Mexico. De berichten blijven nog altijd op een hoogte. Men is algemeen van gedachte dat bet nog wel eenigen tijd aan zal loopen eer de Franschen in de Hoofdstad zullen aan komen. Zoodra zij daarvan meester ziju zal Spanje een afgevaardigdeSenor Facundo Goniderwaarts zenden. Engeland begint zich ongerust tc maken over de plannen van Frankrijk omtrent Mexico. Italië. -Van de Triester Ztg. wordt ge schreven GEMENGDE IÏL1UCHTEN. positie tot positie aan en bracht hem in een paar dagen zooverdat men er aan begon te twijfelen of bij nog zou ontkomen. In plaats van Kichmond in te nemen werd de generaal der Noordelijken terug gedrongen naar dc ri vier en slechts in het holste van den nacht gelukte het hem door middel van bruggen die met pijnboomentakken bedekt waren om alle geraas te voorkomenaan den vijand te ontkomen. Wat 51' Clellan dus voorspeld heeft is op nieuw gebleken de waarheid te zijnIlooker heeft zijne woorden door zijne daden gelogen straft. Zullen nu de Noordelijken hunne oogen openen voor de waarheid Kichmond kan niet ingenomen wordenop alle wijzenvan ver schillende puntenis men den aanval reeds begonnen, inaar geheel vruchteloos. Zullen de Noordelijken nu eindelijk inziendat zij een taak hebben op zich genomendie zij niet kunnen volvoeren en dat het verre boven hun ne krachten is om de zuidelijken tot onder werping te dwingen „Wanneer men ecnigtzins mag rekenen op de stemming van den Koningdan is het Ro- meinscke vraagstuk een oplossing nabijten minste heeft het in den laatstcn tijd een groote schrede naar den zin van de Italiaansche revo lutie-partij vooruitgedaau. De Koning ver klaart aan ieder, die 't slechts hooren wildat hij in ieder geval dit jaar nog zijn intocht in Rome zal houden. Iloe verre hierin zijne over tuiging vast staatblijkt bet best daaruit dat hij bij 't Ministerie van oorlog de regimen ten al heeft aangewezendie in 't vervolg in Kome in garnizoen zullen liggenen dat er nu reeds aan gewerkt wordt om deze regimen ten van parade kleederen te voorzien. Hoe avontuurlijk dit bericht ook klinken moge, 6taan wij er voor indat het van woord tot woord waar is. Dat voor het overige op de Tuilericn wederom een wind begint te waaijen, die voor Italië gunstiger, is blijkt uit een brief, dien de koning dezer dagen van Napoleon ontvangen heeft en die van allerlei vriendschaps betuigingen overvloeit. Opmerkelijk is 't dat er thans ook allerlei geruchten loopen dat Ri- casoli weldra wederom president-minister zal worden. Men verwacht van dezen, dat hij met ronde woorden zal verklarendat Rome dit jaar nog in bezit genomen zal worden." De Koning heeft den senaat en de kamer van volksvertegenwoordigers geopend met een rededie herhaalde malen door de luidste toe juichingen werd afgebroken. Bij den oostenrijkschen consul te Yaclona heeft men verscheidene wapens en een groote hoeveelheid kruid ontdekt. Op den derden Dinsdag van Julij, zijnde den 21 dier maand, zal alhier, worden over gegaan tot de verkiezing van drie leden van den Gemeenteraad: de heeren H. R. de Meêr, burgemeester, C. de Pater Sr., wethouder en C. Kruijerdie volgens den rooster moeten aftreden. De heer H, J van de Gootberijk te Breda, heeftvoor 4' Cent per stuk aangenomen de leverantie der, voor 's Rijks militaire hos pitalen benoodigde bloedzuigers terwijl de Heeren Das Comp. te Leiden voor S\ Ct. per stuk hebben aangenomen de levering der op 17 Junij, voor 'sGravenhage benoodigde illumineerde glazen. Het dorp Bensen in Boheme, is bijna geheel afgebrand, van de 260 huizenbleven er 6 staan. Op de kermis te Bredais nadat ze slechts een dag geopend was de tent van den directeur Pie- tri Holmsop last der policic gesloten. Mw. Jennij