AD VE ItTIA TIEX. waar deze delfstoffe wordt gevonden, zoo laug onbekend bleef. Het is blijkbaar gewordendat althans de meeste koppen uit de stof worden vervaardigddie in Griekenland, nabij Stives ofThiva (bet voormalige T h e b e) op den weg naar Negropont wordt gedolven. Volgens N u b u h r 's berigten aan de kon. sociëteit der wetenschappen te Göttingen, wordt het echte meerschuim ook in K 1 e i n A z i e, in Anatoli (Natolie) niet verre van de stad KonicofKognie, (het ou de Iconiüm), digt bij het dorp K i 11 s c h i k, gevonden. Het zelve vertoont zich aldaarin een graauw leiachtig kalkbed van ongeveer 6 voet, in niet zeer aanzienlijke aders, welke dikwijls 20 voet diep onder de oppervlakte liggen. De versch gegravene specie is wit, taai, bijna als was, wordt zonder vuur ligt hard, en moet, volgens het voorgeven di r werk liedenin de uitgegravene aarde, weder aangroeien. Zelden is dezelve geheel rein en onvermengd, maar heeft min of meer klei ne aderen en steentjes enz. De boereu, welke het meerschuim uitgraven, moeten daarvoor eene schatting, aan een turksch kloos ter betalen, hetwelk zijn onderhoud trekt uit de opbrengsten der voortbrengselen van den omtrek. Ook moet men meerschuim aan de Z w a r t e z e e delven gelijk medein de nabijheid van Konstantinopel, ecne soort van kleiwelke de Turken K i 11 k e f f i, d. i. schuim klei noemen, die mede gewoonlijk voor meerschuim wordt gehouden, en waaruit insgelijkseven als uit den daar ook gevonden Bolus, pijpenkoppen gemaakt worden Het echte meerschuim schijnt, voor het overige, ook in N. Amerika voor te komen, in de nabijheid van Q u e b e c. Andere opgegevene plaatsen, van welke men hetzelfde beweerd heeft, zonder dat de uilkomst de opgave heeft bewaarheid, gaan wij met stilzwijgen voorbij, tevens met verscheidene anderen, die eene soortgelijke, maar toch verschillende stoffe, van welke men zich tot hetzelfde einde bediend heeft, opleveren. De pij penkoppen worden niet, als pottebakkerskleigebakken of ge brand, maar men laat de taaije specie eenvoudig door de lucht droogenwaarop men dan de koppen daaruit snijdt en boort. Evenwel vormt men ook koppen uit de nog weeke aarde, die dan in vormen geperst wordt, in welke bloemen en figuren ziju gesneden. De koppen in de vormen zijnde, boort men in dezelve de gatenen legt ze dan in de zon te droogen. Na eenige dagenwanneer derzelver oppervlakte eene hard- en geelachtige huid heeft aangenomen, worden zij in eenen ge stookten bakoven gebragt, in welken zij dan, tot op de volko- mene nfkoeling blijven liggen. Hierop kookt men ze dan een uur lang in melkterwijl men ze daarop met B i s c h i k Kuirughi of schuurkruid afwrijft en polijst. Nu verkoopt men ze te Konstantinopel, waar zij gedeeltelijk nog verschillend gekleurd worden, terwijl men ze in was, olie, vet enz. kookt, waarvan aan de ruw tot ons ge- bragte koppen nog dikwerf sporen en overblijfsels te zien zijn. Door middel van een mengsel van drakenbloed en noot-olie geeft men aan dezelve eene zeer schoone, zwartroodachtige kleur. Ten aanzien der soortgelijke zwaarte zijn de echte pij penkoppen verschillend van elkander; eenigen zijn ligt, anderen zwaar en anderen nog zwaarder. Ook verschillen zij van kleur, terwijl eenigen geheel wit, anderen donkerder, en nog anderen geel of bruin zijn. Men kan niet altijd uit deze verschillende digtheid of kleur op eenen verschillenden oorsprong, of ook soort zelfs, besluitendewijl dikwerf dezelfde groeve al deze verscheidenheden oplevert. Dikwijls ook, gelijk boven gezegd is, vertooncn zich deze delfstoffen, met andere zelfstandigheden vermengd: van hier de steenaders in verscheidene koppen. Dewijl men de meerschuimen pijpenkoppen in Turkije zelve niet zeer op prys stelt, en de voorkeur aan de klei- roode potaarden geeft, komen dezelve meest aan Grieksche kooplieden, en worden van dezen verder naar Zevenbergen; Hongarijen, Polen en Duitschland verzonden. Het hoofdkantoor der ter zee ingevoerde pijpenkoppen was eertijds, en is misschien nog bedtn, in Triest, alwaar zij, onmiddelijk uit T u r k ij e, in ruw gevlochtene korven aankomen. Daar worden zij overgepakt in houten kisten, en verder verzonden. Bovendien heelt men ook aanzienlijke magazijnen van meerschuimkoppen te Weenen, alwaar zij, buiten Triest, te land worden inge voerd over Semlin. Van den 1 Nov. 1795 tot 31 Oct. 1796 bedroeg deze invoer over Semlin 83.413 centenaars dergelijke pijpeukoppen. Op de Leipziger mis kwamen voorheen jaarlijks door elkander gerekend, nagenoeg 300 kisten, elke a 1000 tot 1100 stuks, onder welke gewoonlijk een groote