DUITSCHLAND.
Weenen, 4 Julij. Aartshertogin Sophie heeft aan de
soldaten in Italië 221,000 cigaren toegezonden.
Frankfort, 5 Julij. De volks-humor in Opper-Zwaben
noemt de groote hoeveelheden kruid, die naar Mainz en Ulm
getransporteerd worden, het strooizand op den diplomati-
schen inkt.
Berlijn, 8 Julij. De Pruissisehe regering heeft aan vorst
"Windischgratz te kennen gegeven, dat zij, als niet met
frankrijk in oorlog zijnde, niet kon toestemmen in de door
Oostenrijk verlangde militaire maatregelen langs den Rijn.
BELGIË.
Brussel, 4 Julij. Gisteren avond had er tusschen den
kapitein de S. en den heer d' O.een handelaar, alhier een
gesprek plaats, bij welke gelegenheid laatstgenoemde gezegd
heeft, dat de Frauschen meer dapperheid bezaten dan de
Belgen. De heer de S.oud-ordonnance officier, bevond
zich ten gevolge daarvan heden nacht ten 2 ure nabij de
Place de la Monnaie, en trok plotseling een degenstok,
waarmede hij den heer d' O. verscheidene steken in de na
bijheid van het hart toebragt. De heer de S.die in bur-
gerkleeding was, werd gearresteerd op het geschreeuw van
moord! en in verzekerde bewaring gehouden tot den vol
genden dag. Het gerucht loopt op dezen oogenblik, dat de
heer d' O. aan de gevolgen zijner wonden is overleden.
ITALIË.
Turijn, 5 Junij. Uit Yolta wordt geschreven, dat keizer
Frans Joseph, bij de overhaaste vlugt van zijn leger op den
24sten, een oogenblik in zulk een gedrang was, dat hij zich
niet anders een doortogt kon verschaffen, dan door de vlug
telingen met het plat van zijn sabel weg te slaan, en zelfs
door pistoolschoten op hen te lossen.
ZWITSERLAND.
Bern, 6 Julij. Men meldt uit Chur, dat eene gisteren
avond van Bormio te Tirano aangekomen estaffette heeft
berigt, dat een corps Tyroler jagers, 3000 a 3500 man sterk,
Valteline bedreigde, doch door eenige kolonnes der corpsen
van Garibaldi en Cialdiui van Bormio tot aan de eerste
verschansing bij de Stelvio werd teruggedreven. De Oosten
rijkers leden daarbij aanzienlijke verliezen. Het corps van
Garibaldi telde 10 ernstig gewonden, dat van Cialdini 3
dooden en 4 gekwetsten.
BI N N EIVL A N 1).
Schagen, 13 Julij 1859.
's Gravenhage, 7 Julij. Aan H. M. de Koningin zijn
uit Napels toegezonden, onderscheidene gegalvaniseerde mo
dellen van vazen, te Herculanum en Pompei opgegraven.
Leeuwarden, 5 Julij. Gisteren is voor het Prov. Ge.
regtshof van Friesland eene zaak ter behandeling gebragt,
4 Wel mijnheer, indien dat u zoo veel genoegen doet. dan
zal ik tl bij de eerste gelegenheid weder een vaandel schenken
8 Julij. De dépêche van den wapenstilstand is Don
derdag namiddag ten 4 ure te St. Cloud door de keizerin
ontvangen. Zij moet zeer verheugd zijn geweest over deze
tijding. Men berigt, dat hoewel zij steeds moedig en vast
beraden het tijdelijk bestuur des lands leidt, haren slaap
door vreeselijke ongerustheid gestoord is.
In een brief van een staf-officier leest men de volgende
beschrijving van den storm die gedurende den slag bij Solferino
heeft gewoed:
„Tegen f> uur zijn de Oostenrijkers ons eenigermate ontsnapt
ten gevolge van den vreesselijksten orkaan dien ik ooit beleefd
heb. Er was veel stof, en dit was voor ons zeer gemakkelijk om
de bewegingen van den vijand te volgen, maar eensklaps ver
duisterde de horizont achter ons, en bereikte ons een dikke wolk
van stof, gedreven door een vreesselijke wind, die keisteenen, zoo
groot als een noot, opwoei, welke ons eene duivelsche pijn deden.
Men kon geen drie pas ver zien. Om te paard te blijven, moest
ik mij aan het zadel vasthouden. De boomen vlogen in stuk
ken. Van weerzijden moest men het gevecht staken.
„Het was een treffend schouwspel: te midden van lijken,
die den grond bedekten omgeven door een dikke en roode
wolk, zag men de paarden krampachtig op de pooten staan
en de ooren in den nek leggen. Het kanon zweeg; men
hoorde slechts het woeden van den storm. Daarna kwam
een stortregen, die met hetzelfde geweld voortgejaagd werd.
„Na verloop van een half- uur bedaarde de natuur; maar
de donder rolde met een ontzaggelijk geweld. Men begon we
der te onderscheiden. Terstond voegde het kanon zijn gebulder
bij dat van het onweder. Het was een verschrikkelijk schouw
spel die woede der menschen zich vereenigende met de woedende
elementen. Gelukkig was de wind in de rigting der Oosten
rijkers. Zij hebben van dat onweder gebruikt gemaakt om
terug te keeren en naar de Mincio te vlugten. In de berg
achtige gedeelten hebben zij echter onzen aanval blijven beant
woorden, om hunnen terugtogt te dekken."
