ALGEMEEN
ADVERTENTIE- EN
NIEUWS-,
LANDBOUWBLAD,
N«. 25.
(T w c c (I e J a a r a 11 g.)
A°. 1858.
VOOR HET
KANTOM
EM OMSTREKEN.
n.
DONDERDAG 18 MAART.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
Het lager Onderwijs.
SdlAGEII COURANT.
SCHAGEN
ASJ3 F LIS 'SS 13 SIAABSJfl:
Voor Schagenf 1.00.
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt lederen Donderdagmorgen.
lirieven Franco.
VUNS m KOTlXtnimint
Van een tot vijf regels behalve
de 35 cents zegelregtf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
Croote Letters naar de ruimte die zij beslaan.
Op de beschuldigingdat de rigting van het lager on
derwijs veel practischer in strekking kon zijn laat de Eco
nomist. volgen «Gesteld, dat het lager onderwijs geheel aan
zijne taak voldoet, zoodat nageuoeg de geheele bevolking
kan lezen en schrijven, wat dan nog Ziedaar de taak van
het lager onderwijs vrij naauwkeurig afgebakend. Volgens
den Economist bestaat zij daarin dat niet de geheele, maar
nagenoeg de geheele bevolking lezen en schrijven kanzon
der meer.
Wij zonden den Economist kunnen vragenof hij zich
verbeeldt in de ijzeren eeuw te levenwaar het schrijven en
lezen een bewijs van groote geleerdheid was dewijl wij in
dien tijd die bekwaamheden alleen aantreffen bij de kloos
terbewoners. Wij willen echter niet spotten maar eenige
vragen aan den Economist rigtenwelker beantwoording
dienstig kan zijn om de waarde van het lager onderwijs in
een helderder licht te stellen.
Doch welk verband bestaat er tnsschen deze stelling en
het te voren beweerde Daar werd gezegd het lager on
derwijs moest praktischer zijn dat is het moest den leer
ling heter voorbereiden voor het leven terwijl nu niet meer
gevorderd wordt dan lezen en schrijven. Maar wordt dat
dan niet onderwezen Behooren die twee vakken niet in
alle lagere scholen, tot de eerste, waarin onderrigt gegeven
wordt Ik geloof niet, dat iemand het zal ontkennen; maar
indien daarin alleen het praktische van het onderwijs be
staat dan zal waarlijk de beschuldiging in het te voren
gezegde, wel geheel ongegrond zijn.
Het doet ons echter leed den Economist hier het verwijt
te moeten toevoegen, dat hij zeer slecht met de taak van het
lager onderwijs schijnt bekend te zijn. Zou deze werkelijk
slechts bestaan in den kinderen teleerenlezen en schrijven?
Dan kunnen wij gerust eene eeuw terug keeren, toen een
gepasporteerd soldaatof een oud koetsier, of een kreopel
of gebrekkig mau, altijd nog goed genoeg waren om school
meester te worden. Intusschen komt dien tijd dan toch nog
altijd de eere toe, dat dezulken een weinig moesten kunnen
rekenen, en eene goede keel moesten hebben om te zingen.
Dan behoeft een onderwijzer ook niet meer bepaald voor zijn
vak opgeleid te worden een timmerman, metselaarkleer
maker, zij allen moeten onder eene bepaalde leiding staan in
hunne jeugd en wel gedurende verscheidene jaren, zullen zij
ervarene werklieden worden doch bij een' onderwijzer be
hoeft dat zoo naauw niet genomen te worden.
Wat meer is het is zelfs niet eens noodigdat hij een
verstandig zedelijk gevormd man zijwant zedelijke ont
wikkeling is niet in zijne taak begrepen. En wat zal het
ouderwijs goedkoop worden l Een werkman heeft soms kost
bare werktuigen noodig, maar pennen, papieren boeken zijn
tegenwoordig zoo duur niet meer voor weinig stuivers kan
men veel doen en een dergelijk onderwijzer, die voor een
prijsje in zijne verloren oogenblikkcn wat onderwijs geeft
is spoedig gevonden. Kortomwij keeren terug tot eenen
tijd dien zich zelfs de oudste man naauwelijks meer herin
nert, doch die toch wel wenschelijk zal ziin, als wij althans
de bespiegelingen van den Economist voor goede munt wil
len aannemen.
Doch hij veroorlove mij te vragen Hoe zal het met de
zedelijke vorming van den mensch gelegen zijn waar het
lager onderwijs daaraan niet meer te gemoet komt Wij we
ten toch, dat in vele huisgezinnen daaraan bijzonder weinig
wordt gedacht of gewerkt. Hoe zal het met handelnijver
heid, fabriekwezen, handwerken, ja zelfs met den landbouw
gaan, waar de mensch niets heeft leeren berekenen en dus
elk oogenblik misleid of bedrogen wordt Of moet dat alles
worden aangeleerd na het verlaten der school Maar zal
daartoe de lust niet ontbreken Zal b.v. de jongelingdie
in de school nimmer met ernstiger zaken werd bezig gehou
den roeping gevoelen om den Economist te gaan lezen en
overdenken? Doch staken wij al die vragenwant bijna
zouden wij genegen zijn daarmede den draak te steken.
Intusschen is het treurig van iemand als den Economist
ipei
vormde mannen zoo weinig de ware roeping van het lager
onderwijs schijnen te begrijpen, dan waarlijk behoeft men
zich niet te verwonderen, dat zoo velen, die minder kennis
hebben opgedaan, de waarde van hetzelve geringschatten of
soms geheel miskenen, tot nadeel voor de jengd en in ver
volg van tijd voor de maatschappij.
NV ij willen niet ontkennen, dal in de meeste lagere scholen
te veel en aan de andere zijde te weinig wordt onder
wezen. Lezen, schrijven en rekenen zijn bij het lager onder
wijs hoofdzaken, en deze mogen niet aan bijzaken worden
opgeofferd; maat alles hangt daarvan af, hoe deze vakken
ouderwezen worden en de oordeelkundige onderwijzer zal
dan nog wel altijd gelegenheid kunnen vinden om het éene
te doen zonder het andere te verzuimen.
W at b. v. verstaal men door liet leeren lezen Indien dit
enkel bestaat in het uitspreken en na eikander opdreunen
van woorden, dan zeker mag de Economist wel vragen:
«wat dan nog?" Maar daartoe behoort meer. De kinderen
moeten verstaan, wat zij lezen en daartoe behooren zij een'
ouderwijzer te hebben, die hen op alles opmerkzaam weet te
maken, die algemeene kennis bezit om hen naar aanleiding
daarvan met allerlei nuttige en wetenswaardige dingen be
kend te makeD, welke hun later zullen te pas komen; kortom,
het lezen moet hen tot nadenken brengen en hen voorberei-
zulke beweringen te hooren, of wat nog erger is, in openbare
geschriften te lezen. Wanneer toch wetenschappelijk ge-