(Vierde Jaargang.)
N°. 140. A®. 1S00.
ALGEMEEN NIEUWS-, AD VER-
TENTIE- EN LANDBOUWBLAD.
DONDERDAG 31 MEI.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
BEKENDMAKING
Parlate Italiano?
liUITENLAIN I).
ENGELAND.
Londen, 21 Mei. De beleende luchtreiziger Dr. Lowe
zal zoodra het weder bestendig wordt, zijne reis van
New-York naar onze hoofdstad aanvaarden. Zijne ballon,
The City of New- Yorkdie 20,000 dollars heeft gekost,
weegt 7000 pond en kan 700,000 kub. voeten gas bevatten.
Hij denkt de reis in twee etmalen te volbrengen. Hij zal
worden vergezeld door 4 bekwame zeevaarders en twee ge
leerden. Dr. Lowe heeft een werktuig uitgedacht, waardoor
hij den ballon naar hij meent, naar welgevallen zal kunnen
doen rijzen en dalenzoodat hij in staat zou zijn van de
gunstige luchtstroomen te profiteren en ongunstige winden
te vermijden.
SCHAGER
COURANT.
HMmmnixmMiija Jtt>n MIJ üumsn> JO:
Voor Schagen1.00.
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Brieven Franco.
OTHÜS na A&TBiBVBimia
Van tot vijf regel»0 75.
ledereregel meerder015.
Geboorte-, Huwelijks- en Doodberiglen 0.50.
De 35 cents legelregt niet medegerekend.
Groote Letter» naar de ruimte die lij beslaan.
De Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen,
maken hiermede bekend, dat naar aanleiding van Art. 166
en volgende van het plaatselijk Politie reglement dezer ge
meente, betreffende de dienstpligtigheid bij de Brandspuiten
alhier, alle geëmploijeerde bij die spuiten den ouderdom van
60 jaren bereikt hebbende en verlunzen uithoofde van lig-
chaarasgebreken of zwakke gezondheid hun ontslag te be
komen worden opgeroepenom zich tot dat einde, vóór of
uiterlijk op den 25 dezer, van 's morgens 9 tot 12 ure, ter
Secretarie der gemeente aan te geven en hunne herkennings
teekenen (stokken en pieken) zoo zij die hebben, terug te
brengen, zullende na dien tijd, de zich niet aangemeld
hebbende personen, nog een jaar worden gecontinueerd.
Wordende wijders bekend gemaakt dat het proberen en
exerceren met de Brandspuitenzal plaats hebben op
Dingsdag den 5 Junij 1860 des namiddags ten 6 ure;
tot welk einde alle manspersonen tusschen de 17 en 60 jaren
oud, worden gelast, zich op voormeld tijdstip te bevinden
vóór het Raadhuis der gemeente op straffe bij het genoemde
reglement bepaald.
Schagen den 19 Mei 1860.
Burgemeester en Wethouders voorn.
De Burgemeester
H. R. de MEER.
De Secretaris.
A. J. van CANTFORT.
in ons vorig nummer stond abusivelijk
Maandag, den 4 Junij.
Reisavontuur.
{Slot.)
Was ik dan eensklaps in een moordhol gekomen? Wat wilden
deze menschen van mij? Wat had ik hun gedaan?waren
dit dezelfde vrolijke Franschen van gisterenavond en heden
morgen?Ja het waren geene Franschenhierin bestond mijn
geheele dwaling; het waren Italianen. Goed wat ging mij
hunne nationaliteit aan? Had ik hen beleedigd? met geen enkel
woordvergeefs kwelde ik mij met alle bedenkelijke vra
gen, vergeefs zocht ik den slentel tot dit raadsel te vinden,
dat mij in dezer wanhopigen toestand gebragt had. Doch, hoe
of ik ook mijne zinneu uitputte, ik geloofde bijna, dat ik
droomdeen een booze nachtmerri had. Doch daar wareu
de strikkenwelke mij de handen te zamen hieldenzoo dat
het bloed er aan vastkleefde. En toch was ik nog in „de
Witte Boos" in mijne slaapkamer, en lag op mijn eigen
bed, dat ik duidelijk aan deszelfs omgevingen herkende.
