ALGEMEEN NIEUWS-, AD VER- TENTIE- EN LANDBOUWBLAD. buitenland, (Derde Jaargang.) N°. 77. A°. 1859. DONDERDAG 17 MAART. UITGEVER P. J. G. DIDERICH. NOTIFICATIE» Namen BEKENDMAKING- ENGELAND. Londen, 7 Maart. De bouw van de eenige spoorweg brug over den Teems, in of bij Londen, te weten die te Chelsea, wordt met ijver voortgezet en zal spoedig voltooid SCHAKER COÜRANT. AMBB31iriB?3;P:il233 1)3133 WAAHilö: Voor Schadenf I.OO. Franco per po»t door het geheele Rijk. w 1.15. Afzonderlijke Couranten0.10. Verzchijnt iederen Donderdagmorgen. Ilrleven Franco. JEU! E3E EI73Eï3Bïlia Van rrn tol vijf regel* behalve de 35 cent* xegelregtf 0.75. Iedere regel meerder0.15. Uroote Letter* naar de ruimte die aij beslaan. Burgemeester en Wethouders van Schagenbrengen bij deze ter kennisse van de Ingezetenen dezer Gemeente en van alle daarbij belanghebbenden, dat de Lijsten, bevattende de aangeslagenen in de Rijks Directe Belastingenzoo in op centen als in hoofdsom, tot een bedrag van/16: en hooger, en die alzoo en overigens de bevoegdheid bezitten tot het kiezen der Leden van de Staten Generaal, de Pro vinciale Staten en den Gemeenteraad zijn opgemaakt, inge volge art. 6 der Wet van den 4den Julij 1850 (8laatsblad .A? 37)op 7 Maart 1859 naar aanleiding van art. 10 dier Wet zijn vastgesteld, en te rekenen van Woensdag den 9 Maart 1859 gedurende veertien dagen van des voormiddags 10 tot des namiddags ten twee ure, op de Secretarie dezer Gemeente, voor een ieder ter inzage zullen worden nederge- legd, en daarenboven een exemplaar derzelven zal worden aangeplakt, ten einde de des bevoegden in de gelegenheid te stellen hunne bezwaren tegen die Lijsten in te brengen, onder uitnoodiging tevens om die bezwaren vóór of op den 24 Maart 1859 bij verzoekschrift op ongezegeld papier, door de noodige bewijsstukken gestaafdaan den Gemeen teraad in te dienen. Voorts wordt bekend gemaakt, dat de aan den voet dezer gestelde nameningevolge art. 35 der meergemelde Wet, zijn geschrapt van de in het gepasseerde jaar gesloten Kiezerslijsten. En opdat niemand hiervan onwetenheid voorwende is deze afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebrui kelijk is. Schaden den 8 Maart 1859. De Burgemeester, H. R. DE MEÊR. De Secretaris. A. J. van CANTFORT. der, van de in het geposteerde jaar gesloten Kiezerslijsten, geschrapte Kiezers: Dekker (Jelte) Grootes (Jan) Kogelberg (Klaas) Koomen (Gerbraud) Koning (Jan) Overtoom (Jan) Roggeveen (Adriaan) Roosch (Gerrit) Slangen (Jac. Hendr. Wil.) Trompetter (Jacobus) De Burgemeester van Schagen. Maakt hiermede aan de belanghebbenden bekend. Dat te beginnen met den 14den Maart 1859, wederom tot nadere aankondiging, premiën zullen worden toegekend voor gedoode Wezels. Schagen den 14 Maart 1859. De Burgemeester voornoemd, H. R. DE MEÊR, zijn. Men heeft reeds meermalen gehoord van bloed-, kifc- vorschen-, en andere soorten van regen, en de wetenschap lieeft, door haar onderzoek, de gemoederen daaromtrent ge noegzaam gerustgesteld. De Norlh Brilith Mail maakt echter thans van eene nieuwa soort van regen gewag: «Eene ongehoorde zaak heeft onlangs te Torrons in de afdeeling Kiluifichem, op het eiland Muil (een der Hebriden) plaats gehad; men heeft een ontzaggelijk aantal haringen op den grond verstrooid gevonden, op een afstand van 400 el van de zee en op eene hoogte van 100 el boven de oppervlakte der zee. Het is niet mogelijk, dat zij daarheen