ALGEMEEN NIEUWS-, ADVER
TENTIE- EN LANDBOUWBLAD.
(T w e e cl e J a a r g a 11 g.)
N°. 54. Qfl A°. 1858.
DONDERDAG 7 OCTOBER.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
Gezag der Turken in Arabië.
It III T K L i\ I).
ENGELAND.
Londen, 5 October. Den 2 Isten Aug. is een schaak
wedstrijd van wege de Chess-Association begonnen, en wel
te Birmingbam. De eerste prijs, bestaande in ti: St. 60 is jl.
Donderdag in de St. George Chess-Club behaald door den
lieer Lo went hel.
<>*L
SCHAGER
COURANT.
MtoimnmtraHt TMmranBAnuaan:
Voor Schagen100.
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
II r i e v e n Franc o.
ÏÏ1J3 IXIi ÜSTB^VlQVliai
Van er» tol vijf regels behalve
de 35 cents zegelrcgtf 0 75.
Iedere regel meerder0.15.
Croole Letters naar de ruimte die zij beslaan.
(Uittreksel uit eeueu brief van Aden van den 10 Aug. 1858.)
De Turken hebben in Yemen eene groole nederlaag geleden.
Sedert lang hebben de Bedouïnen der omstreken van Odeïda
zich teruggetrokken naar het gebergte, om zich te onttrekken aan
de afpersingen van den gouverneur dier stad. Zelfs hebben zij
dezen eene jnarlijksche bijdrage van 30.000 thalaris aangeboden,
wanneer men hen in hun nieuw verblijf met rust liet.
De Pacha oordeelde de som niet voldoende, en besloot hun
den oorlog aan te doen. De Bedouïnen lieten hem met een leger
van 2000 soldaten en evenzoovele hulptroepen voortrukken tot
aan de bergengte ven Djebel Bsurrah; daar omsingelden zij hen,
doodden 5 a G00 man, namen het geschut en den krijgsvoorraad
in bezit en zonden de krijgsgevangenen ontwapend terug. De
pacha, zich schamende, dat een troep slecht gewapende wilden
hem de nederlaag hadden toegebragt, durfde niet meer te Odeïda
terugkeeren, doch vestigde zijn voorloopig verblijf op ongeveer
een half uur huiteu de stad.
Deze nederlaag is zeer nadeelig voor de Turken, want de
Bedouïnen hebben daardoor hunne krachten leeren kennen. Reeds
trachten zij een verbond te sluiten met de andere volkstammen
van Yemen, om gezainentlijk de turksche bezetting te verjagen
en den inval der Eugelsrhen te beletten, liet is te vreezen,
dat zij eerdaags Odeïda en de andere steden, welke in de niagt
der Turken zijn, zullen aantasten.
Alle turksche bezittingen in Azië, alsook de drie steden,
welke zij op de kust van Afrika bezet hebbenSouakira, Mas-
saoua en Arkeke, staan onder het gezag van den muschir of
gouverneur-generaal. Dit opperhoofd wordt in elke stad verte
genwoordigd door een kaïinakan, dien hij zelf benoemt. Even
als in het geheele rijk van den Sultan is deze benoeming het
gevolg van begunstiging, zoodat het niet zeldzaam is, dat hoog
geplaatste personen noch lezen noch schrijven kunnen. Ik heb
zelfs een muschir gekend, die, zijnen secretaris wantrouwende,
een Europeaan verzochthem eene turksche depêche voor te lezen.
Alle deze kaïmakniis besturen hunne steden bijna zonder eeni-
ge óontrule. Zij beschikken over de gelden van in- en uitvoer
en de belastingen, en zijn de hoogste regters over alle misdaden
en overtredingen. Hun wil of huu belang alleen beslist over de
schuld of onschuld vau den beklaagde. Ziehier een voorbeeld,
dat ik zelf heb bijgewoond:
Toen ik mij in de maand Mei te Djeddah bevond, ontstond
er twist tus;chen twee bachi-bouzouks in eene herberg, die
door een christen (raya) werd gehouden, waarbij de een den
ander doodsloeg.
De Kaïinakan, Ibrahira-Beg, (dezelfde, welke, naar men zegt,
geweigerd heeft vóór den moord te Djeddah krachtige maatre
gelen te nemen), door de politie van dit voorval verwttigd,
liet den christen, in wiens huis het was voorgevallen, gevangen
zetten, terwijl de moordenaar de vrijheid behield. Toen men
hem hier over aanmerking maakte, antweorde hij: „Ik heb dien
man vrijgelaten, ouidat de vermoorde een deugniet was, die zelf
reeds ee.iige moorden had gepleegd; wat den christen aangaat,
deze is schuldig want had hij hun geen brandewijn verkocht,
dan zou er geen twist en dus ook geen doodslag hebben plaats
gehad.
