FRANKRIJK. Parijs, 30 Jan. De keizer heeft bevolen, dat 41,000 man, die door het eindigen van hun diensttijd zouden gepaspor- teerd worden, voorloopig nog onder de wapenen worden gehouden. Park kunt gij dagelijks een grijsaard aan een der kruiswegen het voetpad zien vegen. Er is niets bijzonders aan hem te zien maar de gehcele buurt weet, dat hij nooit meer dan een halve penny voor een aalmoes aanneemt. Geeft iemand hem meer, dan geeft hij hem alles terug wat boven de halve penny gaat. Dit baart natuurlijk opzien. Wie eenmaal geld van den grijsaard terug gekregen heeft, maakt zijne vrienden zeker op dezen zonder lingen man opmerkzaam. Ziet gij den grijsaard met den bezem, beproef het eens, geef hem een shilling en gij zult zien, dat hij u alles terug geeft op een halve penny na. De vriend beproeft het en vindt alles bevestigd wat men hem verhaald heeft. De een zegt het den ander, in het kort de man geniet een uitgebreide klandi- sie,deze man ben ik zelf. Voor vele jaren ging het mij zeer slecht, zoo slecht, dat ik moest besluiten, ten einde niet van honger om te komen, straatveger en bedelaar te worden. Toen nam ik mijn toe- vlugt tot deze kunstgreep en dit gelukte zoo volkomen, dat ik met behulp van voordeelige kapitaal-beleggingen mij eindelijk al de ge makken kon verschaffen, die gij heden in mijn huis ziet. Maar dit is het merkwaardigste, dat de oude gewoonte mij nog beheerscht. Dagelijks sluip ik in het geheim uit mijn huis, trek in eene daar voor opzettelijk gehuurde kamer mijne bedelaarskleederen aan en ga naar het park, om mijne oude affaire waar te nemen, gelijk vroe ger tot op een bepaald uur des namiddags, als wanneer ik naar hun terugkeer, om het middagmaal te gebruiken. Ik ben thans een ver mogend man, maar ik kan die gewoonte niet afleggen. 31 Jan. Om zich een denkbeeld te vormen, in welke verhandeling de waarde van den grondeigendom binnen een tijdsverloop van 70 jaren te Parijs geklommen is, deelt men mede, dat een hotel, in de straat Caumartin, tijdens het di rectoire, met den tuin voor 80,000 fres., tijdens de restau ratie voor 500,000 fr. en dezer dagen voor 2,500,000 fr. verkocht is. Te Formel, in het Zuiden van Frankrijk, is kort gele den een beambte, die niet alleen 1800 francs jaarlijks als salaris ontving, maar bovendien nog eene rente van 20,000 fres. uit eigen vermogen genoot, van honger en kommer ge storven. Hij was zoo gierig, dat hij zijn hoed, om dien niet te slijten niet op zijn hoofd, maar op een zijner vingers droeg, en steeds op zijn bureau zijn pantalon uittrok, om dien door het zitten niet kaal te schuren. Eenige dagen geleden zat een heer en eene dame des avonds in een omnibus. De heer scheen door de schoonheid der dame getroffen te zijn en wierp allerlei verliefde blikken op haar. Eensklaps ging hij naast haar zitten, en daar de dame niet op zijne liefde gesteld en bevreesd was, dat hij zijne vrijpostigheid wat te ver mogt drijven, daar zij reeds bemerkt had, dat hij een paar maal hare japon had aange raakt, liet zij den conducteur ophouden en verliet het rij tuig. Bevreesd zijnde voor verdere vervolgingen van den heer, trad zij den winkel van een banketbakker in en ge bruikte daar eeuige ververschingen. Toen zij zou vertrekken en wilde betalen, was hare beurs, waarin ongeveer vijftig francs waren verdwenen en moest zij tot de overtuiging ko men, dat de verliefdheid van den heer minder haar persoon, dan wel hare beurs had gegolden; dit tvcnwel echter nog niet voor zeker kunnende aannemen, zocht zij overal, of de beurs ook in de voering mogt zijn gevallen, doch vond niets. Bij het uithalen der zak echter viel er een ring met een dia mant uit, dien zij aan de hand van den heer had gezien en die hij, met het uithalen van de beurs, waarschijnlijk van den vinger had verloren. Een juwelier heeft dien op 1500 fres. geschat. De dame was dus minder bestolen, dan de ver liefde zakkerolder. 1 Febr. De godsdienstbeweging wordt dagelijks min der. De geestelijkheid is op verre na zoo eensgezind niet meer om het der regering lastig te maken, en zelfs heeft een der bisschoppen van Bretagne een brief aan den keizer geschre ven, waarin hij zijn leedwezen uitdrukt, over de onverstan dige handelwijze van velen zijner ambtgenooten. Dezelfde bisschop zou zijnen ondergeschikten verboden hebben, adres sen aan den paus te zenden, indien deze vijandige uitdruk kingen tegen de Fransche regering bevatten. Er loopt eer. gerucht, dat de keizer van plan is de Jezuïten uit Frankrijk te verdrijven. Dr. Lescarbant. sterrekundige te Orgèrcs, was onge veer acht dagen geleden op een diner bij den heer Le Verrier te Parijs verzocht. Op het dessert, nadat er verscheidene toasten te zijner eere waren gedronken, vraagde de heer Le Verrier hem, welke belooning hem wel het aangenaamst zou zijn, wegens zijne belangrijke ontdekking op het gebied der sterrekunde. De nederige geleerde antwoordde hierop: r/Ik zou zoo gaarne het observatoire