BELGIË. Brussel, 19 Mei. Uit Charleroi wordt gemeld, dat een jongman uit Ham voor eenige dagen eene weddingschap aan ging, om gedurende het voorbijrijden van eeu trein op den spoorweg uitgestrekt te blijven liggen. Hij bragt dan ook werkelijk deze dwaze onderneming ten uitvoer en won den prijs, bestaande in eenige glazen bier, doch dit geschiedde niet zonder eenige onaangenaamheid; eerstens bragt een st.uk gloeijende kool, uit den locomotief vallende, hem eene zware brandwonde aan den hals toe, en ten andere werd er tegeu den jeugdigen onvoorzigtige proces-verbaal opgemaakt. RUSLAND. St. Petersburg, 10 Mei. Volgens een berigt uit Sebas- topol, telt. de stad tegenwoordig 10,000 inwoners (tegen 40,000 vóór de belegering)waaronder 8000 mannen. De puinhoopen zijn thans weggeruimd en men begiut de stad nieuw op te bonwen. Er zulhn 45 groote straten, 17 klei nere en 12 pleinen worden aangelegd. IS 11\ IX E N L A ft I). Schagen23 Mei 1860. Hoorn, 16 Mei. Heden hadt in eene openbare zitting van de arrondissements regtbank alhier, de plegtige instal latie plaats van den heer Jhr. Mr. D. van Akerlaken, als president dier regtbankbij welke gelegenheid door den nieuw benoemde eene sierlijke redevoering werd uitgespro ken, die door onderscheidene leden der regterlijke magt op kernachtige wijze werd beantwoord. Moerdijk, 16 Mei. Heden morgen had er te Roosendaal, met den trein welke ten 6 J ure van Moerdijk naar Antwer pen vertrokeen schrikkelijk ongeluk plaats; eer. beambte van het station voor de locomotief willende passeren, had het ongeluk te struikelen en kreeg alzoo den trein over zich heen, waarbij hij geheel verbrijzeld werd. Arnhem, 18 Mei. Zaturdag, 26 dezer, zal voor de der minié-buksen afziet. Ook bij het Pruissisclie leger zijn deze laatsten beproefd, doch de uitslatf heeft geenszins aan de daaraan bestede groote onkosten beantwoord. Gisteren namiddag heeft op den Rijn in de nabijheid van Keulen het volgende groote ongeluk plaats gehad. Ze ven jonge lieden maakten van den feestdag gebruik, om een pleiziertogtje in eene boot op de rivier te doen, toen twee opwaarts stoomende sleepbooten aankwamen en het ligte vaartuig met zulk een geweld verpletterden, dat alle zich daarin bevindende personen in den stroom vielen en verdrou- ken. Van alle kanten ijlde men inet sloepen tot redding bij, doch het gelukte, slechts twee der ongelukkigen op te vis- schen: de andere vijf werden niet teruggevonden. 19 Mei. Een werktuigkundige te Eilendorf bij Aken, de heer Offergeld, heeft een eenvoudig middel uilgevonden om de menigvuldige ongelukken te voorkomen, die in de fa brieken, hetzij die door stoom of andere krachten bewogen worden, door de drijfriemen worden veroorzaakt. Hij heeft namelijk eene mechanisme uitgevondendat de drijfassen van iedere machine oogenblikkelijk doet stilstaan zonder dat het stoom- of waterwerk eenigen stilstand behoeft te ondergaan. De methode is zeer eenvoudig niet kostbaar en reeds in de fabriek van de heeren Nelissen en Zoon te Aken toegepast. Professor Tischendorf van Leipzig bevindt zich thans weder hier ter stede, ten einde de uitgave van den door hem op den berg Sinai gevonden Bijbel-codex voor te bereiden. Naar het door hem ontworpen en door den keizer goedge keurde plan zal de tekst naanwkeurig in de karakters van het origineel met opzettelijk tot dit doel gegoten letters in 3 groot folio deelen gedrukt worden en een 4de deel der schnjving van BingenKlopp en de Fransehen gaf, en waarin de Scharlachberger ook zeker wel zijn aandeel zal gehad hebben. Toen de zon opkwam zaten wij reeds in een schuitje, dat ons over den snellen stroom der rivier bij Bingen voer en naar Asmannshausen bragt. De Fransehen werden steeds vertrouwe lijker, en daar ik als Duitscher de reisroete opgaf, zoo over laadden zij mij met aardigheden. De oudste en ernstigste der vier heeren was intusschen in Bingen achtergebleven, entoen wjj vrolijk, doch eenigzint« vermoeid terug kwamen, vonden wij hem op zijne kamer. Ik ging met de anderen naar hem toe, om naar zijnen toestand te vragen, doch was niet weinig verwonderd toen ik zag hoe zeer zijn gelaat veranderd was. Zijne wangen hadden hunne kleur verlorenen de geele huid stak onaangenaam af bij zijne zwarte bakken- en snorbaarden. De lippen hield hij vast zamengeslotenen stuipachtig vestigde hij zijne zwarte oogen op de drie vrienden. Alvorens op mijr.e vragen te antwoordentrok hij een geopenden brief uit zijn borst, en gaf dezelve aan een van mijn begeleiders. Ik zag, hoe alle drie met angstige verwachting hunne oogen op het geo pende papier vestigden en verschrikt op den bezitter des briefs toeschoten. Deze zag