ltUlTEKLA I\ l>. ENGELAND. Londen, 25 Sept Eergisteren avond is te Manchester de getraliede brug over het Rochdalc-kanaal ingestort. Van de 150 personen, die zich op de brug bevonden, zijn gelukkig slechts een 20tal in het kanaal gevallen, die echter allen, op een meisje van 12 jaren na, werden gered en er met ligte kneuzingen afkwamen. FRANKRIJK. Parijs, 26 Sept. Brieven uit Napels maken melding van eene heldin, die met het leger van Garibaldi vecht; zij is ge naamd gravin Marie della Torre. Tot aan dc tanden gewa pend en zich steeds in het eerste gelid bevindende, heeft de ze tweede Jeanne d'Arc, in het gevecht op den 20sten, twee Napolitanen gedood. DUITSCHLAND Weenen, 29 Sept. Er hebben talrijke staatkundige ar- restatiën plaat gehad in HongarijeteTemeswar, Szegedin en Debreczin. Berlijn 29 Sept. Door het hooggcregsthof alhier is kor telings uitspraak gedaan in een afschuwwekkende zaak, waar bij tevens eene belangrijke regtsquaestie is uitgemaakt. Ze kere Ilollenforst, een 76 jarig landbouwer, had een zoon, die voor krankzinnig verklaard, in een gesticht voor krank zinnig opgesloten doch later als ongeneesbaar daaruit ont slagen werd. Hierop bragt de vader hem in een klein on zindelijk hoken hield hem daarin twintig jaren gevangen, ten gevolge waarvan de zoon thans geheel krom is geworden, en slechts met de hevigste pijn een voet kan verzetten. De vader werd deswege vervolgd en in eerste instantie, terwijl de geestestoestand des jongelings als verzachtende omstandig heid werd aangenomenvrijgesproken wegenshet berooven van persoonlijke vrijheid, doch veroordeeld tot 14 dagen gevan genisstraf, wegens verminking van een ligchaamsdeel. In tweede instantie werd deze straf echter verhoogd tot 6 maan den gevangenisals hebbende de misdaad plaats gehad met voorbedachten rade. Hiertegen werd door den veroordeelde bij hetrcgcment Veld—artilleriedoor den Koning is bepaald, datvoor zooveel voorschreven regiment aangaat, 1c reke nen van beden tot nader order, zoo voor kosten van aanwer ving van iederen recruut, als voor ieder milicien die inge volge de wet bij de staande armee overgaatzal worden te goed gedaan f95. waarvan wegens handgeld of premie, aan den aangeworvene zal worden uitbetaald f80. Noodigen diegenen uit, welke bij voormeld regiment willen in dienst tredenzich ter Secretarie dezer gemeente aan te- melden. Burgemeester en Wethouders voornd. Be Burgemeester H. R. de MEÊR. Be Secretaris A. J. van CANTFORT. 26 Sept. Sir Francis Desanges, vroeger sheriff van Londen en Middlesex, is gisteren in de gevangenis voor schulden, alwaar hij zich gedurende meer dan vier jaren be vond, in den ouderdom van 75 jaren overleden. 28 Sept. In de hoofdstad heeft in den nacht van Maan dag 11. een hevige storm gewoed, die allengs tot een orkaan klom. Langs de oevers van den Theems liepen vele kelders en keukens onder water, op de kusten hebben verscheidene schipbreuken plaats gehad, doch tot nog toe is het niet ge bleken, dat menschen daarbij het leven hebben verloren. In de nabijheid van Edimburg heeft Dingsdag 11. een ijzingwekkend ongelijk plaats gehad, De heer IIcnrij, een geweermaker aldaar, begaf zich naar een veldbij de stad, met zijn zoon, een fikschen knaap van 12 a 13 jaren, ten einde het visier van een buks te stellen. De knaap werd als gewoonlijk, door zijn vader als chalonneur gebezigd, en terwijl de man schootverborg zich de knaap in een gat in den grond. Ongelukkiglijk kwam de jongen nadat de va der eenige schoten had gedaan, uit zijne schuilplaats te voor schijn en stond juist voor de schijf, toen de vader, zijn zoon niet opmerkende, aanlegde en afvuurde, met het troostte mjj ongemeenen ik geloof inderdaaddatzoo de hongerdood slechts eeuigzins dragelijk ware, [en ik had wel eens gehoord, dat die niet zóó zwaar is, als men gemeenlijk denkt] mijn levenseinde kalm zou zijn geweest. Zoo ik mij wêl bezinne, duurde evenwel die kalmte niet lang. De rede fluisterde mij toedatzoo ik werkelijk begraven en de aarde rondom mijne kist zamen gedrukt wasik niet zou kunnen ademhalenhet welk ik toch nu met tamelijk gemak doen konde. Ik dacht dus niet aan het gewelf, maar verbeeldde mijdat ik op het kerkhof lag, en men mij welhaast daar zou komen begraven. Zoo zon derling is de wisseling der gemoeds aandoeningendat ikdie mij bereid had willig den hongerdood te ondergaan, den plotse- lingen dood door verstikking, thans voor honderd maal schrik- kelijker hield. Het denkbeeld, dat ik nog niet begraven was, noopte mij nu tot angstig