Et 11\ IN E N L A N I).
r.ich bij het regiment te Tipou zouden roegen. Genoemde
dame is geattacheerd bij liet eerste regiment cavallerie van
Missouri.
Den 21 sten heeft bij Leesburg een slag plaats gehad
tnsschen de 1ste kolonne van de bondstroepen, or.der gene
raal Stone, en de zuidelijken, onder generaal Evans. De
hondstroepen werden genoodzaakt achter den Fotomac terug
te trekkei, met een verlies van 600 man, waaronder gene
raal Baker. I e scheeps-cxpeditie, bestaande uit 80 bodems,
500 kanonnen cn 3500 man, zal morgen onder zeil gaau.
Schagen, 13 November 1861.
In de vorige week heeft de 14-jarige zoon van den land
bouwer D. S, alhier, zich door ophanging van het leven
beroofd. Men gelooft dat speelschheid de oorzaak van dit on
geluk zij, daar hij nog ei-nige oogenblikken te voren vrolijk
en opgeruimd met zijn vader aan het werk was geweest, en
hij steeds een oppassend jongeling was.
Het verheugt ons te kunnen mededeelen dat de be
grooting voor de staat» spoorwegen, van wier aanneming
het traceren van de lijn over Schagen door den Minister
afhankelijk was gesteld, door de tweede kamer der Staten
Generaal is aangenomen; terwijl een amendement van den
Heer van Bosse, om de lijn jar.gs de Westzijde van het
kanaal te trekken, is verworpen.^Zoodat wij nu, met grond,
eerdaags niet alleen de beslissing van den Minister, maar de
onteigening der benoodigde gronden, te gemoet zien.
Gisteren zagen wij dan ook met genoegen den ingenieur
van 1'rehn met twee aspiranten alhier arriveren, om het ter»
mein van het station op te nemen.
Jl. Maandag avond ongeveer 7y uur, is de bouwhoeve
van den landman D. Kooijte Wieringerwaard door den
bliksem getroffen, waardoor die plaats alsmede een daaraan-
grenzende mede aan deuzelfden eigenaar toebehoorende, geheel
zijn in den asch gelegd. Door de snelle toename van den
brand zijn er geene spuiten tegenwoordig geweest, zoodat
men niets van haven en goed heeft kunnen redden, en zes
kalveren bij den brand omgekomen zijn. Naar men ver
neemt waren beide boerenplaatsen slechts voor f 5000 voor
brandschade verzekerd.
Z. M. heeft aan den heer R. J. Hejligers, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend als directeur van het postkantoor
te Wroudrichem, behoudens aanspraak op pensioen; en voorts
benoemd tot directeur van het postkantoor: te Sittard, den
heer J. Tomei, thans directeur van het postkantoor te Scha
gen; te Schagen, den heer E. G. C. J. Heyligers, thans gea-
greëerd klerk op het postkantoor te Woudrichem; te Wou-
«Irichein, den heer Z. D. J. W. Gulden; thans geagreëerd
klerk op het postkantoor te Zevenaar.
Bij de steeds toenemende aanvoeren van aardappelen
uit het buitenland dalen de prijzen van dit voedingsmiddel
reeds aanzienlijk op vele plaatsen. Onder andereu wordt
te Veendam f 1,20 a 1,30 per mud en voor geheel gezonde
f 1,50 geboden.
Door de regtbank te Nijmegen was eenigen tijd gele
den de baron M. bij verstek tot twee jareu gevangenisstraf
ve ooraeeld, wegens opligterij gepleegd jegens eeue vrouw,
met wie hij zich verloofd bad. Hij had zich door de vlugt
aan de ten uitvoerlegging van dit vonnis weten te onttrekken.
Dezer dagen hield hij zich echter iu een klein Overijsselsch
dorp op. De politie te dier plaatse, zekerlijk door het Po
litieblad van zijn signalement onderrigt, nam hem weinige
uren na zijn aankomst aldaar gevangen. Hij is naar Nijme
gen getransporteerd.
Op den 26sten der vorige bevond zich op de stoom
boot Stad Alkmaar, varende van Zaandam naar het Nieuwe-
diep een zestienjarig jongeling, welke te Amsterdam voor
verschillende personen gelden had ontvangen, teu bedrage
\an p. m. f250 in zilvergeld en zes muntbilletten a f 10.
Behalve deze jongeling bevonden zich als passagiers aan
boord der boot 8 militairen. Onderweg had de jongeling de
onvoorzigtigheid zijn geld na te tellen; bij was daarmede ge
reed toen men ter boogie der kalkovens gekomen wasdeed
bet geld in twee zakjes en de muntbilletten in een schrijf
boekje, bergde toen alles in een katoenen zak, dien hij dmt
bondvervolgens ging bij naar liet dek en legde de zak op
eene bank neder, terwijl hij zich ter hoogte van de machine
kamer begaf.