Men had mij alzoo op mijn eigen kamer gebragt en hield mij
bij mij zeiven gevangen. Doch weder begon ik te twijfelen,
daar mijnen koffer zich niet op zijue plaats bevond, hij was
verdwenenZoude het dieven en moordenaats zijn, deze ele
gante heeren? waren het goudieven van de ergste soort?——
Deze gedachten kwamen in mij op daar ik ontwaarde dat uit
mijne borstzak mijne brieventasch verdwenen was Zonderling,
waarom vermoorden zij mij dan niet in het boschwaar zij
mij tegelijk hadden kunnen begraven? Neen, neen, gemeene
roovers konden het aiet zijn! Eindelijk hoorde ik gerucht
aan de kamerdeur, en een ander van de vier heeren trad bin
nen. Hij sprak zacht en lang in het Italiaansch met mijnen be
waker. Ik verstond geen woord, doch zag dat hunne blikken
23 Mei. Volgens de jongste, op last van den keizer
van China plaats gehad hebbende, volkstelling in zijn rijk,
telt dit thans 540 millioen inwoners. Alleen de provincie
Pé—tschi—liwaarvan l'eking de hoofdstad is bevat meer
dan 40 millioen en de provincie Kiang-Sou, hoofdstad
Nan-King, 55 millioen. Men kan zonder overdrijving zeg
gen dat het Chinesche rijk niet uitgebreid genoeg schijnt,
om zijne bevolking te kunneu bevattendie bij voortduring
verbazend toeneemt; bet moet dan ook niemand verwonde-
deren dat velen het vaste land verlatenom te gaan leven
op joukeu of vlotten, eene soort van drijvende eilanden,
bedekt met hutten en heestergewassen.
zeer dikwijls op mij rustten. Nu kwamen ook de beide andereu
binnen en bragten mijn koffer, die zij weder op zijne plaats
zetten, vervolgens gaf de jongste aan den oudsten inijue brie
ventasch over met de woorden: „Nieute!"
Ik bemerkte, dat hunne gelaats uitdrukkingen zich verzachtten,
en begon weder hoop te scheppen. Zy spraken nu luider
met elkander, doch zoo zacht, dat ik geen woord verstaan
konde, ook uit hunne gebaarden kon ik niets meer vernemen,
daar het intusscheu donker geworden was. De beraadslaging
zal ten naastebij zoo wat een half uur geduurd hebbentoen
zij tot het besluit schenen gekomen te zijumij toch niet
zonder bijkomende omstandigheden naar de andere were d te
zenden. Nadat men licht aangestoken had ging een van hen
in de huiskamer de wacht houden en waarop de andere drie
zich voor mijn bed zetten, en de oudste zijn verhoor in de
Fransche taal begon:
„Spreekt gij Italiaansch mijnheer
„Neen, in het geringste niet."
„Gij sprak vroeger Italiaansch, hebt alzoo ons gesprek ge
hoord, en weet thans, wie wij zijn en wat wij willen."
„Ik verzeker u, mijne heeren dat ik behalve de woorden
die ik gesproken heben nog eenige die men door de mnzijk
leert, geene enkele sylabe verstaan kan."
„Dit kunnen wjj niet van ugelooven, mijnheer."
„Nu, ik geef u mijn woord van eer, dat ik geen begrip
van den inhoud van uw gesprek heb."
„Uw woord van eer."
„Ja mijn woord van eer! En zoo iemand van u hieraan
mogt twijfelen, zoo verklaar ik hem voor een schurk en ben
bereid, zoodra men deze tonwen losmaakt, met hem te vechten!"
„Niet zoo driftigen iets zachterals het u belieftzeide
de inquisitor, met onheilspellende bedaardheid. Na eene lange
pauze, ging hij in êrnst, en op denzelfden toon voort:
„Gij moge zijn, wie gij wilthet is thans hetzelfde. Nu
hebben wij u in onze magt; maken wij echter uwe strikken