DU ITSCHLAND
Weenen, IC Jan. Dit Coblenz wordt het volgende ge
meld als een staaltje van de stoutmoedigheidwaartoe de
lievige koude in de laatste dagen de wolven heeft aangedre-
'ven. Eergisteren avond kwam een wolf op het fort Eranz
.-bij de Metternichsche schans aanloopennaderde een daar
op schildwacht staand soldnat tot op vijf schreden en maak
te zich, door op de achterpooten te staan, gereed, om den
militair aan te vallen. Deze scheen in zijn wapen geen ge
noegzaam vertrouwen te stellenalthans hij riep om hulp,
en toen deze toesnelde, maakte de vierpootige vijand zich
ijlings uit de voeten.
Frankfort, 17 Jan. Te Hanau is dezer dagen zekere
Nolte, wegens moord en diefstal, ter dood gebragt.
li i IS IV L A IN 1).
Schagen, 23Januaiij 1861.
De lijst ter teekening is alsnog op de Secretarie voorhan
den.
Te Barsingerhorn heeft, op Zondag 20 Jannarij 1851
door de aldaar bestaande Zangvereeniging ude Vriendschap"
onder de leiding van den verdienstelijken en geachten Hulp
onderwijzer Kkeuger, de uitvoering plaats gehad van ver
schillende Zangstukken. Dit geschiedde in de Hervormde
Kerkdaartoe door Kerkvoogdenwelwillendten gebruike
afgestaan en ten voordeele van de noodlijdenden door Wa
tersnood, De opbrengst der toegang-billettengevoegd bij
de opbrengst eener in de Kerk gehoudene inzameling van
giften, is geweesty 158.25welke som aan den heer Bur
gemeester der gemeente is ter hand gesteld ten einde haar
over te maken waar hij dit doelmatigst zal achten.
Op den 1 4 dezer is door den veehandelaar J. Philips
te Oudetongen, op de bouwwoning van de heeren Visser en
Comp., te Sliedrecht, bewoond door Wm. Kamp, geslacht
een os van 42 maanden oud, wegende p. m. 1310 halve
Ned. ponden, schoon aan den haak.
Men hoort, dat de Pruissische regering te Dusseldorp
aan het ministerie te Berlijn verlof heeft gevraagd, om eene
collecte in de Rijn-provinciën ten behoeve der lijdenden
door den waternood in Nederlandte doen. (Arnh. Ct.)
Met groot genoegen verneemt men, dat de kolenmijn
Ilibetnia kolen en gruis voor de noodlijdenden door den wa
ternood ter beschikking van zijn Exc. den staatraad, com
missaris des Konings in Gelderland, heeft gesteld.
Ook de broodfabriek van de heeren de Waal en C°. te
Arnhem, heeft zich bereid verklaard voorde lijdenden te
bakken.
Berlyn, 17 Jan. Eergisterenavond is alhier een aller
stoutmoedigste diefstal gepleegduit het postkarretje, dat
van het postkantoor alhier naar het Anhaltsche station reed,
is namelijk onderweg eene waarde van 20,000 tli. ontvreemd.
Er zijn premiën uitgeloofd voor de ontdekking van den da
der, die men bereids op het spoor moet zijn.
18 Jan. Heden middag had de plegtigheid van het in
zegenen der nieuwe vaandels op het plein voor het konink
lijk paleis plaats. Nadat de koning, gevolgd door de prin
sen enz., revue over de troepen gehouden had, werden de
nieuwe standaarden, 142 in getal, door de lijfcompagnie
der garde onder het standbeeld van Frederik den Groote ge-
bragt, waarop de troepen rondom quarre vormdeninliet
midden waarvan de koning zich bevoud. Hierop begon de
godsdienstige plegtigheid met het gezang: Is God met mij,
dat alles zich dan vrij tegen mij keere", na afloop waarvan
de hofprediker Thiessen eene rede hieldde wijding volbragt
en met gebed en zegenspraak eindigde, waarna dit ceremo
nieel door het koraal: Schenk ons moed.in de gevaren, als
de vijand ons bedrijft", besloten werd. Met het defileeren
der troepen liep deze plegtigheid ten einde, welke door de
koningin, de prinsessen, de ministers, de presidenten en
vice-presidenten van den landdag enz. aan de vensters en
het balcon van het paleis werd aanschouwd.
Oriraiddelijk nadat zijn hoofd onder de bijl was gevallen,
.snelde de menigte naar het schavotoin het rookende bloed
van den gevonnisde te drinken. In Duitschland heerscht
namelijk het volksgeloof algemeendat het menschehjk
bloed een werkzaam middel is tegen vallende ziekte.
Alsnog ingekomen bij de alhier gevesugde commisie voor
de noodlijdende door den Watersnood de som van ƒ17.80;
De strandroovers.
(Vervolg.)
Daar hij haar als zeer godsdienstig kende, zoo dacht hij,
dat zij in de kerk gegaan was, ten einde God te bidden, om
het hart van zijnen oom gunstig ten haren opzigte te stemmen.
Doch in de kerk was Jeanne ook niet te vinden.
