Proces-verbaal, van de Opening der Stembriefjes die
ter benoeming van één lid van de Provinciale Staten, den
5 April 1859 zijn ingeleverd in de gemeente Schagen.
schikte woning voor haar mogt voor doen, het alsdan binnen
den gestelden tijd, te zullen ontruimen.
In verband met het voorgaande werd door den Heer
voorzitter voorlezing gegeven van een aan den laad gerigt
adresdoor den onderwijzer J. H. W. Slangen daartoe
strekkende.
1. Om in het bezit der woning van den overleden on
derwijzer P. Hoogschagen te mogen worden gesteld, ofschoon
het zijne bedoeling niet is de wed. Hoogschagen daardoor
terstond in ongelegenheid te brengen, acht hij zich toch
verpligt den gemeenteraad beleefdelijk te verzoeken, daarbij
zijn belang goedgunstig te willen in het oog houden, daar
hij thans een veel hooger in prijs huis moet huren, zoodat
het betrekken der onderwijzerswoning hem onmiddelijk
voordeel zou aanbrengen.
2. verzoekt hij het stukje tuingrond naast de school
zooals dit door den onderwijzer P. Hoogschagen werd
gebruikt terstond in gebruik te mogen nemen ten einde het
te doen bearbeiden.
3. geeft hij te kennen dat de schoolbehoeften ten behoeve
der twee hoogste klassen aan den overleden onderwijzer en
hem voor gezamentlijke rekening zijn geleverd geworden,
hetwelk natuurlijk een einde neemt, zoodra het tractement
van eerstgenoemden niet meer wordt uitbetaald zoo neemt
de adressant de vrijheid den gemeenteraad voor te stellen
de aanwezige schoolbehoeften tegen eenebillijke vergoeding
over te nemen en zich verder volgens Art. 32 lett. D der
wet op het lager onderwijs, met die levering te belasten; enz.
Over well e twee adressen werd beraadslaagd, en na over
weging besloten.
1. aan de wed. Hoogschagen geen pensioen uit de gemeente
kas te verleenen zoo werd door den Heer voorzitter in
omvraag gebragt, of men die wed. het tractement haars mans
over 1859, na aftrek van het te geven tractement van een
hulponderwijzer en alle andere kosten als schoolbehoeften
enzbij wijze van gratificatie te toekennen hetwelk met
6 stemmen voor en 1 stem tegen werd aangenomen, tegen
stemde de heer, de Heer.
2. dat de onderwijzerswoning des overledenen met 1.
Mei 1859 ter beschikking vau den onderwijzer J. H. W.
Slangen zal gesteld worden.
Dat zoo indien de wed. Hoogschagen met goedvinden
van den onderwijzer Slangen langer in het genoemde huis
zoude wenschen te blijven wonen, zij daarover met de onder
wijzer Slangen moet onderhandelen als eene particuliere zaak
tusschen hun beide.
Dat tengevolge van het in bezit geving van de gratis be
woning van genoemde onderwijzers woning en tuin aan den
onderwijzer Slangen, dezen zijn onderwijzers tractement van
lo Mei 1859 zal worden teruggebragt van 900 op 850
per jaar.
Van welk genomen besluit aan de Adressanten zal worden
kennis gegeven.
Gelezen een Adres van eenige ingezetenen dezer gemeente
verzoekende dat bij de regeling van het lager onderwijs alhier
het geven van onderwijs in vreemde talen enz. aan het dagon
derwijs verbonden worde, waardoor hunne kinderen spoediger
eene zekere hoogte in die wetenschappen zouden kunnen
bereiken dan thans in die weinige avonduren het geval
kan zijn enz.over welk verzoek werd beraadslaagd en na
overweging goed gevonden en besloten, voort aan alhier het
geven van onderwijs in vreemde talen bij het geven van onder
wijs op de dagschool te verbinden tevens werd in verband hier
mede bepaald het Tractement van den te beroepen hulpon
derwijzer, aanvankelijk bepaald op ƒ350, te stellen op 400,
's jaars vervolgen, werd door den heer Cs. de Heer aan Burge
meester en Wethouders het verzoek gedaan zoodra mogelijk
een ontwerp verordening of reglement op het lager onderwijs
aan den raad voor te dragen, ten einde die gewigtige zaak zoo-
dra mogelijk bepaald geregeld worde waaraan door Burgemees
ter en Wethouders voldaan en heden over veertien dagen den
raad een ontwerp ter beoordeeling zal worden aangeboden.
De Heer Burgemeester geeft te kennen, dat door het
verzoek om ontslag door J. van Cantfort als markmeester
uit hoofde zijner onbepaalde afwezigheid uit de gemeente,
een ander marktmeester benoemd zal moeten worden, dat
zich reeds eenige personen ter vervulling dier betrekking
bij hem hebben aangemeld en tot de hergeving dier be
trekking wenschte over te gaan, doch aangezien de meer
derheid van den raad van gevoelen is om daarvan meer
publiciteit te geven werd besloten, solicitanten op te roe
pen om zich daarvoor ter secretarie dezer gemeente aan
te geven uiterlijk voor den 16den dezer maand.