hoofdkop25 andere minder groote, 200 van middelbare grootte, en de ove rige kleinen. De kist gold ƒ300 a ƒ350. De pijpenkoppen komen of ruw gevormd of opgemaakt in Europa aan. De ruwe zijn, voor het gevoel, mat, ruw en kalkachtig, zien er wit uit, en gelijk geharde pijpaarde, in het geheel onaan zienlijk, en worden, eerst door het snijden, opkooken en polijsten voor den handel bereid. Eerst boort men er wijdere openiugen in, zoo van voren als van achteren; dan geeft men aan dezelve op de draaibank, hunne gewenschte gedaante enz. en kookt ze voorts nog eens, eerst in talk en vervolgens in was, op, waar door zij meer vastheid en glans krijgen, terwijl men wel zorg draagt van ze, uit de kooking komende, niet met de vingers aanteraken, waardoor eene vingervlek ontstaan zou, die zich telkens, wanneer er uitgerookt werd, zou vertoonen, en alleen door eene nieuwe kooking kan verdwijnen. De waardij en prijs zoo men weet, hangen nu vooral van het gewigt af, en men betaalt, het overige gelijk staande, de ligteren het duurste. Den afval, door boren, snijden en springen van koppen met steen adertjes ontstaande, wierp men eertijds weg, sedert ruim 80 jaren echter, vond men in Duitschland, in de Eu hl, de kunst uit, dezen afval op verschillende wijze te bewerken, en daaruit nieuwe koppen, bekend onder den naam van onechte te formeren. Men heeft het in deze kunst van tijd tot tijd tot eene hooge mate van volkomenheid gebragt, en bloeijende fabrijken hadden daaraan hare welvaart te danken. Echter, hoe zeer de onechte koppen veelal, door een betei en meer geëven- redigd fatsoen, de echten overtreffen, is nogthans de meerdere deugdzaamheid en bestandheid aan de zijde der laatsten. Als onderscheidene kenmerken der echte en nagemaakte, geeft men, ter voorkoming van bedrog, het volgende op: 1.) De onechte zijn doorgaans ongelijk zwaarder van gewigt. 2.) Zij zijn geheel zonder aderen, (natuurlijk, dewijl de afval, waaruit zij bereid worden, eerst weder fijn gemaakt wordt,) maar de echte hebben dezelve zeer dikwijls; 3.) De onechte worden ligt besmoeseld, terwijl zij ook nooit den glans van eenen echten kop krijgen; 4.) Niet zoo ligt ook kunnen de onechten tegen vallen ofstooten; 5.) En ook niet zoo goed, als de echte, afwisselende hitte of koude verdragen. Als de zekerste proef, bij het koopen, wordt opgegeven het bestrijken met een stuk zilveren munt. Krijgt daarvan de kop potloodachtige strepen, zoo is dit een zeker teeken, dat hij na gemaakt is; maar komen er geene strepen, zoo is dit een onfeil baar kenmerk van de echtheid. Sedert men begonnen is, dit gebruik van den afval te maken, zenden de Turken ook r u w meerschuim in groote vaten op Weenen, Leipzig Hamburg enz. over Triëst. Dirksliorn, Oct. 1858. A. de Heek. DIRECTEUREN der Ond. BRAND WAARBORG-MAATSCHAPPIJ, te Amsterdam, brengen ter kennisse van belangstellenden, dat tot hunnen Correspondent te SCHAGEN is aangesteld, de Iloog Welgeboren Heer Jonkhr. W. F. Alewijn, bij wien men zich gelieve te vervoegen tot het bekomen van verlangd wordende inlichtingen, betref fende deelneming in genoemde Maatschappij. Amsterdam, Directeuren voornd., 10 Nov. 1858. de JOXG en Comp. Een mijuer bekende Depóthouders be- rigtte mij dezer dagen, dat Mejufvrouw G. van Galen, geb. Thoen, te Loosduinen, sedert jaren lijdende aan hevige Maagkramp, thans geheel her steld is door het gebruik der Anti-Rhumatische Watten van Abshaubbin. Niemand vergete de weldadige uitwerkselen door deze Watten op 's menschen gezondheid verkregen. Het is duizende malen bewezen, dat zij alle momen- tuële aangebragte pijnen van dien aard zeer spoedig stilt en geheel wegneemt, en dat zij even zeker bij een con- tinueel gebruik het verouderdst Rhumathiek doet verdwij nen, alsof het nimmer had bestaan. De proef te nemen valt onder ieders bereik, daar de prijs van zulk een Blad Watten slechts 25 Cents is. Zij zijn omwonden met een Biljet van ligt blaauw papier, waarop de gebruiksaanwijzing vermeld is, benevens p. m. 130 Depothouders, en zijn alle onderteekend door mij Be- reider en Hoofd-Depöthouder A. BREEDYELT Az.te Delft. Waarop men wel gelieve te letten, omdat voor dat zelfde doel ook andere Watten worden verkocht, die niet door mij zijn bereid. Verdere Depóts S. Keet te Schagen. N. B. Upman Barsingerhorn. A. J. Sandf.es Leiden. J. Reynardt idem. G. J. Wubbe Aieuwediep. H. J. Rekken te jdmeterdam. A. J van den Berckhofp Utrecht. M J. C. Ham idem. J. H Keeleb Botterdam. T. A. Stbootman jtmhem. Drukkerij van P. J. G. DIDERICH.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1858 | | pagina 4