DUITSCHLAND.
ITALIË.
K I A i\ 1- rc L A N 1).
Schagen10 April 1861.
Eeu nacht-avontuur in een spoonvegivagou.
krijgenis nn ilc arme echtgenoot in hechtenis genomen om
voor het militaire hof teregt te staan.
Weenen3 April De Oesterreichische Zeitvng meldt,
dat 250 llongaarsche vrijwilligers, met Moldavische reispas-
scn voorzien, zich te Galatz naar Constantinopel hebben in
gescheept. Het doel hunner reis is Napels.
"Uit Praag wordt gemelddat den 24sten Maart van
daar een sneltrein naar de hoofdstad vertrok. Tusschen Lo-
bositz en Itaudnitz gekomen zijnde, opende zich eensklaps
liet portier van een rijtuig der ]ste klasse, waartegen een
vijfjarig meisje leunde, De vader zag zijn kind uit het rij
tuig stortenzonder in staat te zijn iets tot redding er van
aan te wenden, dewijl de trein met de grootste snelheid voort
ijlde. Zijne angstkreten werden échter door een der con
ducteurs gehoorddie den machinist daarvan kennis gaf.
Terstond reed men terug en wie schetst de vreugde des vaders
en de verbazing zijne medereizigers, toen men het kind bijna
ongedeerd op den spoorweg terug vond.
Turijn, 1 April. Uit Milaan wordt gemeld, dat de Oos-
tenrijksche politie de afgelegde monteringen der Garibaldisten
doet opkoopen, om die door hare agenten te doen aantrek
ken. Deze zullen alsdan een schijnbaren inval op Oosten-
rijksch grondgebied doen, hetgeen dan als rasvs bclli zal
worden beschouwd; door deze handeling wil het den aanval
tegen Piëmont en het schenden van Piëmonteesch grondge
bied regtvaardigen.
7 April. Van Napels wordt gemeld d.d. 6 dezer,
dat hertog Cajaniello, die twee brieven van Frans II heeft
ontvangenis gearresteerd. Ook heeft de arrestatie plaats
gehad van de leden van het Bourbonsche comité, onder welke
de heer Ruggio en twee pastoors. Er loopt een gerucht van
eene uitgebreide zamenzwering, waaraan vijf bisschoppen
medcpligtig zouden zijn; de verontwaardiging hierover is
algemeen. Overigens blijft de rust voortduren.
In het afgeloopen jaar zijn in deze gemeente ter markt
aangevoerd
522 Paarden 40 Veulens 29 Ossen 19 Stieren ruim
1200 magere Gelde Koeijen, G78 vette dito, 6S4 Kalf dito,
525 Vaarsen, 395 gras Kalveren, 532 nuchteren Kalveren,
8658 magere Schapen, 10904 vette Schapen, 253 Engelsche
rammen, 13856 Lammeren, 1G0 Bokken Geiten, 666
magere Varkens, 2814 Biggen, 300 Konijnen, 2131 kippen,
1800 Eenden, 190 Duiven, 65 Ganzen, 61 Zwanen, 224550
Kin-Eijeren en 85380 Eend-Eijeren.
Als een staaltje van sollicitatie-woede dient, dat voor
den post van veldwachter der gemeente Oudewater, die open
is, zich 120 liefhebbers aangeboden hebben, onder welk ge
tal zich 30 onderofficieren bevinden. Het tractement is f310
per jaar.
Uit de bbievek van een velend.
Vervolg en Slot.)
Ten 5 uur 30 minuten des ochtends bereikten wij de resi
dentie. Mijn eerste gang was naar het Centraal hoofdbureau.
„Fortunatos Forluna juvat," riep ik bij het binnentreden in
de nog half donkere kamer schertsend uit. „Onze wakkere
„Foituna" heeft zich volgens haren pligt gedragen, zij vol-
bragt bare reis zeer voorspoedig.
„Zeg Kever ongelukkig," vielmet een ernstig gelaat de
Ingenieur „van den dag" mij in de rede, terwijl hij mij eene
telegraphische dépêche ter lezing aanbood. De electrieke vonk
was mij met eene vTeeselïjke treurige boodschap voorbij gesneld.
De lakooische inhoud der dépêche luidde als Volgt:
Station VV Scharzbruckner tunnel, 10 uur 25
minuten des nachts een jong heer is op de rails veron
gelukt Zonder overrok en hoofdeksel. In de hand een viool-
plant vasthoudende. Waarschijnlijk een afschuwelijke zelfmoord
Zijne papieren luiden Edgar Werner".
Ik stond een oogenblik sprakeloos van schrik. „Werner",
Edgar Werner, een onzer voornaamste portretschilders, door
zijne voorkotnenbeid in de kringen van onze „Haute finance"
zeer gezocht en geacht het offer van cenen zoo droevigen
afloop
Tot zoo ver den brief van mijn vriend Eugène. Wat ik
zelf er bij te voegen heb is zeer weinig. In den hersft van
In het jaar 1860 zijn 330 hoofden van huisgezinnen
of op zichzelf staande personen, als landverhuizers, uit
Nederland over zee vertrokken.
