(I)erdc Jaargang.)
85. &L0 A°. 1859.
ALGEMEEN NIEÜWS-, ADVER- ÉLTENTIE- EN LANDBOUWBLAD.
DONDERDAG 12 MEI.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
II KIK IOT.
Aan onze fteaclile lezers, dat van af he
den Advertentien wegens Geboorte, Hu
welijk of Overlijdenin dit blad zullen
kunnen worden geplaatst, tegen 50 Cts.
behalve de 35 Cts. zegelregt.
KENNISGEVING-
BEKENDMAKING-
2 Reindert Ruiter.
SCHA6ER f COURANT.
üscnuAmm'jsfinjs rxin i/jna BiiUHiJH:
Voor Schagenf l.OO-
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Brleren Franco.
palas XJÜ m rmaimao
Van een tot vijf regelsf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
Huwelijks-, Geboorte- en Doodberigten 0 50.
De 3ó cents zegelregt niet medegerekend.
Groote Letters naar de ruimte die sij beslaan.
Schutterij.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
Gezien de Wet op de Schutterijen van den 11 April 1827
(Staatsblad 6);
Roepen bij deze op, om zich voor de Schutterlijke dienst
te doen inschrijven:
1°. Alle ingezetenen, die op den 11 Januarij 1859, hun
25"* jaar zijn ingetreden, en alzoo in het jaar 1834 gebo
ren zijn:
2o. De zoodanigen, die, schoon bevorens in andere ge
meenten ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige
jaar binnen deze gemeente zijn komen wonen; en
3°. Vreemdelingen, die sedert de inschrijving van het
vorige jaar in de termen gevallen zijn, om als Ingezetenen
te worden beschouwd:
En zulks op Dingsdag den 17 Mei dezes jaars des voor
middags van 10 tot 2 nre, op het Kaadhuis.
Een ieder, ook zoo hij verneemt tot de vrijgestelden of
uitgestotenen te behooren, is verpligt zich te doen inschrij
ven.
Voor Ingezetenen worden ten deze gehoudpn:
a. Alle Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf hou
dende;
b. Alle Vreemdelingen, alhier woonachtig, die hun voor
nemen, om zich binnen het Rijk te vestigen, zullen hebben
aan den dag gelegd. De tijdelijke uitoefening van eenig
telrijf of handel in ondergeschikte betrekking, als leerling,
kn°cht, enz., kan op zich zelve niet beschouwd worden als
bewijs van dat voornemen.
Zij die in meer dan ééne gemeente hun verblijf houden,
zijn verpligt zich te dopn inschrijven binnen die gemeente,
alwaar eenen dienstdoende Schutterij aanwezig is; bijaldien
in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende of alleen
rustende Schutterijen bestaan, zullen zij zich doen inschrij
ven in de gemeente, waar zij voor de Personele belasting zijn
aangeslagen, en de ambtenaren en geëmployeerden in die
gemeente, waar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te
houden of hunne woonplaats te vestigen, of zoo deswege
geene bepaling bestaat, even als de klerken, kantoorbedien
den of dergelijken, zoo als ook alle werklieden, in die ge
meente, waar zij, overeenkomstig de bepalingen van art. 74
en volgende van het Burgerlijk wetboek, geacht moeten wor
den hnnne woonplaats te hebben.
Die van hnnne ouderdom geen voldoend bewijs g^^n,
zijnde een uitstreksel hunner geboorteacte, hetwelk gratis
verkrijgbaar is, zullen door het gemeentebestuur worden
ingeschreven naar deszelfs oordeel, onverminderd de bevoegd
heid van den ingeschrevene, om van zijnen juisten ouderdom
nader te doen blijken.
De registers ter inschrijving zullen op den 15 Mei geopend
en op den l Junij daaraanvolgende worden gesloten; en allen,
die bevouden worden zich alsdan niet te doen inschrijven,
zullen, volgens art. 9 der wet, door het gemeentebestuur
ambtshalve worden ingeschreven en door den Schuttersraad
tot eene geldboete worden verwezen, terwijl zij daarenboven,
zonder loting, zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken,
dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene redenen tot
uitsluiting of vrijstelling ten hunnen behoeve bestonden.
Een ieder wordt vooral aangemaand om zich tijdig van
een uittreksel zijner geboorteacte te voorzien en zich alzoo
van zijnen juisten ouderdom te verzekeren, ten einde de in
schrijving naar behooren geschiede en hij niet vervalle in de
straf bij de wet bepaald.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
te doen binnen deze gemeente gebruikelijk is.
Schagen den 2 jfei 1859.
Burgemeester en Wethouders voornoem d:
Be Burgemeester
II R de MEÊR.
Be Secretaris
A. J. van CANTEORT.
Burgemeester eu Wethouders der Gemeente Schagen.
Gezien de Dispositie van Zijne Excellentie, den heer
Commissaris des Konings in Noord-Holland van den 20sten
April 1859 V» in' (Provinciaal Blad 34).
Gelet op onderscheidene bepalingen der Wetten op het
regt van patent en op de Personeele belasting.
Brengen door deze ter kennis van de Ingezetenen dezer
Gemeente,
1. Dat de uitreiking van de Beschrijvingsbilletten betrek
kelijk de belasting op het personeel, zal aanvangen op den
6den Mei aanstaande;
2. Dat, overeenkomstig 2 van art. 29 der wet op de
personeele belasting, benoemd zijn om als tegenschatters
van de zijde der belastingschuldigen te dienen, ingeval van
herziening, achtervolgens het bepaalde bij art. 32 2 der
wet, van het aangegeven bedrag der huurwaarde of aantal
deuren en vensters of haardsteden, de heeren
1 Klaas Kant.
3. Dat de uitgifte van de verklaringen van aangifte voor
het regt van patent zal aanvangen op den 6den Mei aan
staande, en dat de weder bijeen verzameling dier verklarin
gen op den 20sten Mei daaraanvolgende zal moeten afge-
loopen zijn; een en ander intusschen met uitzonderin? van
de patentpligtigen vermeld onder ,1® 87 tot 40 van Taliel
14 (Tappers enz.) aan welke de bedoelde verklaringen,
welke binuen drie dagen na de uitreiking zullen worden
opgehaald, afzonderlijk en onverwijld bij den aanvang des
dienstjaars zullen afgegeven worden.
4. Dat zij die bij de uitreiking of terughaling van verkla
ringen betrekkelijk het patentregt, mogten overgeslagen zijn,
zich daarop niet zullen kunnen beroepen, maar integendeel
verpligt zijn zorg te dragen, dat de vereischte en behoorlijk
ingevulde verklaringen door hen worden iugediend; hetwelk
zal behooren te geschieden, ten kantore van deu Ontvanger
van 's Rijks Directe Belastingen waartoe de Gemeente be
hoort, onverwijld nadat den uitersten dag voor de terugha
ling der verklaringen zal verstreken en dus van de om
standigheid van vergeteöe uitreiking of wederophaliug zal
gebleken zijn, aan welk kantoor tevens de vereischte billet-
ten kuunen worden verkregen.
5. Dat de dag waarop de patentpligtigen vermeld in
37 tot 40 van Tabel 14 (tappers enz.) ter aflialiug gereed
zullen zijn, nader en in tijds zal worden aangekondigd,
doch dat deze patenten, ingevolge art. 2 der wet van 24
April 1843 (Staatsblad 16) niet mogen uitgereikt en de
bedoelde patentpligtigen (tappers enz.) deze hunne beroepen
niet mogen uitoefenen alvorens hunnen verschuldigden
aanslag wegens het patentregt dier beroepen, over het vorig