Goldscbmidt-Lind heeft, 500 8 St. de opbrengst van een door haar te I-ou- den gegeven consert, aan een hospitaal ge schonken. De broeder van graaf Brauicki, den 5den Mei roerde hij zijne troepen naar den noordelijken oever terug met ecu verlies ▼an verscheidene duizenden en dc geheele mislukking van zijne plannen. En toch gcloo- ven wijdat het met hem nog gelukkiger is afgeloopeudan men in 't algemeen wel ver wachtte. Het was wel is waar mogelijk, dat hij zou slagen; want ofschoon hij te luide snoef de gebeurt het wel eensdat men zoodanige grootsprekers hunne gasconades ziet ten uit voer brengenmaar alle kansen waren hein tegen en een totale ondergang van het leger van den Potomac was wel zoo waarschijnlijk. Noch het eennoch het ander heeft echter plaats gehadHooker is wel geslagen maar zijn leger is niet vernieldhij is niet genood zaakt geweest zich over te geven. Alles was voor deze exepeditic met de grootste naauw keurigheid in orde gebracht. Het volk van Washington en New-York ver langde dat het leger van den Potomac iets zou verrichtendat het Yirginië zou binnen trekken en ltichmond veroveren. M' Clellan heeft vroeger aan deze verwachting den bodem ingeslagen door dc onmogelijkheid daarvan aan te toonen; daarom werd hij door waaghalzen vervangendie duizende menschcnlevcns op offerden en het doel uiel bereikten. De Noord- Amerikanen konden echter de onmogelijkheid van hun geliefkoosd plan niet inzienen Iloo ker versterkte hen in hunne opinie dien aan gaande. Hij berispte alle daden der vorige be velhebbers; wist Lincoln van de mogelijkheid te overtuigendat hij rechtstreeks op Rich- mond kon marclieeren en het innemenhij kreeg de toestemming. Het plan van Ilooker was den Zuidelijken bekend drie der beste generaals LeeLong- street en Jackson verdedigden Yirginië en het was niet waarschijnlijk, dat deze overvleugeld zouden worden door een man zoo als Hooker. Indien generaal Lee al eenigtzins verwon derd was over de roekeloosheid van Hooker zeer zeker liet hij zich daardoor niet uit het veld slaan. De Generaal der geconfedeieerden trof zijne vijanden links en rechts dreef de divisie van Sedgwick over den Rappahannock terugtastte Hooker van uur tot uurvan EENE VROUWELIJKE DM0N. Eene geschiedenis uit de lijfstraffelijke RECHTSPLEGING. Ttcaalfde Vervolg. Hij klopte aan en trad onmiddelgk daarop bin» oen. Aan eene schrijftafel zat een lang mager man. IRj was in het grijs gekleed, op zijn gelaat ver toonde zich diepe rimpels, het haar hing hem onachtzaam op zijne schouders. Hy zat in een foliant te lezendoch hiei nu het hoofd op. Zyt g|j het Barwinkel vraagde bij. Het lijk is er, professer. Goed. Nog iets van uw dienst professer Neen Na deze lakonische tweespraak verwijderde zich de oude dienaar. De professerbleef tot middernacht aan zijne schrijftafel zitten lezen en schrijven. Toen stond hij op, greep eene bij hem op de schrijftafel liggende chirurgjjuskoker en stak dien ie zijn borstzak. Hierop nam hij zijne studeerlamp en Terliet de kamer. Hij ging, bijna zonder eenig gerucht te maken, naar beneden. In huis had zich alles ter ruste begeren. Er heerschte eene doodelijke stilte. De ernstige grijze manmet zijn lang afhangend hoofdhaar, door het lamplicht flaaunr verlicht, ge leek een wandelende spookgedaante. Hij kwam aan de deur, die naar de snijkamer leidde, trad dezelve binnen en ging naar de tafel, waarop het, in een laken gewikkeld lijk lag, zette de lamp neder en aloeg het laken op. Het lichaam van Eosalia was nog in het zelfde kleed, dat het arme meisje, hij de laatste zitting van het gerechtshof gedragen had. De trekken Tan het lijk geleken volstrekt niet op die eener doode, op de wangen