BESTEDING. AMSTERDAM - NIEUWEDIEP. JONKIK W. F. ALEWIJN WER, te Alkmaar, ten Rnadhuizc der gemeente Zij pc, aan de Schagerbrugen in de herbergen van W. SCHUIJT, aan deSt. Maartensbrug, in deZijpe, en van N. KRUIJER, aan het Zand in de Zijpe. Na Maandag 6 Januarij 1862 zal de tusschenreis 's Morgens ten 7{ ure van Amsterdam naar Alkmaar Alkmaar e idem 's avonds 6j Van 't Nieuwediep naar Amsterdam 's nachts ten 12 ure. Alkmaar idem 's morgens 5\ gemeente Zijpe, maken bekend, dat op heden ter Secretarie der gemeente, voor den tijd rail 30 dagen, gerekend van dato dezer, zijn nedcrgclcjd ter inzaje van belangheb benden: (1035) liet uitgewerkte Plande Situatie Kaart benevens de G rondleelceningende Extrac ten uit de Kadastrale Leggers der gemeen te benevens algeinecne staat der kadastrale Pcrceclcn, die vermoedelijk Ie 0\TI^B- GE.1111 zullen zijn, ten algemeene nutte voor den aanleg van den Staats Spoorweg van Nieuwediep naar bet Medorper Verlaat. Wordende de belanghebbenden aandachtig gemaakt, op den boven omschreven termijn van dertig dagen, binnen welke zij hunne bezwaren mondeling of schriftelijk aan Bur- gemecstcr en Wethouders der gemeente in gevolge arl S der Avet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad No. 125) bclioorcn op te geven. Zijpe den 23 Januarij 1862. Burgemeester en ft cthouclers voornoemd. l)e Burgemeester VAN DOORN. De Secretaris W. VAN OS. MAKELAAR in Roerende- en On roerende Goederen en in Effecten, Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Ontvanger der Registratie te Schagen. DIJKGRAAF en HEEMRADEN var. den polder Wie- ringerwaardzullen op Zaturdag den lste" Febru- arij a. S. bij inschrijving AANBESTEDEN: Het bouwen tener nieuwe KLIKISRUG in dpn Slikker- of Zjperdjk, het Bestek ligt ter lezing bij de Wed. K. Visser, Logement aan de Grootebuurl: de tcekening en nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Poluerstimmerbaas den heer A. Dekker Rz. te Wierin gerwaard. (1032) De aanwijzing in loco zal gedaan worden op het terrein, Vrijdag den 31 der maand Januarijvan 9 tot 12 ure. Namens Dijkgraaf en Heemraden voornoemd K. A. KAANSecretaris. STOOM RA DERJAGTEN Xaantlrootn Xo. en 2. en's Nainiild.1} w v Alkmaar «Amsterdam niet meer worden waargenomen maar de dienst worden voortgezet als volgt: (1029) D A G K L, IJ K S: van Amsterdam naar'tNieuwediep'snamidd. ten3{ ure. te winnen. Ook de zevende inzet won ik. Ik beefde als een essenblad. Waarom was ik niet zoo gelukkig in Presburg op den landdag? Vurig bad ik tot God: verlos mij van dit geld geef, dat de roover eenmaal wint alles tc vergeefsook de achtste maal uas ik het weder die won. Xu ben ik een kind des doods zeide ik tot mij zeiven. De roover schertste lagchen l oud heertje, gij moet op de sehoone gravin verliefd zijn, anders zoudt gij niet zoo gelukkig in het spel zijn. De oubeschaamde wilde mij nog chicaneren. Toen hij ten negen de male schuddeklopte mij het hart als of het wilde van een springen. Daar hebben wij liet. weder gewonnen Fekete sloeg met deu vuist op de tafel, dat alle goudstukken in de hoogte springen, en stond van zijne zitplaals op. Oude heer, wanneer gij zoo voortgaat met winnendan zou ik binnen een uur het geheele vicarer comitaat verliezen, zeide hij lag- ehende en stak het hem nog overgebleven geld weder in den zak. Ik waagde het bevendhem bet gewonnen geld aan te bieden. Trotsch als een hidalgo, keek hij mij aan. Waar houdt gij mq voor, mijnheer, steek u geld bij u of ik werp u daarmede de deur uit. Heer des hemels, wat zou ik met dit geld beginnen, met dit geld, waarom men zeker iemand vermoord had, en waarom men waarschijnlijk ook mij ver moorden zou In mijne angst wierp ik het, zoo als het daar was, aan de Zigeuners toe. Doch dadelijk berouwde mij deze domme streek. Daardoor verraadde ik toch, dat ik rijk was, en aan geld geen gebrek had. Te gelijkertijd omringden vnij de Zigeuners en baden mq bun mijn lievelingsstuk te uoemen, zij zouden het spelen, zoo als ik nog nimmer in mijn leven gehoord had. Ik verwees hen tol de gravin, ten einde van hen verlost te raken. De gravin liet zich niet lang bidden maar hief met hare sirenenstem een harer lievelingsvolksliederen aan: door bare goddelijk gezang, vergat ik geheelwaar ik mij bevoDd, en begon zoo dol te applatidisereo, als of ik in roqn parterre- iilrgf.mer.ster en WbItioiders der te SciiAGtN Agent van de II eer en de JONG en O. te Amsterdam, a!s Directeuren eener onderlinge Brand waarborg Maatschappij, beveelt zich aan tot het koopen en verkoopen van alle Binnen- en Buiten- landsche Effectentot den verkoop van Roerende en Onroerende Goederen en tot het Incasseren van Wissels op alle plaatsen in ons Yaderlaud. (1030) loge te Pest zat. De roover hoofdman applaudiseerde even eens en bood zich aan om wauneer de gravin zulks hooren wilde haar zijn lied voor te zingen. En hij begon een van die woeste liederen, zoo als men ze in elk dorp, aan eiken hoek der straat booren kan, de roover was geen meester in het zingen. Yervolgens keerde hij zich tot mq. Thans is de beurt aan u, oude heer, zeide hij gij moet ons ook uw lievelingsstukje voorzingen. Ik geraakte in eene vreesselqke verlegenheid. Ik zin gen zingen in dit vreesselijk oogenblik. ik, die behalve het lied „so lebe wofcl, du stilles haus" in mijn geheele leven, nooit iets anders gekend had Ik ik kan niet zingen volstrekt niet. (De dui velin, die ons thans in eene mooije klem gelokt had, was steeds gewoon te lagcheD, wanneer ik onwetend eene opera aria begon te neuriën. Ik heb eene heesche, krassende stem een pan uw zingt beter.) De gravin bad mij, in de fransche taal, toch toe te geven en iets te zingen, mijne weigering mogt ons anders een onge luk aaubiengen. Dat oulbiak mij nog. Wat moest ik doen? met de schrik in het hart, met de doodsvrees in de keel begon ik: „So lebe woLI, du stilles haus", ik zong luid en oorverscheurend. Tot op de helft van het lied ging het nog al lijdelijk, doch toen ik in de derde trophe door een ongelukkig toeval een jammerlijke triller maakte, kon zich de gravin niet langer in houden en barste zij in een krampachtig lagchen uit. Ook de bandieten begonnen te schateren, eo eindelijk stemde ook ik als in chorus er mede in, in weerwil ik volstrekt geene reden had vrolqk te zijn. (Slot vo/ft.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1862 | | pagina 3