ALGEMEEN
ADVERTENTIE- E\
NIEUWS-,
y LANDBOUWBLAD,
N°. 32.
A°. 1858.
VOOIS II UT
SC lt AG EN
KANTON
EN OMSTREKEN.
DONDERDAG 6 MEI.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
PUBLICATIE.
Het lager onderwijs III.
(Tweede .1 a a r g a 11 g.)
tbbzx nan
Vuur Scliajenf I 00.
franco por post door liet jchccle liijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verachijnt iederen Donderdagmorgen.
II r i e v e n F r a n e
Ï2US 'JjJ'Ü ai mrasnvi'ia
Vaneen tol rijf re-els behalve
<le35 cent» aegelregtf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
Groolc Letter» naar de ruimte die gij beslaan.
Burgemeester eti Wethouders der gemeente Scha'/cn.
Brengen ter kennisse van alle de Ingezetenen derzelve
Gemeente, dat ter executie van Art. 9 der Wet op de Schut
terijen van tien II April 1^27, «Ie inschrijving voor het
loopcnde jaar binnen deze gemeente is bepaald op Jtiugxdag
dm IS dezer maand Mei, (lex voormiddag* ra'i 9 lol 12 uren.
En worden mitsdien alle mannelijke personen, die in het
jaar 1833 geboren zijn, opgeroepen, om zich op den zoo eren
hejaaiden l'jd te vervoegen ten Raadhnize t'.cz. r Gemeente,
ten einde zit li voor de Sc/mt/erij te doen inschrijven met
last omte zorgen, dat zij van hunne geboorte aden of andere
voldoende bewijzen van ouderdom voorzien zijn.
Wijders worden alle die personen, welke in den jare 1833
tot eit met 182 1 geboren zijn, en vulke sedert de laatste
inschrijving uit aiulere gemeenten alhier hun verblijf liehben
overgciiragt, almede opgeroepen, om zich op den voormelden
tijd ten Raadhuize ter inschrijving te vervoegen, zullende
zij belmoren voorzien te zijn, van liet rereixelfe a/text,
afgegeven door den Burgemeester hunner woonplaats.
En worden alle de bij deze oproeping belanghebbende
personen, wel ernstig gewaarschuwd tegen boeten en straf
bepalingen, welke bij de vonrsclirevene wet tegen de nalati-
geii zijn vastgesteld; zullende het register worden gesloten
den sten Juiiij 1858.
En tui eii:dc niemand onwetendheid zoude kunnen voor
wenden. zal deze worden afgekondigd en op de gebruikelijke
plaatsen aangeplakt.
Gedaan te Schagen, den 3 .Mei 1858.
llurgemeexler en Il eliouderê roornoemd
Le Burgemeester,
A.
H. R. DE MEER.
De Sec re/a rijt,
J. van. CANTFORT.
n Bij het ontbreken van verdere toepassing blijft bet ge
leerde grootcndcels onvruchtbaar. Lezen en schrijven zijn
middelenom praktische wetenschappen en handelingen te
leeren; waarde bonwstolfen tot deze laatste niet gegeven zijn,
daar heeft men nog niet veel te verwachten. Ons lager ou
derwijs geeft liet werktuig in de hand en laat daarna den
werkman alleen; het bezorgt hem een hamer, er is niets om
te timmerman."
Ziedaar liet slot der bewering van den Economist, waar
over wij reeds v roeger 23 en 25) hebben gesproken.
Nog eenmaal komt de Economist hier enkel neer op het
lezen en xchrjren, zonder in het lager onderwijs een hooger
doel te kennen, dan deze; in ons vorig nummer hebben wij
reeds daarvan de bekrompenheid aangetoond; wij zullen dus
thans niets meer daarbij voegen.
Al het overige komt hierop neer: liet onderw ijs is slechts
voorbereiding voor de maatschappij; het in de school geleer
de moet in toepassing worden gebragt.
Wij herinneren den lezer aan liet vroeger gezegde aan
gaande de bewering dat liet lager onderwijs niet praktisch
genoeg in strekking was, en brengen wij dit nu daarmede in
verband, dan blijkt het, dat liet lager onderwijs, volgens den
Economist, niet alleen de voorbereiding moet geven maar
ook verpligt zou zijn de gelegenheid te verschatten om het
geleerde in toepassing te brengen.
Hoe het nu mogelijk is dit als een verw ijt op het lager
onderwijs toctepassen, bekennen wij niet te begrijpen en
nog minder zien wij in, noe iemand, die de kinderen in de
lagere school niets schijnt te willen laten leeren, dan lezen en
schrijven thans zelfs onderwijs in verschillende handwerken,
enz. zou willen doen geven. En is het met de hoogere scho
len niet hetzelfde als met de lagere school Is de predikant,
de geneeskundige, de regtsgelecrile wanneer hij de hooge
school verlaat, reeds in allen deele berekend voor de taak
die hem wacht Moei ook voor hem de toepassing uiet nog
volgen En hoe veel minder kan dan van de lagere school
iets anders worden verwacht Kortomals wij het slot met
het te voren gezegde in verband brengen, dan is het onver
staanbaar, hoe schoon de laatste volzin ook schijnt uitge
drukt te zijn.
Vergeten wij echter het vorige, en nemen wij enkel het
slot, dan beamen wij het volkomen. Dan zeggen wij met
hem, dat zonder toepassing het geleerde grootendeels on
vruchtbaar blijft en zouden wij het wenschclijk achtendat
iu elke gemeente de gelegenheid wierde gevonden, om aan
hen, die de lagere school hebben verlaten, en voortgezete on
derwijs te verschaffen, dat hen meer regtstreeks voor de
maatschappij voorbereidde. Wanneer wij Art. 1 der nieuwe
wvt op het lager onderwijs lezen, dan schijnt de wetgever
ook wel degelijk daaraan te hebben gedachtwant daar
wordt gesproken van gewoon en meer uitgebreid lager on
derwijs. Het is dan ook te weuschen, dat de gemeentebestu
ren dit niet onopgemerkt laten.
Dit alles moge nu waar zijn, wanneer men dit laatste als
op zich zelf staande beschouw t, in het verband, waarin het
bij den Economist voorkomt, is liet verward en tegenstrijdig
en men komt tot de gevolgtrekking, dat de schrijver niet
weet wat bij wil.
Dit moet ons echter niet te zeer verwonderen. Als wij
bedenken, wat er soms iu de tweede kamer bij de beraad
slagingen ovtr de bovengenoemde wet werd aangevoerd en
wat er vroeger in zoovele brochures over de vrijheid van
onderw ijs is beweerd, dan moet uien ook wel eens vragen-