KIEZERS!
Extra Eraaijc
Bloembollen.
Levend VEEHOOIMEST,
RIJ- en VAARTUIGEN,
BOEREN- en BOUWGEREEDSCHAPPEN, en
MEUBELEN, HUISRAAD en INBOEDEL.
Jonklir. W. F. ALEWIJN.
Verkrijgbaar bij W. A. HAZEU te Schagen.
Wien de Schoen past,
trekt haar aan.
te brengen ter zijner verdediging, en moest zich gevolgclijk
bepalen tot algemeene bedenkingen.
Maar nu nam opgemelde Petit zelf het woord, en sprak
voor de vuist, deze even opmerkelijke als naïve rede uit,
„Mijne Heeren? Eene kwaade hebbelijkheid verleidde mij
„tot stelen, en ik werd lot de galeijen verwezen. Vijf malen
„ben ik uit het B a g n o s ontsnapt, en gedwongen geworden*
„te vlugten en te stelen, om te leven, gevolgeHjk rest mij geene
„andere toevlugt dan de menschelijkheid. Ik ben gelijk aan
„een armen haas, waarop ieder jagt maakt. Ik word vervolgd
„door dertien brigades Gendarmerie. Maar zal men zeggen,
„gij kondt het land verlaten hebben en naar Amerika gegaan
„zijn. Daartoe behoort geld Mijne Heerti». Gij kondt Uecte-
„len. Ach! om te bedelen, draag ik hel hart te hoog. Wat
„betreft het werken voor mijn bestaan, (want, zonder mij te
„beroemen, ik ben een bekwaam slotemaker) nooit zoude ik
„het huis van een eerlijk burger kunnen betreden; en, zoo ik
„daarin als geslaagd ware, ik bente zeer bekend; gevolgelijk
„zou iemand, die een slot of sleutel kwam bestellen, terstond
„gezegd hehben:
„Houdt den dief! 't Is de ellendeling Petit? en
„op staanden voet ware ik, als een bloodaard, gevat in een winkel.
„Gij ziet dus, dat dit onmogelijk was. Maar, Mijne Heeren! wie
„weet, of het berouw niet in mijn hart is getreden?
„Indien men mij mijne vrijheid schonk, zou men kunnen zien,
„of ik mij niet als een eerlijk man zou gedragen. Want, Mijne
„Heeren! ik bezit talenten; ik spreek zeven talen, en ik schrijf er
„vijf; dit tot narlgt Voor de liefhebbers. Dat men mij dan in vrij
heid stelle, en lk zal arbeideni maar, zoo men mij naar het B a g-
„n o s zendt, daar kan ik niet blijven, volstrekt niet; gevolgelijk
„zal ik nog maals ontsnappen: want; M. H! de wet voor mij is
„dezelfde als die voor anderen, en men kan mij trouwens niet
„anders dan hen behandelen."
Petit werd veroordeeld tot het brandmerk en ecuwigdurenden
of liever levenslangen dwangarbeid.
„Zeer wel Mijnheer de President!" zeide hij, toen men hem
henenleidde: „Gij hebt mij brood gegeven; maar zoudt ge mij
„wel willen vergunnen, om fri cit (een fleeschgeregt) te vragen?"
Zijne meening was, dat er eene Colecte voor hem zou gedaan
worden in de zaal; maar dit verzoek werd gewezen van de hand.
A. d. H. te D.
MENGELWERK.
lu «le nabijheid van Zermalt in Zwitserland had eenigedagen ge
leden, een treffend ongeluk plaata. Een Russisch edelman, met na
me Eduard de Grolte, verliet des morgens het Riffelberg Hftlel, om
den bergpas van den Weistthor ever te trekken. Hij was een schoon,
krachtig man van meer dan zes voet lang, met eene fiere, verme
tele uitdrukking in den blik. Hij had geen Alpenstok (een onmisbaar
voorwerp op tulk een logt) en wees hardnekkig het aanbod af van den
kastelein die er hem eeu wilde verschaffen. Hij vertrok in gezelschap
van twee gidsen uit Zermatt, kwam behouden over de beide passen
van den Weistthor en Monte floro en bereikte tegen den avond
Matmark, een dorp in de vallei van Saas. Hij scheen een onbepaald
Vertrouwen te voeden op zijne phvsieke krachten en de moegelijk-
heden en gevaren te verachten, die gewoonlijk aan een togt in de
hoogere kringen der Alpen verbonden zijn.