De voorzitter brengt naar aanleiding van art. 182 der
gemeentewet het door Burgemeester en Weth. opgemaakt
verslag van den toestand dezer gemeente over het jaar
1858 ter tafel en den raad aangeboden, welk verslag als
van te grooten omvang zijnde om zoo ter loops te worden
voorgelezen, wordt besloten hetzelve aan de leden rond
te zenden.
De voorzitter stelt voor om alsnu tot de benoeming van
het stembureau ter verkiezing van een lid voor de Pro
vinciale Staten in dit hoofdkiesdistrict in plaats van den
Heer E. T. S. Winterberg overleden, over te gaan, waar
toe benoemd zijn de Burgemeester als voorzitter en de
Heeren D. Timmerman en Cs. de Pater als stemopnemers
en tot plaatsvervanger de Heer Cs. de Heer.
De Heer Cs. de Heer vraagt den voorzitter of het niet
raadzaam zoude zijn de kermis voor dit jaar te verzetten
in plaats van den 20 op den 27sten Junij, aangezien an
dere kermissen op gelijker tijd invallen.
De voorzitter verzoekt daarop de overige leden hunne
gedachten over die vraag tusschen nu en de volgende
Vergadering te willen laten gaad en hem alsdan hunne
gevoelens deswege mede te deelen.
Waarna de Vergadering werd gesloten.
Op heden den zesden April 1800 negen en vijftig in de
gemeente Schagen door het bureau van stemopneming in de
ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal plaatsgenomen,
des morgens ten negen ure.
Het bureau is zameugesteld uit den Heer H. R. de Meer
voorzitter, en de Heeren D. Timmerman en C. de Pater le
den van den gemeenteraad, stemopnemers.
De voorzitter plaatst op de tafel de stembussen bij hem
den 5 en 6 April 1859, overgebragt uit deze gemeente, en
de overige uit het kiesdistrict Schagenbehalve die van het
onder-kiesdistrict Schoort.
De zegels der bussen worden onderzocht en bevonden
ongeschonden te zijn.
De bussen worden geopend en bevonden 379 stembriefjes
te bevatten.
Dit getal met de lijst der kiezers, die brieljes hebben in
geleverd vergeleken zijnde is gebleken te zijn één meer dan
het aantal dier kiezers.
Nadat deze briefjes zijn ondereengemengd, worden zij
door den voorzitter een voor een geopend en overluid
voorgelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard geene, terwijl
een in blanco bevonden is.
Het getal der geldige uitgebragte stemmen is mitsdien
geweest 378
Zoo dat het getal van 190 stemmen de volstrekte meerder
heid is.
Van dit getal zijn stemmen uitgebra^t op:
P. Hulst 123; Mr. J. van Hengel' 79; C. Muller Cz. 39;
Jhr. Mr. J. H. van Foreest 38; S. C. S. Holland 25; Corns.
de Heer 16; W. Vader 13; J. C. de Leeuw 11; H. Komen
10; H. R. de Meer 8; H. Waijboer 8; D. Timmerman 3;
H. Over 2; Aghina 2; J. Spaans Jr. 1.
Hebben alzoo de meeste stemmen verkregen
De heeren Philippus Hulst Notaris te Zuidscharwoude en
Mr. Jacobus van Hengel, Burgemeester te Wieringen.
Terwijl het achterblijven van de Stembus uit het on
derkiesdistrict Schoort, aangezien dat onder-kiesdistiet, niet
meer dan drie en dertig kiezers telt, op de stemming niet
van invloed heeft kunnen zijn.
Zoodat er eene herstemming tusschen de voornoemde hee
ren Philippus Hulst en Mr. Jacobus van Heugel, zal be-
hooren plaats te hebben en dat van die personen de in Art.
104 der kieswet, bedoelde lijst is opgemaakt.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes, door de
in de pal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebragt.
En is na afloop van dit een en ander proces—verbaal
opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen die zich in de
zaal bevonden.
Gedaan te Schagen, den 6 April 1859.
H. R. de Meer Voorzitter.
D. Timmerman, C. de Pater, Stemopnemers.
De berigten, welke men omtrent den staat der gewas
sen uit het Westland ontvangt, zijn allergunstigt. De aard
appelen komen op het open veld reeds te voorschijn, en de
perzikboomen staan allerwege in vollen bloei, terwijl de
voordeelige stand der graangewassen een rijken oogst
voorspelt. (/j.
W anneer men zich zoo schrijft men nit Veendam
van den 25sten dezerthans landwaarts begeeft, dan zou
men wanen, reeds in de maand Mei te zijn, zoo voordeelig
staan de rogge,, het koolzaad en de weilanden; zij staan
reeds beter dan het vorige jaar in die maand; ook de turn-