terstond moet ik u verwittigen, dat ik niet bedoel die vrij
heid, die zich grondvest op den ondergang van alles wat haar
in den weg staat; die troonen doet vallenen zelfs den ko
ningsmoord wettigt. Ik heb gezegd ware vrijheid en versta
daardoor eene vrijheiddie voor allen verkrijgbaar is en die
dus niet de slavernij tot voetstuk heeft; eene vrijheid, die
allen gewetensdwang buitensluit en die anderen niet berooft
van hetgeen zij zelve wenscht te bezittenin één woord eene
vrijheid, die de regtcn van den mensch eerbiedigt, en niet
vergeet, dat zij onmogelijk met willekeur kan gepaard gaan.
Ziedaar de vrijheid, welke het liberalisme, zoo lang het niet
ontaard isin zijn vaandel voert. En wie zal die leuze onedel
of berispelijk noemen
«Maar," zegt men welligt, *waar is dat liberalisme te
vinden? Dat zou men ook wel met den lantaarn van Dioge-
nes moeten gaan zoeken Ja, als alle liberalen naar zulk
eene vrijheid streefdendan zouden zij niet zoo vele tegen
standers hebbenen ieder zou zich welligt schamen niet-libe-
raal genoemd te moeten worden, klaar dat weten wij beter."
Wij zullen niet ontkennendat het liberalisme wel eens,
en misschien zeer dikwijls, geheel iets anders is, maar is het
de schuld van het christendon!dat er zoovele slechte chris
tenen zijn? en moet men dan het liberalisme verfoeijen, om
dat er zoovele liberalen zijn, die onverdiend dien naam voe
ren Immers niet.
Er zijn twee klippen, waarop het ware liberalisme door
gaans schipbreuk lijdteigenbaat en vooroordeel. Ik noem ze
te zamen, omdat zij bijna altijd gepaard gaan. Zoodra de
liberaal vergeet, dat alle menschen dezelfde regten hebben,
als hij, dan vervalt hij tot eigenbaat, en dan is liet bijna on
mogelijk het vooroordeel geheel te overwinnen; ziedaar reeds
een liberalisme, dat zijne edelste eigenschappen mist; want
immers het kan zich niet meer gelijk blijven, zoo als ons
verder zal blijken.
Het liberalisme is vooruitgang, en als zoodanig verdient
het alle hulde. Of is vooruitgang niet wenschelijk? Wanneer
wij het menschdom in zijne trapsgewijze ontwikkeling be
schouwen dan wordt het ons duidelijkniet alleendat het
vooruitgegaan is, maar tevens, dat het bestemd is nog steeds
voorwaarts te streven. Mogt iemand dat loochenen, dan
wijzen wij hem op de geschiedenis. Mogt men het nut en de