Ben volgenden morgen verliet hij Matmark met zijne beide gid-
"sen. He dise wandelaar# hadden zich met een touw aan elkander
vastgemaakt, <len reiziger in het midden. Het touw was om diens
Hl* gewonden, maar niet eveneens om het midden der gidsen, aan
wier linkerarm het alleen met een lossen knoop bevestigd was. Op
Uete wijze kwamen zij behouden over het grootste gedeelte van den
letscher en zouden binnen weinige minuten het einde daarvan be
reikt hehben, toen zij een breed aneeuwpad bereikten, hetwelk de
gidsen, volgens hunne eigene verzekering, voorstelden om te loopen,
tervrtjl de reiziger er bepaald op aandrong het over te steken. De
eerste »><t» Wreikte veilig de overzijde. Ite reiziger volgde hem
maar toen hij het midden had bereikt, zakte de sneeuw onderzijn»
voeten weg en verdween hy in de bedekte bergspleet. Daar hij geen
j j i IJ llj° niet op de gebruikelijke wijze breken
en daardoor werd zijne geheele zwaarte wet een plotselingen schok
op hel touw geworpen, hetwelk onmiddetijk ter wederzijde van de
7i!! afkr*k> w«>'iu de ongelukkige dien teu gevolge neder-
stortle. Men hoorde hem om hulp schreeuwen, doch die de. gidsen
buiten staat waren hem te verschaffen. Hij scheen ongeveer 60 voe
ten van den top »f te zijn, tusschen de kanten der bergspleet in<*c-
sloten en zij hadden geen ander touw dan de beide einden van het
afgebrokene, waarom zy besloten dat een van hen. twee uren ver,
aaar d® "aa,lb,J chalet gaan zou, om touw te halen. De
ÏSt.v'Sse .t °n,T,,,6dus -t uren lang geene hulp, gedurende
tnMnra 11 telkens den achtergebleven gids, die boven hem stond,
toespraak; hy verkeerde, ze.de hij, in eene hangende houding, met
verW '\er dan en ateed« dieper wegzinkende. Na
verloop van 3 uren hadden de aandrang van bloed naar het hoofd
en -de snerpende tonde hem zeer verzwakt; hij sprak weini- meer
met"m"id h f"' Vr00r £indeliik keerde de andere gids
v^ten tei^nv,W h "J ',eLen hLel ,onw lakken' maal- het «as
hem te bereiken. Schier ongeloofelijk, maar
watr I.het flat men nu verder niets beproefde, maar mannen om meer
Drel1 o" 1,se™d Zermatt zond. zoodat de ongelukkige
een Dnodi 7*, °T.ea.meeT in i.i«Revangeni» dooi te bren
gen. Doodangslen had hy uitgestaan, want het smelten van het ijs
W maaTT, 'T 1J?c,?aam9. had gedurig lager doen zin
ÉL™? d,e levens-warmte verdween, verkreeg de kou
vroor Teh'™6 "odat hij tusschen de ijshallen ,n-
van het vi/fde^ .m on'?edre",_aanka«-e wijze omklemden. Na verloop
koorden nii y «I. *Uerf hy. Te middernacht kwamen er meeV
voelen^ opgehaalde® T Uit eene a
onderzoek Instellen ~Uir.to.ten overgeleverd die een
AnVEBTElTlEI.
Men is van meening om op
Dingsdagden 20 September 1859,
in"de Herberg „het Vergulde Anker", te KALVERDIJK
gemeente Ilaringcarspelin het openbaar, te verkoopen.
des voormiddags ten tien ure:
i JËi Een HUIS, genaamd „het Vergulde
Üi Anke r", ingerigt tot HERBERG en
BROODBAKKERIJ, met Erf en Wf.rf, te Kal-
verdijk, gemeente Haringcarspelaan den Heeren-
weg; kadaster Sectie A, Nos. 224 en 596ter grootte
van 15 Roeden.
en
Twee perceelen WEILAND, te zamen groot 2
Bunders 35 Roeden 10 Ellen gelegen onder Haring
carspel, Sectie A Nos. 220, 221 222 en 310,
des namiddags ten een ure:
Breeder bij billellen omschreven, nadere informali'én
zijn te bekomen ten Kantore van den Notaris Abr. P.
de LANGE, te Schoorldam. (331)
en
Hoe is het mogelijk dat Gij in de Gemeente Schagen, geen
geschikt lid voor den Raad kunt vinden?
Hoe kunt Gij met uwe keuze ronddwalen tusschen winke
liers, bakkers, enz. en zulke neringdoende personen, als on
afhankelijk beschouwen? vermits Gij toch lieden kunt vin
den, die niet alleen, wat het financiële betreft, maar ook in
andere opzigten, als volkomen onafhankelijk te beschouwen
zijn, die hun vermogen even goed in eene andere Gemeente
kunnen verteeren en die alleen door hun verblijf alhier too-
nen voor Schagen eene zekere voorliefde te hebben waarom
Kiezers niet zoodanig iemand gekozen (334)
Waarom aarzelt gij uwe stern uit te brengen op:
Eenige Kiezers.
Als vele soorten van HYACINTEN, TULPEN,
NARCISSEN enz. tegen billijke prijzen zeer geschilt
tot versiering van KAMERS en TUINEN. (333)
Men verspreidt thans alhier
dat de Ondergeteekende hij her
haling, ten gevolge van huisselijke twist, zijne vrouw mis
handelt, in weerwil er in, zijne woning nog nimmer een1?
ongenoegen heeft plaats gehad, en noodigt alzoo een ieder
uit het tegendeel te bewijzen. Dien laster moede waar
schuwt hij een ieder die zich daaraan schuldig maakt, voor
de gevolgendaar hen bij ontdekking niets zal verhinderen,
de hulp des bevoegden regters in te roepen; dit strekke tot
waarschuwing van hen die met vernielende kracht, het geluk
van zijn gezin zoeken te gronde te brengen. Zij dieinforma-
tien begeeren omtrent de wijze waarop hij zijne vrouw be
handelt, adresseren zich tot zijne buren die gewoon zijn de
wauden zijner woning te beluisteren. (332)
Schagen, den 7 September 1859. G. 0. B00GH-
Drukkerij ran 1'. J. G. D1DEIUCH le Schaffen-