sprakeloos voor zich neder, liet zijnen fonke lenden blik over mij gaan en zeide, de handen krampachtig te zamen knijpende: „Fo r ce Xaauwelijks was dit woord over zijne lippen gekomen of alle drie begonnen met drift door elkander in eene taal te antwoorden, welke ik in den eersten opslag niet herkende. Ook de oudste antwoordde in dezelfde taal en met gelijke drift. Het was mij zeer onaangenaam, hier getuige van een tooneel te zijn, dat in elk geval beter zonder toeschouwer gespeeld zou worden en mij ook hoogst verlegen maakte, daar ik geen woord verstond en eerst na lang hooren en raden de zekerheid verkreeg dat de vier heeren zich in een zeker Italiaansch dialect onderhielden. Daar ik nu zooveel Italiaansch verstond, als men onverhoopt uit de muziek noten leeren kanzoo ging ik naar het venster en trommelde op de ruiten om de onaangename gewaarwordingen die ik bij deze Lalijnsche commentaar van den uitgever op meer dan 7000 Bijbelplaatsen, benevens mededeelingen over de geschiede nis, den hoogen ouderdom en de kritische waarde van het manuscript bevatten. Twintig gephotographeerde platen zullen de bladzijden, welke voor de kritiek van het hoogste belang zijn, getrouw teruggeven. In den zomer van 1862 zal het werk te St. Petersburg en onmiddehjk daarna te Leipzig eene andere uitgave van den volledigen tekst des nieuwen Testaments, stipt naar het origineel, in klein Grieksch schrift verschijnen. Het provinciaal kerkbestuur van Utrecht heeft in zake het beroep van Ds. Verhoeff besloten de kerkelijke goed keuring uiet te gevenuithoofde de beroeping niet was uit- gebragt roet volstrekte meerderheid van stemmen, zoodat men eerstdaags tot een nieuw beroep moet overgaan. Ut. Ct.) Uit Gent wordt gemeld, dat den llden dezer aldaar gepasseerd zijn, de twee Hollandsche schroefstoombooten, uit Parijs terugkeerende, en thaus geladeu met hout cu leijeu, en met bestemming naar Amat. tn de vorige week is ee'ne vrouw tusschen Muntendam en Zuidbroek, bezig zijnde heide te plukkenouder haren arbeid bevallen; met het kind in haar voorschoot en de ge plukte heide op den rug, is zij huiswaarts gekeerd. Door een landbouwer in Noord-Braband wordt zeer geklaagd over het uithalen van de vogelnesten door de kin deren. Er bestaat wel eene verordening daartegen doch deze wordt door de gemeentebesturen niet gehandhaafd. Als ge volg van het wegnemen der eijeren en jonge vogels, wordt het vermeerderen van insekten zeer in de hand gewerkt In het belang van het algemeen acht hij wenschelijk, dat de aandacht hierop gevestigd worde. Alweder een bewijs van onvoorzigtigheid, mogt dit voor velen tot eene waarschuwing dienen. gelegenheid ondervond te verdrijven. De woordenstrijd der heeren duurde laag en werd zeer heftig gevoerdook ontdekte ik thans eerst, dat zij hunne ware moedertaal spraken, en verwonderde mij in stilte niet weinig, dat ik bij ons uitstapje geea enkel woord Italiaansch van den een nog van den ander gehoord had. Terwijl ik nog deze opmerkingen maak'e kwam oogenschijnlijk de jong ste naar mij toe, om over de woordenwisseling verontschuldigingen te maken. Ik lachte en zeide goedhartig„P a r 1 a t e 11 a 1 i- ano, Signore?" Wanneer een' zorgelooze, eenzame wandelaar eenklaps een „sta of ik schiettoegeroepen wordt f zoo kan dit geen grootere indruk makendan deze onschuldige woorden hier veroorzaakten. De woorden bestierven op de lipj-en een oogenblik stonden de vier mannen als versteenddau vlogeu zij spoedig op mij los, en ineen oogwenk lag ik op den grond, roerloos, en zonder mij te kunnen bewegen. Eene ijzeren vuist kneep mij de keel digt, en ik dreigde te stikken. Ik beproefde krampachtig de hand l«s te maken, doch te vergeefs Het bloed drong mij in d» oogen, nog eer maal sloeg ik ze op en zag het bliksemde lemmer van een dolk boven mijne hals zweven! De zinnen begaven mij en diepe nacht omringde mij Toen ik ontwaakte lag ik op een bed aan handen en voeten ge bonden. De vreemdeling die het uitstapje niet mede gemaakt had, stond voor mij met eene fijne, scherpe dolk in de baud, zorg vuldig de punt derzelven beproevende. Naauwelyks ontwaarde hij, dat ik de oogen opende, of hij zeide met eene fluisterende woeste stem in het FranschZoo gij de geringste poging aan wend om te ontvlugten of om hulp te roepen, zoo zijt gij des doods!" „Maar, om Godswil! wat wilt gy dan van mij?" „Zwijg, mijnheer, dat schikt zich van zelve!" hernam hij lako- nischzag mij donker aan en ging voort met de punt des dolks over zijne vlakke hand heen en weder te halen. Het was mij als of ik droomde. Wat zoude dit beteekeuen (Slot volyt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1860 | | pagina 1