op eene an dere wijze gekomen zijn, dan dat zij door eene hoos uit hun element opgenomen en van daar naar de plaats, waar men ze vond, overgebragt zijn". Volgens berigten, hier ontvangen, was te Haïti, na het ont- vlugten van keizer Soulouque uit de hoofdstad, het conculaats gebouw, waarin eenige van de ex-ministers eene schuilplaats hadden gezocht, gedurende drie dagen en drie nachten, door eene digte en dreigende volksmassa omgeven, welke alle uitgan gen bewaakte. In den nacht van 17 Januarij barstte er in de stad brand uit, en dit bragt de menigte op het denkbeeld, het consulaat in brand te steken en daardoor de vlugtelingen te nood zaken, zich aan haar over te leveren. Toen de Fransche zaakge lastigde, die van vermoeijenis uitgeput was, dit vernam, zond hij, met toestemming van den Engelschen consul, het verzoek aan den bevelhebber van het Britsche oorlogschip M e 1 b o u r n e, om dadelijk ter hulpe des consuls te snellen. Binnen het half uur kwamen 150 man troepen aan land, onder het bevel van den scheepsvoogd, rukteu in stilte naar het consulaat op en omgaven het, zoodat zij een muur vormden, die het te hoop geloopen volk er van afscheide. Toen de ministers der nieuwe regering dit had den vernomen, kwamen zij in vollen uniform en in galop naar de plaats en vroegen de reden van den uitgevoerden maatregel, en op het vernemen er van dankten zij den Engelschen kapt. en keurden zijne handeling goed. Daarop werd in het consulaat eene conferentie gehouden, waarin de ministers de beveiliging van dat gebouw op zich namen, en het volk bij proclamatie waar schuwden, het niet te omringen. De Engelsche troepen, die nu door soldaten der republiek werden vervangen, scheepten zich weder in, en in de beide volgende nachten ontsnapten de ex-ministers, met hulp eener vermomming. 8 Maart. Zaturdag-avond, omstreeks middernacht, had er eene botsing plaats tusschen een burger en zeven of acht grenadiers van de garde, die den eerstgenoemde mis handelden. Toen nu eenige burgers den aangevallene wilden ontzetten, ontstond er een gevecht, waarbij de militairen die buiten dienst geene wapens dragen door middel van hunne ledereu koppelriemen en daaraan gehechte sluit plaat, de tusschenkomende evenzeer wondden, als dit met hun eerste slagtoffer het geval was geweest. De politie schoot toe, maar kon zich van niet meer dan een paar militairen meester maken, welke in arrest werden gebragt. De andere soldaten waren het ontkomen, en achtten zich reeds veilig, toen zij door de politie in de caserne allen werden ontdekt, doordat de agenten op het denkbeeld waren gekomen, onder de schermutseling allen op den rug van den rooden rok een streep met krijt te trekken, terwijl ook de koppels van al diederwijze gemerkten met bloed bevlekt werden gevonden. 9 Maart. Van Dublin is het berigt ontvangen, dat de Napolitaansche ballingen heden voor den raayor te Cork zijn verschenen, en hem een adres ter hand hebben gesteld, bevattende het verhaal der gebeurtenissen, ten einde hun gedrag te regtvaardigen. Zij zijn met veel sympathie ontvan gen, en aangezien geen van hen middelen van bestaau bezat, is eene inschrijving voor hen geopend. De Times drukt den wensch uit, dat men den heer Poërio en zijne lotgenooten eene schitterende ontvangst mogt be reiden. Door hun eer te bewijzen, zou het Engelsche volk zich zelf vcreeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1859 | | pagina 1