Tegen den gemeente-ontvanger van den Helder, ge
naamd Jan Zussen is bevel van gevahgenneming verleend,
ter zake van verduistering van geldenhij heeft zich door de
vlugt aan de vervolging onttrokken.
De Prcv. Gron. Ct. schrijft het volgende';
Wat een spoorweg (hier te Groningen kan men er, het zij
in het voorbijgaan gezegdnog jaren naar zuchten) niet al
vermag! Uit Emden zijn in den loop der week 80 korven
spieringen verzonden naar Parijs! Dagelijks vertrekken
van daar duizende visschen, tot zelfs panharingen toe, per
spoor naar allerlei grootere cn kleinere plaatsen. De Oost-
Friesche visschers knnnen er niet tegen visschenen 20 (een
stige) panharingendie men vroeger te Emden voor 2 a 3
pfenningen kochtkosten er thans al 2 a 3 stuiversen meer.
Twee Engelschen willen dan ook bij de Nessellander sluis
eene oesterbank aanleggen.
Volgens berigten uit Luxemburg, d.d. 29 Maart, heb
ben in den avond van den 25sten betreurenswaardige con
flicten tnsschen de Pruissiche militniten en de bewoners van
eenige wijken dier stad plaatsgehad, welke zeer ernstige
gevolgen hebben gehad en waarbij een arbeider en een sol
daat ernstig werden gewond. Den 2Gsten herhaalden zich
de tooneelen en werd eene oude caserue, die thans als her
berg wordt gebezigd door de soldaten uit wraakzucht ver
nield met al de daarin aanwezige meubelsflesschenglas,
enz., terwijl de eigenaar naauwclijks den tijd had met vrouw
en kinderen in een naburig huis te vlugteu.
Ter voorkoming van dit vandalisrnus, zijn door de mili
taire magt maatregelen genomen en overal patrouilles ge-
plaats.
De Tielscle Courant meldt, dat Johanna van Beek,
het zoo zwaar beproefde en wondervol geredde kind te Leeu
wen, bij gelegenheid van het l'aaschfeest weder haren eersten
kerkgang heeft gedaan. Zij kan dus als volkomen hersteld
worden beschouwd.
Als een bewijs hoe sterk de uitvoer van hoornvee naar
het buitenland is diene c'at nit de gemeente Dalfsen in
zes weken tijd niet minder dan 180 stuks door Pruissische
kooplieden van de stallen zijn weggekocht. Hierbij moeten
nog worden geteld de koeijen die op de openbare markten
door dezelfde kooplieden zijn gekocht.
De Groningsche studenten hebben voor de groote lo
terij ten behoeve der waternoodlijdendeii eene prachtige
pendule als prijs ingezonden.
De Tweede Kamer zal tegen den 23sten worden bij-
ccngeroepen.
Naar wij uit zeer goede bron vernemen, zullen de werk
zaamheden der Tweede Kamer zich voornamelijk bepalen tot
twee onderwerpen, behalve eenige van minder groot gewigt.
De begrooting voor het Departement van Koloniën inoet
worden behandeld en zal tot bespreking der koloniale belan
gen, zoowel als de wet op het batig slot over 1858 ruim
schoots gelegenheid opleveren.
Het andere hoofdpunt zal bestaan in de behandeling van
het wetsvoorstel betrekkelijk de verbetering van de toegan
gen naar zee voor Amsterdam en Rotterdam. De Regering
het volgende jaar, dien ik iu de residentie doorbragt, bezocht
ik, met het doel om over de zieUkrankhedcn psychologie
iets in het licht geven, de, aan dcu voet van het gebergte,
midden onder groene wijngaardheuvelen liefdetijk gelegen iu-
rigliug van Docter G De eigenaar en bestuurder der
inrigting geleidde mij met beminnenswaardige bereidwilligheid
bij zijne lijders rond. Toen ik na verloop van eenige uren
hem voor zijne vriendelijkheid bedankte, voerde Doctor G
ten einde mij langs korteren weg naar het gebergte uit te
laten, door den zorgvuldig onderhouden tuin der inrigting.
Mij gingen een klein paviloen voorbij, waarvan de groene ja-
locziën waren digt gesloten doch de deur open stond.
Docter G drukte mijn arm en fluisterde mij zachtjes
toe: „hier is mijne laatst aangekomene patiënte. Het is de
dochter van een der voornaamste bankiers, uit de residentie,
zij lijdt sedert een jaar aan onherstelbare droefgeestigheid. Haar
toestand schijnt helaas hopeloos. Zij spreek bijna niets, slechts
altijd en altijd dezelfde weinige woorden tot zichzelve. Hoor
eens professor."
Terwijl wij digt voorhij de deur van het paviloen voortlie
pen, wierp ik een snellen blik in het half verlichte vertrek.
Ik ontwaarde in zittende houding op eene van riet gevlochten
bankmet den rug naar den ingang gekeerd eene rijzige
vrouwen gestalte. Zij speelde met een krans donker roode
bloemen, en fluisterde op eenen toon, die mij tot in het diepste
der ziel schokte: „Zijn dat utee laatste Koorden, Ottilde, «tce
laatste Koorden