frankrijk.
duitschland7
zwitzerland.
belgli
i n rs i \iam>
Voor cenige dagen heeft admiraal Elliot, bij liet j igen
nabij Dafton Teil, op het eerste schot een blaauw hazelhoen
getroffen, gelijk door gren der hein vergezellende hoeren ooit
te voren gezien was De vlerken waren van ecne licht-
blaaitwc kleur en geleken naar die eener gewone houtduif.
Ten gevolge eener uitspraak van den garnizoens—
krijgsraad te Plymonlh, was een soldaat, uithoofde van het
verkoopen ceniger eqnipementstukken en van dronkenschap,
tijdens hij op post had gestaan, veroordeeld tot 50 zweep
slagen. Na de gewone formaliteiten en voorbereidselen, ont
ving dc de veroordeelde zijne straf, en vertoonde daarbij de
grootste ongevoeligheid, terwijl hij geen lid vertrok of geen
geluid gaf. Ónder de manschappen, die bij deze strafoefening
tegenwoordig moesten zijn, waren echter 18, welke in zwijm
vielen en weggeleid moesten worden.
Te Oxford is ecne geachte dame, die cenige maanden
geleden hertrouwd is, voor den stedelijken magistraat gc-
bragt, onder beschuldiging van dubbel huwelijk. Het zon
der inge van de zaak is, dat het geval door hare vrienden,
eiT, naar men zegt, met hare voorkennis, aangegeven is. Zij
is voorloopig onder borgtogt ontslagenen de zaak naar de
regtbank verwezen.
Als een bewijs van het verbeteren van het Teemswater
wordt gemeld, dat er in de vorige week in de nabijheid van
Woolwich ecne kleine hoeveelheid visch is gevangen.
Parijs, 28 Augustus. Vorst Daniëlo heeft eene groote
gestrengheid tegen de wojwoden, die de Turken, niettegen
staande den wapenstilstand, aangevallen hebben, aan den
dag gelegd. Zij zijn genoodzaakt, om, even als misdadigers,
met op den rug gebonden handen, Montenegro te doortrek
ken. Deze straf heeft een grooten indruk gemaakt op de be
volking.
Een stuk geschut van de Chineschc batterijen is te
Parijs aangekomen. Dit stuk weegt 2500 kilos; de vorm is
zeer ruw en het is versierd met (Jhinesche letters. Men zegt,
dat dit stuk gegoten is door een Fransch zendeling van de
orde der Dominicaner. Ken dergelijk kanon is naar Lon
den gezonden.
Tc Derna heerscht de pest nog in al hare kracht; te
Bengazi is zij bijna geheel geweken. Dc vice-koning van
Egvptc heeft bevel gegeven om vooral te waken tegen immi
gratie van de Bedouïnen uit die beide plaatsen. Een dagblad
v an Genua zegt, dat er 3000 menschen te Bengazi aan de
pest gestorven zijn, hetgeen een vierde der bevolking uitmaakt.
T'it cenige der departementen wordt gemeld, dat men
zich aldaar geen oogst herinnert, die in alle deelen zoo rijk
is geweest als dit jaar. Het koren heeft een half hectoliter
a 60 liters per acre opgeleverd; de hooioogst was insgelijks
overvloedig, en wijnstokken en vruchtboomen hangen tot
hrekens toe vol. Ook de huliraieur de Cognac meldt: nXog
den gedachten tegenstand der bewoners van Scagenen de hun
altijd nog onverklaarbare verschijning uit het veld geslagen,
is naar hunne tneening hunne magt wel zóó groot en geducht,
dat dc weinige Westfriesche Edelen, met hun klein getal vas-
sallcn en strijdbare dorpers, het niet zullen wagen hen te ach
tervolgen maar anders dachten de Hr. van Scagen en de
overige Westfriesche Edelen daar over; zoo gemakkelijk zou Eg
mond en ziine medeplunderaars er niet afkomen. Geen gunstiger oo-
genblik dan nu, om des Graven magt te breken, en grootendeels te
vernietigendaarenboven zou de dappere Poedestaat van Scagen,
nimmer beter voldoening kunnen eischen van Egmond over
diens gepleegde snoodheid ten aanzien van zijne verloofde, de
jonkvrouwe van Harinxhuizen en haren grijzen grootvader; 'daar
om worden spoedig allen bijeenverzameld, om den vijand achterna
te zetten.
Bij het hiervoor genoemde Witsmeer zwin, worden zij inge
haald en in hunnen aftogt terug gehouden. Nu stellen zich de
Grafelijken dadelijk inslagorde, om de Westfriezen af te weren en
aanvankelijk gelooven zij daarin spoedig te zullen slagenmaar
de verbitterde Westfriezen geven geen kwartier; vreesselijk wordt
er in het donker van den nacht, van weerskanten gestreden.
Wtl is de mist nu opgetrokken en de lucht verhelderd, maar
nog is het in het holst van den nachten akelig wordt het
tooneel van slagting bijgelicht door de lammen van het op
een 11 i. ei afstand n >g brandende Scagen. Met ongeloofelijke
krachtwerpen zich de weinige Westfriezen op de Kennemer
Ed len en het Grafelijke le:er; van beide zijden vallen bij
tientallen tegelijk. In afwachting van de hulp, die nu weldra van
de te Winkel en Nvdorp gelegerde krijgslieden, zal komen op
dagen, durven de Westfriezen de koenste waagstukken onder
nemen. Intusschen hebben ook de Kennemer Edelen, reeds
renboden naar den Graaf te Schoorl afgezonden om hulp en
bijstand. Maar ook de Westfriezen blijven niet van hulp ver-
c'oken; de overal rond gezonden boden hebben van alle kanten
lang zullen wij van liet jaar 1858 spreken als van liet rijkste,
dat wij ooit beleefd hebben."