was nog dat teringachtige rood zichtbaar, waarvan wij vroeger melding hebben gemaakt. De half gebroken oogen schenen verstijfd, voor het overige had men zich best kunnen voorstellen een slapende voor zich te zien. Het vroeger zoo gezonde lieve gelaat teekende niet de geringste sporen van den vreesselijkea strijd, dien Rosalia, in den laatsten tijd, ondervonden had, er lag integendeel eene uitdrukking van vrome berusting in deze nog altijd schooue gelaatstrekken. De oude professer zag peiusend op het aange zicht neder. Zijn blik was donker, een bittere trek speelde om zijne lippen. Bedriegt ons onze verbeelding, mompelde bij bij zich zeivenwanneer wij in de doodelijke ge laatstrekken van een misdadiger iets van die ge moedsreinheid waarnemen, die hij vóór zijn val bezat? Is het een wenk der geestenwereld, dat door den marteldood ten minste een deel der zon den afgelost wordt, die de misdadiger ia zijn leven beging? Wie durft het wagen, hier ongeloovig te lachen, en uit de ontdekkingen in de physiek ge volgtrekkingen te maken Hoe weinig kunDen wij nog met zekerheid bepalen en welke raadselen sta pelen zich voor ons aan deze grenzen op, daar waar materie en dat, wat wij schranderheid noemen, zich in ons opdoen Met al onze navorschmgen zijn wij ar me stumpers 1 En inweerwil hiervan onderzoeken wij steeds verder De onde professer schudde het grijze hoofd. Hij haalde zijn instrnmenttascb te voorschijn, opende die en lag haar op de tafel neder. Hij maakte verscheidene messen gereed, die in hel lamplicht onaangenaam blonkeo. Vervolgens zag hij op het lijk neder. Arm kind, mompelde bij op nienw, de onschul dige, strakke gelaatstrekken van Rosaliamet eene uitdrukking van medelijden gadeslaande, het is mij onmogelijk aan uwe schuld te gelooven Zoo gij eens een offer van de dwalingen der justitie waret? Jaging hij na een korte pauze voortuw gees telijk gedeelte maakte zich waarschijnlijk niet schul dig aan de zonde, en des te zekerder zal uw lichaam aan de wetenschap dienstbaar zijn. De oude man sloeg het laken van het ljjk verder op. Hij nam een der ontleedmessen en zette de punt er van op de borst van bet lijk, om eene insnede te bewerkstellingen. Het mes reet de huid open. Op dien oogenblik vernam de professer een hevig schellen, en te gelgkertijd liet zicb, van de zijde der buitendeur, eenig gedruisch hooren. De professer hief het mes op en luisterde. Wie mag er nog op een zoo ougelegen nur komen vraagde hij zich zeiven af. Hij vernam eene woordenwisseling. De portier weigerde, zonder twijfel, een vreemdeling binnen te laten. Eene onbekende stem riep driftigIk moet baar, tot eiken prijs zien Ga op zijde, zeg ik u; of spoed u heen en dien mij aan De portier weigerde op nieuw, aan het verlan gen te voldoen. De strijd werd heviger. En nu trad de professer, met het mes in de hand, naar de kleine deur, waardoor eenigen tijd vroeger, het lijk binnen gebracht wasen opende dezelve. Een jeugdig man, met bleeke, ontstelde gelaat strekken en wilden blik, sprong hem reeds op den drempel te gemoet. De portier volgde haastig op eenigen afstand. Bij den aanblik van den grijsaard met bet mes, en het lijk gaf de vreemde een harden schreeuw. N ervolgens wierp bij den ouden man op zijde en ijlde de kleine zaal binnen. Hij snelde naar de tafelkeek angstvol eenige oogenblikken in de, door het lamplicht spookach tig verlichte trekken van het lijk, en wierp zich vervolgens jammerende op het zelve. De bedeesde professer maakte eene afwerende beweging met de hand naar den portier en sloot de deur van de ontleedkamer toe. Vervolgens trad ook hij naar de tafel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1863 | | pagina 2