D UITSCHLAND.
Weenen, 28 Maart. De Oesterr. Zeitung ijvert met alle
magt tegen de toelating van Sardinië tot het congres. Het
blad zegt: //Of men zal Oostenrijk aan de groene tafel niet
vertegenwoordigd zien, of men late het denkbeeld varen,
Sardinië tot het congres toe te laten. De volksstem, het
volksgevoel verzet zich tegen dit laatste".
Berlijn, 29 Maart. In het laatste kwartaal des vorigen
jaars zijn door de Pruissische postkantoren 30,854,408
brieven verzonden.
Frankfort, 29 Maart. Aan de Aug.ib. Allg. Zeitung
wordt uit Weenen gemeld, dat er dagelijks een krijgsraad
wordt gehouden, onder voorzitting des keizers. Als het tot
oorlog komt, zou men zich niet bepalen, alleen in Italië aan
te vallen, maar ook een leger naar den Rijn doen oprukken,
om aldaar eene krachtige afleiding tegen den vijand te be
werkstelligen. De opper-bevelhebbers der beide legers zou
den zijn: in Italië, de aartshertog Albrecbt; aan den Rijn,
de generaal Hess. De vloot zou door den broeder des kei
zers, den aartshertog Maximilaan, worden gecommandeerd.
ITALIË-
Turyn, 31 Maart. Volgens officiële mededeelingen uit
Savoye, is van St. Michel tot aan de spits van Mont-Cenis
alles er naar ingerigt, om 30,000 man te logeren en te can-
tonneren. Van Modane (ten Noorden van Mont-Cenis) kan,
naar men berekend heeft, een leger binnen 48 uren naar de
oevers van den Ticino worden getransporteerd.
SPANJE.
Madrid, 21 Maart. Te Barcelona heeft een moord plaats
gehad onder de afgrijselijkste omstandigheden. De moorde
naar bood zich aan in zijns broeders huis, waar hij sedert
16 jaren niet meer gekomen was, om de betaling eener schuld
te reclameren. Hij was geheel den avond beminnelijk en
RUSLAND.
St. Petersburg, 22 Maart. Als een bewijs van de toe
nemende ontwikkeling van Rusland, kan dienen, dat niet
alleen te St. Petersburg en Moskau, maar zelfs in Siberië,
tegenwoordig populaire wetenschappelijke voorlezingen wor
den gehouden.
New-York, 15 Maart. Kolonel Jozef Bond van Georgie,
een der grootste katoenplanters in het Zuiden, is 12 dezer bij
Albany vermoord, naar men denkt, als wraakneming, wegens
het doen geeselen van een zijner slaven.
BIKKEN L A N1).
Schagen, 6 April 1859.
Touias Perez y Anguita, te Madrid, namens Charles Boyd,
te Londen.
Op verzoek van de académie, de médecine heeft de mi
nister van justitie bevolen, den zwarten doctor, de Vries,
niet meer in het hospitaal toe te laten, daar het gebleken is,
dat hij niets dan een kwakzalver is. De menschen zijn het
slagtoffer geworden van het hem geschonken vertrouwen.
Men verhaalt, dat, toen baron James Rothschild graaf
Cavour bezocht, deze hem vroeg: ff Welnu, heer baron! ge
looft gij niet, dat het goed voor de zaken zou zijn, indien
ik mijn ontslag nam? De rente zou zeker 3 fr. stijgen!"
//O, heer graaf!" antwoordde de financier, //ge zijt veel
meer waard".
Toen de president van het wetgevend ligchaam vóór
het openen van de laatste zitting de kamer verzocht tot de
verdeeling van den arbeid over te gaan, riep een der gede
puteerden: Welken arbeid? wij hebben geen arbeid te doen
wij zijn toch niet tot dwangarbeid veroordeeld!" Toen dit
gisteren aan den keizer verhaald werd, zeide hij: ff Ik zal ze
tot den arbeid dwingen.
2 April. Bij de regimentsbakkerijen is men dag en
nacht bezig met het bakken van brood. De werkplaatsen
van den heer Godillot, die eeDe bestelling van tenten, on
dergoed, ransels enz. ontvangen heeft, zijn te klein voor het
aantal werklieden. Hij heeft reeds 1500 menschen boven
zijn gewoon getal aan het werk, en laat nog in de provin
ciën een groot getal aanwerven.
29 Maart Het transporteren van troepen naar Italië
duurt nog steeds voort. Tot nog toe zijn echter de reserves
niet opgeroepen, en zal men daartoe ook eerst in het uiterste
geval overgaan.
31 Maart. Gisteren hebben wederom tien batterijen
bevel ontvangen, zich marsvaardig te houden. De grensba-
taillons bevinden zich mede op weg naar Italië.
Uit St. Petersburg wordt gemeld, dat het aldaar ver
schijnende Poolsche dagblad S/oico (het woord), op verzoek
van den vorst—stedehouder van Polen, die zich met de
strekking van het blad niet kon vereenigen verboden is. Het
telde 4000 geabonneerden niettegenstaanden het nog geeue
drie maanden bestond.