9 Julij. De Monileur meldt:
De Wapenstilstand is gisteren te Yillafranca ge
sloten tusschen maarschalk Vaillant en generaal Hess. De
term ij n is gesteld tot den 15den Augustus.
Er is bepaald, dat koopvaardijschepen, zonderonderscheid
van vlag, zich vrijelijk in de Adriatische zee zullen kunnen
bewegen.
Men meldt uit St. Petersburg dat in de fabriekstad
Twer den 1 Oden Junij jl. een verschrikkelijke brand heeft
gewoed; de schade wordt op ruim een millioen z. r. geschat.
Ook wordt er melding gemaakt van groote boschbranden
aan den linkeroever der Wolga (district Ssemenow, gouver
nement Nishnv Nowgorod), welke reeds eenige dagen duren
en voortdurend in uitgestrektheid toenemen.
Uit Yaleggio wordt gemeld, dat den 24stcn Junij
's avonds, een vlugteling van het Oostenrijksche leger in
een huis aldaar zijne toevlugt nam, van vermoeiheid op den
grond nederzeeg en in tranen uitbarstte; hij was doornat en
met stof bedekt. Deze hardlooper was niemand anders, dan
de hertog van Modena, die, even als twee zonen van den
groothertog van Toscane, het gevecht had bijgewoond. Kei
zer Frans Joseph had hen uitgenoodigd om zijn triomph
bij te wonen, doch heeft hen op eene nederlaag getracteerd.
Vele Gritksche jongelingen hebben dienst genomen
bij het Piëmontesche leger. Zij zijn te Genua aangekomen
en begeven zich naar Milaan; onder hen bevindt zich de
kleinzoon van Marco Bozzari. De meeste zijn studenten en
ingenieurs, doch men telt er ook officieren en zelfs een ka
pitein ter zee onder.
Particuliere berigten uit Milaan van den 4den melden,
dat de eerste kanonneerbooten reeds te Dessenzano te water
zijn gelaten; zij zijn bestemd om de Oostenrijksche stoom-
booten aan te vallen, die ammunitie eit levensmiddelen naar
Mantua overbrengen. Een aanhoudend artillerievuur bestookt
onze werklieden, maar de kogels vallen op meer dan 100 el
afstands van onze batterijen.
Onlangs heeft men met verbazing vernomen, dat de
stad Groningen ongeveer f14,000 pacht trekt van de vuil
nis, tot groot voordeel tevens van den landbouw der veen
koloniën, werwaarts zij grootendeels vervoerd wordt. Het
geen de stad Antwerpen daarvan maakt, is nog vrij wat
aanzienlijker, zelfs hare grootere bevolking in aanmerking
enomen. Vroeger betaalde zij namelijk jaarlijks niet minder
an f12,000 om het vuilnis weggeruimd te krijgen, en
thans ontvangt zij daarvoor omstreeks f 480,000.
Op 1 dezer zijn door de helmduikers uit het wrak der
Latine geborgen, 57 Spaansche matten en een gouden
doubloen.
In de handelingen der provinciale staten van Noord-
Holland op Woendag den 6 Julij 1859, over het onderzoek
der geloofsbrieven en de toelating van de heer Siemers, wordt
na eenige deliberatien door de heeren Heemskerk en Jolles
over de onregelmatigheid gepleegd bij het overbrengen der
stembus en over den invloed hiervan op de verkiezingbij
stemming met 33 tegen 22 stemmen, besloten den heer Sie
mers ter vergadering toe te laten, en alzoo gehandeld.
Overeenkomstig de conclusie van het rapport wordt
besloten, den heer P. Hulst niet als lid toe te laten, aan
gezien er verschil heeft bestaan met het getal der in de bus
gevonden briefjes en het getal kiezers.
Zoodat er vrije verkiezing zal plaats hebben voor een lid
der provinciale staten van Noord-Holland.
Het Staatsblad 7 6 bevat het besluit van den 4den
Julij 1859, houdende bepaling, dat met den lOden dezer
de gemeente Schokland zal ophouden te bestaan.
Te Rhenen had gisteren een treffend onheil plaats.
Drie jongelingen, van 21, 17 en 13 jaren, zonen en kost
winners hunner moeder, onlangs weduwe geworden, zich he
den morgen in de rivier den Rijn willende baden, werden
door den snelvlietenden stroom medegesleept, met het nood-
lottig gevolg, dat de beide oudsten hun graf in het water
vonden, terwijl de jongste zich heeft weten te redden. De
ongelukkige weduwe blijft thans met vijf onverzorgde kin
deren achter. De lijken zijn tot heden niet opgevischt.
8 Julij. Te Parijs is voor Z. K. H. den Prins van
Oranje eene gutta-percha rijzweep vervaardigd met gouden
knop, waarin zich een horologie bevindt, ter grootte van een
25centsstuk Het deksel van den knop, dat met eene spring
veer geopend wordt bestaat uit een kroontje. Het geheel is
allersierlijkst bewerkt.