Alain kwam nu op de dansplaats terug, en zocht op nieuw.
Het onverklaarbare verdwijnen van Jeanne verwonderde hem
des te meer, daar hij vermeende, dat zij vol ongeduld op
hem zou wachten, ten einde het antwoord van Anton Coster
te vernemen.
Twee of drie jonge meisjes, die het aangenamer zou ge
weest zijnwanneer hij zich met haarin plaats van met Jeanne
bemoeid had, raadden spoedig, naar wie hij zoo onrustig
zocht.
Niet waar, gij zoekt Jeanne? zeide het mooiste meisje.
Hoe kunt gij dit nu vragen meende de tweede.
Hm! zij is zoo even met Fanche Fontalis weggegaan, hief
weder een ander aan.
Deze weg op, antwoordde de groote Catharina, op het
voetpad wijzende, dat naar het strand afliep; maar gij zult
beter doen, hen niet te volgen. Zij waren met elkander zoo
vriendelijk aan het schertsen, dat gij hen zoudt kunnen storen.
Alam antwoordde niets op deze plagerijen, hij sloeg echter
den weg in, dien men hem aangewezen had. Een jongen
die hij een vijftig schreden later ontmoette, bevestigde hem
inderdaad, dat Jeanne met Fanche naar het strand was ge
gaan.
Zonder zich op te houden, spoedde Alain er zich heen,
doch hoe hij ook naar alle zijden uitkeek, hij zag niemand.
Ademloos en buiten zich zeiven van jaloerschheid en onrust,
kwam hij op de dansplaats terng. Tien minuten later vloog
hij weder naar het strand, vervolgens naar Jeanne's woning,
die hij gesloten vond, en eindelijk ging hij weder naar de
dansplaats terne.
VERGADERING van DEN GEMEENTERAAD.
Zitting den 7 Januarij 1860.
Absent de Heer W. Vader
De vergadering door den Burgemeester geopend en voorge
zeten zijn door den Secretaris gelezen de notulen van het ver
handelde in de vergadering van 3 December 11. en goedgekeurd.
Mededeeling van de plaats gehad hebbende publieke verpach
tingen der Marktgelden van de Paarden, Bunderen, Schapen,
Varkens enz. der hekken tot het daarstellen van hokken voor het
wolvee en der besteding van het ophalen der Asch en Vuil enz.
op den 15 Dec. 1860, en der verpachting van het Bietgewas
alhier op den 27 dito, is voor kennisgeving aangenomen.
Idem van de goedkeuring van den Staat van Begrooting en de
ontvangsten en uitgaven voor deze gemeente over het jaar
1861.
De voorzitter geeft mededeelingdat in het viachttarief voor
het veer tusschen Amsterdam en Schagen een abuis bestaatna
melijk in het art. potten, waarin staat per 1000 worp,' hetwelk
moet zijn per 100 worp, waaromtrent van Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam bij missive van 29 Dec. 1860, is
De dag vervloogzonder dat hij Jeanne vond. Tegen den
avond verscheen Pontalis wederechter alleen. In zijne trek
ken lag eene uitdrukking van triumph, en hij antwoordde
met eene soort van medelijdende scherts op de driftige vragen
die Plouvarec met al de onstandigheid van eenen jaloerschen
twintig jarigen jongeling tot hem rigtte.
Troosteloos ging Alain heen. Tegen zijne gewoonte verliet
hij na het avondeten bet huis en ging een zijner buren be
zoeken wiens vrouw eene boezemvriendin van Jeanne was.
Zij kwam haar dikwijls des avonds bezoekenen de arme
minnaar hoopte, haar daar aar.tetreffen. Bij zijne binnentre
den bemerkte hij acht a tien vrouwen, die om den haard
zatendoch Jeanne bevond zich niet onder hen.
Men schertsteen onder anderen vertelde eene van hen,
dat Jeanne en Poatalis thans bruid en bruidegon waren.
Aller oogen vestigden zich nu op Alain.
Hij zag er zeer bleek uit; was echter trots gelijk een kind,
zweeg en lachte slechts. Deze schijnbare onverschilligheid was
hinderlijk voor twee of drie der aanwezige meisjes; ieder van
hen zoude gaarne den post van troosteres bij Alain hebben
willen waarnemenzij waren boosaardig genoegmet buitenge
wone deelneming over het geluk van Pontalis uit te wijden,
dewijl het hem gelukt was, Jeanne's hart te veroveren.
Bah 1 zeide eene oudeook de vader van Pontalis is zoo
gelukkig geweest, doch dit heeft hem niet verhinderd ellen
dig te sterven.
Mijn God! zeide eene oude vrouw, wat zag die man er
hatelijk uit met dat bloedige likteeken op de wang
Alain beefde.
Pontalis gelijkt veel op zijnen vader, niet waar? vraagde
hij.
Ja zeer veel, hernam de oude.
Hij heet Claude
Ja.
Hij is hetriep Plouvarec, aan de vermoording van zijnen
vader denkende.
Lagchende zagen de lieden hem aan. Ieder geloofde te