Volgens geruchten, zou de schadeloosstelling van
China aan de vereenigde Westersche mogendheden bepaald
zijn op 30 millioen.
Berlijn, 28 Augustus. De kosten van het feest, dat de
heer Borsig dezer dagen aan zijne arbeiders, ten getale van
2600 personen, heeft gegevenhebben niet minder dan
20,000 thaler bedragen. Ofschoon de fabriek Vrijdag en Za-
turdag stilstond, werd den werklieden toch het volle week
loon uitbetaald.
Bern, 28 Augustus. Bij Jegenstorf zijn onder een denne-
boom 6 personen door den bliksem getroffen, waarvan 3 op
de plaats dood bleven.
Te Bazel overleed, tot veler droefheid, de heer Chris-
toph Merian-Burchardt, evenzeer bekend door zijne rijkdom
men, als door het weldadige gebruik, dat hij er van maakte.
Brussel, 29 Augustus. Te Ypereu is de bliksem in den
toren der St. Maartenskerk geslagen en heeft er brand ver
oorzaakt. ten gevolge waarvan die toren, ter lengte van 60
voet, van de spits gerekend, deels verbrand, deels ingestort
is. Van alle zijden werden per spoor bluschmiddelen aange
voerd, welke echter noodeloos waren.
Schagen 30 Augustus 1858.
Xaar wij vernemen is in de vorige week te Aartswoud,
een man L.B. genaamd op de straat plotseling dood gebleven.
In de Anna Paulowua polder heeft de persoon B. S.,
zich door een geweerschot van het leven beroofd. Zoo men
zegt moet minnenijd hier van de oorzaak zijn.
Bij Aerstwoud is een boer die met zijn rijtuig huis
waarts keerde, door zijne paarden welke bij niet tot stilstaan
konde krijgen omvergeworpen en overreden, zoodat hij
oumiddelijk op de plaats dood bleef.
Voor de eerdaags te Amsterdam te houden volksfees
ten als mastklimmen zakloopenboegsprietsloopen, enz.,
zijn reeds de volgende geschenken aan den Burgemeester al
daar toegezonden als; 51 stuks fraaije Petten, 10 ffi Choco
lade, 10 kistjes Crinoline Sigaren, 10 ffi Varinas Tabak, 2
gouden vijf Guldenstukjes; een munt biljet grootƒ10
12 stuks voorhemdjes, 36 halsdassen, 28 Zijden zakdoekjes,
12 zilveren Sigarenpijpjes, 2 palisanderkouten scheerspiegels,
1 dito Sigarenkistje, 1 dito Tabakskistje, 1 inahonihouten
Lucifersdoos, 3 dito teekendoozen, 12 paar vergulde hemds
mouwknoopjes, en een zilveren horologië.
de landlieden bijeen verzameld, en allengs groeit hun getal aan,
gewapend met al wat zij slechts konden magtig worden.
Verschrikkelijk zwaaijen zij met hunne knodsen »n den vijand
om; elke slag velt er een; niet minder hanteren zij hunne aks
of strijdbijl, en waar die treffen, stapelen zich verminkte lijken
opeen. Met geweld dringt de dappere Poedestaat vau Scagen,
aan het hoofd zijner weinige overgebleven en afgestreden vas-
sallen en Scagers, in de gelederen des vijands, om zich met
Egmond en de zijnen te meten; reeds zijn onder meer Edelen,
Hr. Simon van Antwerpen, Boudewijn van Haarlem en Willem
van Voorhout, onder hunne slagen bezweken.
Daar kondigt trompet geschal de aankomst van nieuwe strij
ders aan. De te Winkel en Nydorp gelegerde Edelen en strijders,
waaronder de Heeren van Schellinkhout, Blokker en Berkhont,
nemen deel aau den strijd. Ofschoon de magt der Grafelijken
nog verre die der Westfriezen overtrof, werden zij toch van
alle kanten bestookt; reeds is Egmonds banier in handen der
Scagers gevallen, en hij zelf een lijk; de Edelen en Bidders,
Allart van Egmond, Floris Buijs en Bruin van Castricom, zullen
evenmin als de voren genoemden hunnen vaderlijken Burgt weder
zien; slechts beijveren zich hunne vassallen, om de lijken hunner
meesters op eene kar te laden. Nog staan rondom den stand
aard van Holland eene menigte Edelen en Bidders pal. Lang
en met onbezweken moed houden zij zich tegen de woedende
Westfriezeri staande, en nog is niet beslist, aan wiens zijde de
overwinning is, toen in 't einde de Graaf met zijn gansche leger
komt opdagen, en zich in den strijd mengende, de Westfriezen
voor een oogenblik doet terug deinzen. Groot was de schok,
dien zij nu hadden door te staande nog overgebleven Ken
nemer Edelen en Bidders, Gerbrand van Alkmaar, Banjaart van
Heilichloe, Akersloot en Dirk van Persijn, banen zich eenen
doortogt om zich met den Graaf te vereenigen, maar verschei
dene Edelen, en daaronder de Jong van Monster, Everard van
Noord ijk, benevens de drossart Gerrit Spijsdrager, moeten dien