Het gebrek aan toezigt heeft ten gevolge, dat de gezagheb-
henden onbeschroomd van huni.e niagt misbruik maken, om de
onderdanen te verdrukken en uit te mergelen.
De sultan is verpligt gedurig geld te zenden, om de troepen
te onderhouden, wier soldij altijd achterlijk is, terwijl de gou
verneurs schatten verzamelen. Ook, wanneer zij na twee ot drie
jaren, wegens te verregaande onverdraagzaamheid worden terug
geroepen, keeren zij naar hun vaderland terug, met schatten
beladen, zonder verpligt te ziju, eenige verantwoording te doen.
Dit gebrek aan controle is des te meer te bejammeren, denijl
deze steden zonder regtstreeksche gemeenschap verre van elkan
der zijn gelegen, en veelal bij den muschir geheel onbekend
zijn, die ze nooit bezoekt. Willekeur vervangt het regt, zelfs
ten aanzien der Europeanen, welke soms inkomende regten moe
ten betalen, waarvan zij reeds kwitantie hebben ontvangen.
De schraapzucht der kaïmnkans zoekt allerlei voorwendsels
op, om geld af te persen. Yoor ongeveer anderhalf jaar vernam
Achmed Pacha, gouverneur van Odeïda, dat na de schipbreuk
van den Caïtnan de overblijfselen van dat schip hetwelk door
den bevelhebber was verbrand, door den scheik Abou-Bakir
waren hijeen verzameld. Hij strafte dezen met eene boete van
4,000 thalaris, en ofschoon deze konde bewijzen, dat de bevel
hebber van den Catman hem die overblijfselen had geschonken,
hij werd iu de gevangenis gebragt tot na de betaling der geheele
boete. Abou-Bakir meenende, dat zijn geld aan het fransche
gouvernement was toegezonden, rekende op deszelfs regtvaar-
digheid en zijne bekende genegenheid jegens de Franschen, om
dat geld terug te bekomen: hij begreep niet, dat het een voor
deel voor den kaïmnkan was. Eerst bij de aankomst der fransche
brik le Genie ontdekte hij de waarheid en bragt zijne klagt in
bij den kommandant van dat schip. Deze officier protesteerde
tegen die handelwijze, en noodzaakte den pacha binnen 24 uren
de onwettig afgeperste soin terug te betalen.
Het is onbegrijpelijk dat de ministers van den Sultan, wien
dat stelsel van willekeur en afzetterij bekend is, hunne toestem
ming weigeien aan de doorgraving der landengte van Snez, het
eenige middel, om gemeenschap te'onderhouden met die afge
legene plaatsen, om op het bewind toezigt te houden, en om
daar het gezag huns meesters te handhaven. Het wordt voor
de regering van den Sultan dringend noodzakelijk eenen weg
te openen voor hare zeemagt, ten einde aan die woeste volks
stammen hare magt te toonenom in geval van nood hare
troepen te onderhoudenom de knevelarijen te doen ophouden
waaraan de koophandel en de bedevaartgangers zijn blootgesteld
kortom, om den handel der kaïmnkans, ten voordeele van bui
tensporige weelde en uitspattingen te beletten en de bevelen
van den Sultan te doen naleven.
Aan den gouverneur Douglaswordt in een officiéél stuk
omtrent den staat van Yaneouvers-eilandhet volgende gemeld:
„4Vij hebben thans bewezen dat onze kolonie, als goud
voortbrengende volkplanting, met de oudere mededingers, Ca-
lifomië en Australië, kan wedijveren." De steeds gunstig lui
dende berigtenomtrent de gouddelvingworden dan ook niet
alleen daardoor bevestigd, maar ook door de Vancouver Island
Gazelle, waarin o. a. van een goudzoeker wordt gesproken,
die in zes uren lijds eene waarde van 600 dollars vond.
Kapitein Forbes heeft, den 19den Sept. den Mont-
Blanc beklommen. Den 22sten des ochtends was hij weder
aan den voet van het renzengevaarte teruggekeerd. Gedu
rende dit jaargetijde werd geuoemde berg lOmaal beklom
men.
Op de beurs is een lievig gevecht voorgevallen, tns-
schen de speculanten op de rijziging en die op de daling der
effecten.
Met den bonw van den sedert lang beloofden taber
nakel van den predikant Spurgeon zal spoedig worden be-
gonuen.
Yolgens een berigt van zijn correspondent te Simla, in
Indie, aan den Times, valt er aan den dood van Schlagentweit