strevenom mij naar buiten te doen hooren. Ik schreeuwde zoo geweldig, en sloeg met zoo veel kracht tegen de zijden-en het deksel der kist, tot ik geheel heesch en uitgeput was; doch vergeefs: eene diepe stilte heerschte rondom mij in de dikke duisternisThans greep mij de schrikkelijkste doodangst aanen ik woedde tegen mij zeiven en in mijn eigen vleescb, tot ik geheel buiten mij zeiven raakte. Toen ik weêr bijkwam, riep ik luid mijne vrouw bij haren naam; ik bad en lasterde, zoo ik vreeze God, want ik wist niet meer, wat ik zeide of deed, tot dat andermaal mijne krachten bezweken, en de natuur van nieuws en momentele gevoelloosheid verster king zocht. In dezen toestand had ik eene voorstelling van onbeschrijfbaren aard; bijaldien het, namelijk, iets dergelijks, en niet veelligt een blikdoor de geopende poort des doods, in de geestenwereld was; het was iets geheel wezen en vormeloos. Daarop volgde wederom diepe duisternis en stilte; de duisternis en stilte eener ontzettende wezenlijkheid. Uit eeuen benaauwden slaap, naar ik vermoedde, ontwaakt, beproefde ik wederom, zooveel mijne krachten zulks nog vergundenmij te doen hooren. Ik bemerk te thans, dat ikhoewel met groote moeite, mij op zijde keeren en eindelijk zelis konde omdraaijen. Den rug nu opheffendebeproefde ikmet de meest moge lijke inspanning, bet deksel der kist te doen springenmaar de schroeven wederstonden elke poging; ook konde ik mij- ongelukkig gevolg, dat de kogel door bet hoofd van den knaap heenging en deze dood op de plaats bleef liggen. 28 Sept. Uit Alexandrie wordt gemeld, dat de hitte aldaar, vooral in de Nijlstreken, onuitstaanbaar is en zoo groot, dat de oudsten zich zoo iets niet herinneren. Als een voorbeeld wordt gemeld, dat aan boord van de paketboot van Suez naarAden, in het laatst van Augustus, drie perso nen, ten gevolge der overmatige warmte, zijn bezweken. Deze waren de nieuwbenoemde Spaansche gouveneur der Fhillip- pijnsche eilanden, een Engelsch ingenieur en eene jonge da me; de kapitein der stoomboot is meermalen verpligt geweest; het vaartuig, dat voor den wind liep,een eind weg terug te doen gaan, ten einde de equipage en passagiers door tegen den wind in te varen, eenige koele lucht zouden kunnen inademen. ne kniën niet hoog genoeg optrekken, om deze daarbij te doen inede werken, en er bleef mij alzoo niets over, dan de houding van een' doode aan te nemenentegen wil en dank, mij eenige rust te gunnen, om dan dezelfde wanho pige pogingen, welke ik zoo nutteloos had bevonden, weder te herhalen. Terwijl ik dus uitrustte, (zoo men eene wer- kelooze foltering rust kan heeten) weende ik als een kind, wanneer ik aan den zonneschijnaan den blaauwen hemel, aan de frissclie lucht dachtwelke ik nooit weer zou genie ten, hoe levende wezens zich op de straten bewogen, en duizenden om mij heen bezig of vrolijk waren, terwijl ik bestemd was in ellende om te komen Waarom moest mijn noodlot anders zijndan dat van dezen? Ik had geene zware misdaden te betreureu en toch leefde honderd misda digers in het volle genot des levens! Daar dacht mij den toon eener klok te hooren Ik vloog op, en kneusde mij het voorhoofd tegen mijne doodkist. Met ingehouden adem luisterde ik. Ja! het was inderdaad eene klok welke het uur sloeg. Deze klank was voor mij een nieuw leven 'Ik ben dan ten minste nog niet begraven men zal komen, om mij te begraven men zal mijne kist optillen, en dan dan kan ik mij immers gemakkelijk doen hooren Dat was balsem voor mij. Ik riep van nieuws aansloeg met alle mij nog overige kracht tegen de wanden mijns kerkersen liet eerst dan af, wanneer ik niet meer konde. Thans begonnen mij, in mijnen benaauwden toestand, op een' harden planken bodem uitgestrekt, al de leden geweldig zeer te doen; in dit aanhoudend bedwang, gepaard met het onbeschrijf- baarst zielelijdenbragt ten laatste eene soort van razernij te weegwelke in eene heftige koorts eindigde. De slapen van mjjn hoofd brandden en klopten; de tong werd droog, lichtjes zweef den mij voor de oogen, en mijn brein duizelde. Gewisselijk werd mijn leven thans nog alleen door krachtverlies onderhouden hetwelk, terwijl bet mij gevoelloos maakte voor de geweldige in spanning der hersenen, de natuur vergunde, tot zekere bedaard heid terug te keerenmaar achalleen om nog eenmaal voor het verschrikkelijkst lijden op te levenwaarin de zielangst mij niet zelden al de ligchaamssmarten deed vergeten Hoeveel tijds ik in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1860 | | pagina 2