Het scheen dat door het zien en tellen van dat »eld de
begeerlijkheid van twee soldaten was opgewekt geworden
A! spoedig vervoegde zich een van dezen bij den jon^elin»
hield hem aan de praat en wist het daar heen te leidendat
hij hem op sterke drank onthaalde. Terwijl deze hem alzoo
afleiding verschafte, maakte de ander gebruik om zich van
het zakje metster Ie maken en uit hetzelve het zakboekje met
de muntbilletten te ontvreemdenhij beging echter de otj»
voorzigtigheid liet zakje niet op dezelfde plaats neder te leg-
gon. Spoedig werd het door den jongeling vermisthij vond
het bij den kajuitstrap terug, onderzocht hetzelve en zag dat
hij bestolen was. Er werd terstond gevraagdgezochtdoch-
alles vruchteloos. De bestolene die naar Égmond moest en
alzoo plan had de boot te Alkmaar te verlaten, bleef na op
dezelve tot aan bet Nieuwediep. Daar gekomen had de kapi
tein de voorzigtigheid, niemand van boord te laten gaan,
maar de zaak terstond ter kennis van den Commissaris van
Po!itiete brengen. Bij een daarop gevolgd onderzoek, werd
bij eender soldaten twee muntbilletten gevonden, verborgen
in zijn onderbroek. Hij trachtte het bezit daarvan door eenig
voorwendsel te regtvaardigenmaar dit gelukte hem niet,
allengskens kwam hij tot bekentenis van het misdrijf. Hij
hadden diefstal gepleegdtwee muntbilletten op vermelde
plaats verborgen, doch na het bekend worden van den dief
stal, bevreesd voor ontdekking, het boekje met de vier ove
rige muntbilletten door een raampje van de kajuit in het N.
H. kanaal geworpen.
Wat eenigzins voor de waarheid der laatste opgave pleit,
is de omstandigheid dat door den hofmeester der stoomboot
op het barggout onder een raampje der kajuit, zijn gevonden
drie stukjes met potlood beschreven papier, welke door den
bestolene werden erkend, afkomstig te zijn, vaneen stuk,
papier hetwelk in het zakboekje had gelegen en waarop hij,
eigenhandig met potlood een adres had geschreven.
VERGADERING van den GEMEENTERAAD.
Zitting van den 6 November 1861.
Afwezig de heer D. Timmerman.
De vergadering wordt door den Burgemeester geopend en
voorgezeten.
Door den secretaris worden gelezen de notulen van liet ver
handelde in die van den 7 den cn 27sten Octoher jl. en goed
gekeurd.
De voorzitter brengt ter tafel een aan Heeren Ged. Stalen
dezer Provincie gerigt adres door den heer P. H. IV. Liglen-
berg, waarnemend controleur alhier, zich beklagende dat hjj
in den Hoofdelijken omslag is aangeslagen tegen eene som
van f 12,'s jaars, vermeenendeinden Hoofdelijken omslag
alhier niet te kunnen worden aangeslagen, als geen inwoner der
gemeente zijnde enz. doch zoo er termen mogten bestaan, dat hij in
dien aanslag, kan worden aangeslagen, dat hij iu dat geval zijn
slag van f 12,'s jaars, die in evenrtdigheid van zijn inkomen en
in vergelijking van de hoogst aangeslagenen te hoog is, vtrzor».
hem alsdan zoodanige ontheffing te verleenen dat zijne aanslag bil
lijk zij in vergelijking met die van de andere enz., welk adres bij
apostille van 1 November 1S61 No. door den heer voorzitter
van Ged. Statenin handen van den gemeenteraad van Schagen
wordtgesteld, om berigt, consideratiën en advies, waarover werd
beraadslaagdover wegende dat in beginsel is aangenomen dat de
adressant als zijn verblijfïn deze gemeente houdende iu den Hoofde
lijken omslag voor het jaar 1861 naar tijds gelang van dat
verblijf moet worden aangeslagen.
Overwegende dat de adressant is aangeslagen naar een ver
meend inkomen van f1100, waarvoor hy geacht kon worden
in de 12de klasse te kunnen worden gebragt, bedragende die
klasse f12— over liet volle jaar.
Overwegende dat de adressant heeft aangetoond, van zijne
betrekking minder inkomen voor het jaar 1861 te hebben dan
men had vermoedwaardoor er termen bestaan om den aan
slag eenigzins te verminderen, waartoe met algemeene stem
men werd besloten en alsnu bepaald ora den aanslag des
adressants van de 12de terug te brengen tot in de 13de klas
se, bedragende eene som van f9,over het geheelc jaar,
zoodat de aanslag als loopende over 10 maanden eene soa!
van f7,50 zal bedragen.
De voorzitter brengt ter tafel een adres van Jan isser,
postbode alhier, zich beklagende over de bepaling van art. 10
van het politie reglemeut voor deze gemeente van den
Augustus 1861, houdende „Het is verboden, in een honden
wagen te rijdende voerman is verpligt naast de honden 'e
gaan enz., te kennen gevende dat hijbij het haudhaveD van
die bepaling, verpligt zal zijn, dagelijks van zijne woning
tot aan de bus van Haringhuizen langs den straatweg naas
zijn rijtuig te moeten loopen en dus geen genot kan heb n
van datgeene wat hij tot vervoer van zijn persoon zich
aangeschaft, verzoekt ten slotte dat de Baad hem vergunne
in zijn voertuig gezeten te mogen rijden, waarover eenige
raadslaging plaats heeft, overwegende, dat bij de herziening
van hef politie reglement alhier de bepaling iu art. 106 rij^
pelijk is overwogen en noodzakelijk bevonden ter voorkoming
van ongelukken door onachtzaamheid van in hondenwagens rij
dende personen ten aanzien van voorbij rijdende wagens me
paarden bespannen zoude kunuen ontstaan.
Overwegeode dat de verbods bepaling van genoemd art.
eene algemeene strekking heeft, en niet ten voordeele van enkelen
o een individu kan of mag worden gewijzigd. -