bezoeken!" De heer Hermann, consul te Tripoli, heeft aan de fa milie van Dr. Vogel, berigt dat deze ongelukkige reiziger is vermoord, zoodra hij in het landschap Wadaij was geko men. Hij heeft dit berigt van den Sultan van Bornu ontvangen, en er kan dus geen twijfel meer bestaan. In den loop der vorige week heeft de justitie in de omstreken van Nièvre eene ontdekking gedaan, waardoor ongetwijfeld eene reeks van misdaden aan het licht zal wor den gebragt. In de nabijheid van het dorpje Celle-sur-Loiro en, tns- schen Nuevy-sur-Loiro en Cosne staat aan den straatweg van Orleans raar Nevers eene herberg la Giraffe. Aan dit huis ligt een stuk land, hetwelk de kastelein er bij aange kocht heeft, en dat nu door den aldaar in aanleg zijnde spoorweg, moest doorsneden worden. Keeds toen het rucht baar werd dat men voornemens was die rigting aan den weg te geven, stelde de eigenaar alle mogelijke pogingen in het werk, om zoodanige wijziging in het project te verkrijgen, dat zijn grond daarvan vrij bleef. Toen het hem nu bleek, dat dit ailes vruchteloos bleef, bood hij aan om op eigen kosten en door zijne eigene arbeiders, ten behoeve van den spoorweg den bedoelden grond tot op zekere hoogte te laten bewerken; doch daar dit aanleiding gaf tot het vermoeden dat dit onbegrijpelijk aanbod welligt met het een of ander boos opzet was gedaan, werd ook dit verzoek eenvoudig van de hand gewezen. Naauwelijks was hem evenwel dit antwoord toegezonden, of hij scheen zijn voornemen toch te willen doorzetten; al thans hij begon zelf met allen mogelijken ijverden grond op verschillende plekken uit te graven, en wel, gelijk men op merkte, vooral langs de daarop aanwezige boomen, die in de eerste plaats moesten worden weggeruimd. Hij werd intus- schen in dat werk al dadelijk verhinderd, door de arbeiders, die er nu op werden gezonden, en door welke het dan ook al spoedig aan het licht kwam, wat die man tot zulk eene zon derlinge handelwijze had aangedreven. Naauwelijks hadden die manschappen toch hun arbeid aangevangen, of zij von den in den grond het overschot van een menschelijk lig- chaam, terwijl bovendien nog in den loop van den zelfden dag een tweede en derde lijk werd gevonden, tot het bij na der onderzoek eindelijk bleek, dat rondom het geboomte een aantal lijken op eeue ruwe wijze in den grond waren verstopt. Door de justitie werd terstond een plaatselijk onderzoek in gesteld, terwijl de kastelein, die wel merkte dat men achter docht tegen hem had opgevat, tegelijkertijd eene aanklagt wegens laster indiende tegen een paar personen, die de op merking hadden gemaakt dat zijne herberg reeds sedert lang in een kwaden reuk had gestaan, doordien eenige voetreizi gers die men wist dat bij hem den nacht hadden doorgebragt, vermist waren, zonder dat men ooit weer iets van hen was te weten gekomen. De justitie liet zich evenwel door zijne aanklagt niet om den tuin leiden. Zij begreep te goed, dat zijne in het oog loopende handelwijze omtrent het spoorwegplan met de ge dane ontdekking in verband kon staan ten gevolge waarvan hij dan ook met zijne viouw en zoon onmiddelijk in verze kerde bewaring werden gesteld. Terwijl het geregt nu nog bezig is met de voorloopige instructie, zijn er reeds 25 lijken opgegraven. Naar men verneemt, heeft hij reeds sedert een dertig jaar een aantal marskramers, handelaars in het klein en andere voetreizigers uit de geringe volksklasse door een uiterst goedkoope bediening naar zijn herberg gelokt, terwijl het nu uit den toestand der gevonden lijken duidelijk is, dat een aantal dier personen op eene gruwelijke wijze zijn om- gebrngt en dat om alle sporen ter ontdekking uit den weg te ruimen de bij hen aanwezige voorwerpen van te geringe waarde, met hunne lijken in den grond zijn gestopt. Zoo vond men bij het eene lijk eene goederen korf, bij het andere eene reiszak, bij een derde eenig versleten linnengoed of kleine werktuigen, enz. enz. ja, bij een der laatstondekte lij ken vond meu zelfs een ezel met eeuige pakgoederen. Voor het oogenblik zijn nog geene nadere bijzonderheden daaromtrent bekend en het is ligt te begrijpen, dat men juist, daarom met des te meer nieuwsgierigheid den verde ren loop der zaak te gemoet ziet. In het departement de la Morselle vindt men een kolemijn, St. Joseph genaamd, die eene diepte heeft van 275 ellen. De toegang of schacht dezer mijn heelt eene wijdte van vier elleD, en is door een stevig houten beschot in tweeën verdeeld. Het eene gedeelte dient om den bak op en neder te laten, en in het andere vindt men acht ellen onder elkander, houten plankieren, die door middel van ijzeren ladders verbonden zijn. Op eene diepte van achttien ellen is eene kamer of nis uitgehouwen aan welker ingang onlangs eenig metselwerk moest worden verrigt. Op den 12den Januarij 11. waren eli arbeiders op den bodem der mijn werkzaam, toen plotseling de stelling bezweek

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1860 | | pagina 2