31 Maart. Te Heidelberg is op nieuw een vergiftiging
met phosphorus voor gevallen. Een dienstmeisje wilde zich
namelijk het leven benemen en at kopjes van eenige doozen
lucifers, Dien ten gevolge is het arme schepsel, niettegen
staande de aangebragte hulp, na eenige dagen vreeselijk
lijden gestorven.
Uit St. Petersburg meldt men, dat de generaal Igne-
tieff den 19den Maart met een talrijk gevolg naar Peking
is vertrokken, ten einde Rusland aldaar te vertegenwoor
digen.
welgezind, maar toen hij zich verzekerd had, dat de meester
des huizes afwezig was, begon hij zich te ontdoen van zijne
schoonzuster die meer dan twintig dolksteken ontving daar
na van haar oudsten zoon, van een tweeden, dien hij dood
geloofde, en eindelijk van een zuigeling, die in de wieg lag,
welk wichtje hij met wonden overdekte. Des anderendaags
gevat, loochende hij de misdaad, zeggende, dat de gebeurte
nis hem ter oore was gekomen door het openbaar gerucht,
dat er vier dooden moesten zijn in plaats van drie. De jus
titie hem in de tegenwoordigheid zijner slagtoffers gebragt
hebbende, bleef hij onbewegelijk voor de drie lijken die on
der zijne oogen lagen, maar ontstelde zigtbaar, toen men
het derde kind zag verschijnen, dat hij dood geloofde, en
bekende zijne misdaad. De regter, hem gevraagd hebbende,
waarom hij het in de wieg liggende meisje had vermoord,
dat niet tot de familie behoorde, antwoordde hij, dit te heb
ben gedaan uit vrees, dat haar geschrei de aandacht der
buren zou hebben opgewekt, terwijl hij zijn broeder in eene
afgelegen plaats was gaan afwachten, om hem insgelijks te
dooden.
1 April. Als een staaltje der beschaving in Spanje, dee-
len de Spaansche dagbladen het volgende mede: Een rijke
molenaar, die in den omtrek algemeen benijd werd, had nu en
dan een bezoek van straatroovers te verduren. Zekeren dag, dat des
avonds weder een aanval op zijn molen plaats had, werd hij oni
nachtkwartier gevraagd door eenige afgedankte soldaten die op
weg naar huis waren. De molenaar bewilligde in hun verzoek;
zy vernachtten op den zolder, terwijl de roovers kwamen en
het geld van den molenaar opeischten. De molenaar antwoord
de, dat hy het zou gaan halen; hij ging naar boven, wekte
de soldaten, en doodde, door hen geholpen, de drie roovers,
die hij zwemmende in hun bloed liet liggen.
Daar het voorgevallene aan de overheid moest worden be
kend gemaakt, ging hij den volgenden morgen naar de woning
van den alcalde, dien hij niet te huis vond. De molenaar begaf
zicli nu naar diens plaatsvervanger, maar ook deze was niet te
vinden. Hij was nu genoodzaakt naar een derde te gaan maar
deze was almede niet te huis. Niemand wist daarenboven waar
deze drie mannen zich konden bevinden. De molenaar keerde
naar huis terug en wilde zelf de lijken begraven; hij trok hun
de maskers af, en zie, daar lagen de drie alcalden.
AMERIKA.
VERGADERING van den GEMEENTERAAD.
Zitting van 4 April 1859.
Tegenwoordig al de leden.
De vergadering door den Heer Burgemeester geopend en
voorgezeten, zijn door den Secretaris gelezen de notulen van
het verhandelde in de vorige van 7 Maart jl. en goedge
keurd. Door een der heeren raadsleden werd de aanmerking
gemaakt datin de vorige vergadering wel het besluit is
genomen tot het beroepen van een hulponderwijzer op een
tractement van ƒ350, doch niet is bepaald welke rang of
bekwaamheden hij zal behooren te bezitten, verzoekt dat
zulks staande deze vergadering nader bepaald zal worden.
De Heer Burgemeester rapporteert met de weduwe des
overleden onderwijzer P. Hoogschagen te hebben gespro
ken, over de ontruiming van het door haar nog bewoond
wordende gemeente-schoolhuis of onderwijzerswoning,
waaromtrent zij hare hoop had te kennen gegeven om
dat huis nog eenige tijd te mogen blijven bewonen, dat
zij zich dienaangaande bij adres aan den raad had gerigt,
hetwelk door den Heer Burgemeester werd ter tafel gebragt en
daartoe strekkende, dat zij in hare drukkende omstandigheden
verzoekt hetzij, door het verleenen van een jaarlijksch pen
sioen of door het tractement van den overledene (na aftrek
der kosten voor een hulponderwijzer) nog gedurende dit
jaar te haren behotve uit te betalen.
Tevens verzoekt zij het huis, thans nog door haar bewoond
tot 1 Mei 1860 te mogen blijven bewonen, waarbij zij ech
ter de verzekering voegd, indien zich voor dien tijd eene ge»