MENGELWERK. KANTONGERECRT. de vriend van prins Napoleonis op zijn landgoed in Polen gearresteerddenkelijk gaat Lij naar Siberië. Te Franeker zijn man en vrouw te gelijk begravenslechts gedurende 3 weken waren zij gehuwd. De hertogin van Morny is bevallen en de keizerin van liusland is ziek. Dr. Reid, heeft op zijne reis door Persie in de woestijn van Atacaraa, een kerkhof outdekt waar ongeveer 600 gedroogde lijken in een halven cirkel, als in stille overdenking, bij elkander zaten. Met de zalmvangst gaat het naar wensch. Te Hardeoberg heeft eene kip op één dag, drie zeer groote eijeren gelegd. Uit Napels wordt gemeld, dat de heer Giovan- ni Petillo, door roovers is weggevoerd, dat zijne familie 600 ducaten als losprijs betaalde en dat de roovers, inweerwil daarvan den onge lukkige hebben vermoord, na hem neus en ooren te hebben afgesneden. De zoou van Gari baldi is naar Polen vertrokken. De Rurge- meester van Genemuide heeft door een pistool schot een einde aan zijn leven gemaakt, men weet nog niet waarom. Bij de Derbij-wed rennen heeft de prins van Oranje 3000 St. met weddingschappen verloren; terwijl de eige naar van het paard Macaroni er 85,000 mede gewonnen heeft. Men denkt dat de koning van Piuissen, ten behoeve van zijn neef, prins Friedrich Karlafstand van den troon zal doen. De geestelijkheid houdt zich in Frank rijk, met de verkiezingen druk bezig en doet alles om die candidaten te doen zegepralen, welke in het wetgevende lichaam, de wereldlijke macht van den paus zullen verdedigen. De omstreken van Cuerva, (Spanje) worden door eene groote massa sprinkhanen geteisterd, hoe krachtiger de pogingen om ze uil te roeijen des te meer ze toe nemen. Op den 2den Pinksterdag is eene plaisier boot van Autwerpen naar het eiland Walche ren gestoomd het vrij talrijke gezelschap heeft zich van des middags een tot vijf ure, aldaar perfect geamuseerd de terugreis echter was minder aangenaam door een defect aan de schroef der boot, bleef zij stil ligggen slechts met behulp van zeilen bereikte men na twee uren tobheusTerueuzen waar de reizigersalles behalve op hun gemakden nacht moesten doorbrengen zij waren voor hun plaisier uit 1 Gedurende de Pinksterdagen is Scheveningen door meer dan 20,000 vreemdelingen bezocht. Ook te Brielle begint de petroleum het gas te vervangen. 500 Duitscherszoo man nen als vrouwen en 2000 Engelsche werklieden zijn te Parijs aangekomen om de stad te be zoeken. Te Liverpool is een ijzeren schroef stoomboot van 21 stukken geschutvoor de Zuidelijken gebouwd. Te Hoorn heeft een jonkmensch, die door zijne aanstaande was afgeschreven, zich, gewa pend ract een pistool, naar de woniug harer moederbij wie zij was inwonende, begeveu, en aldaar, in tegenwoordigheid der twee da mes, zich den kogel door het hoofd gejaagd. De keizer van Rusland gebruikt ook al Mal*- Extract. Te Ligneville (Frankrijk) stierf dezer dagen, op ljarigen leeftijd een Engelsch- man met name Harwarden; zijne voornaamste bezigheid bestond in jagen en vissollen, en zijne geheele huishouding uit twee meiden, hij vermaakte zijn geheele vermogen dat uit 400,000 th. bestond aan twee kerken; bij deze gelegenheid ontdekte men, tot groote ver bazing der omstanders, dat deze lieer van Harwarden eene vrouw was, met name Gile- brank en van een Hollandsch eiland geboortig. Tegen de uitdrukkelijke bepalingen van den Koran, verlangen 24,000 requestrauten, teCoo- stantinopeldat de Sultan zijn photograpisch portret zal laten maken. ln Frankrijk is een achtjarig paard voor 22,310 fr. verkocht. Te Nijkerk heeft eene gehuwde vrouw, moeder van vijl kinderen door middel van ophanging een einde aan haar leven gemaakt. Uit de Waalsche kerk te Utrecht is een bijbel gestolen. De Loterijzaal te 'sGra- venhage is herdoopt ze heet thans «Ridderzaal", dat scheelt zooveelDe prins van Oranje is te Parijs aangekomen. De arrondisse ment rechtbank te Leiden heeft een student die geduelleerd eu zijn tegenpartij gedood heeft, tot één maand cellulaire gevangenis straf veroordeeld. Eene edele daad. Toen in het Poolsche stadje Staszow waar de Joden nog in het Gbetto afgezonderd moeten wonen, de Kozakkeu alle waar de geplunderd hadden, beraamden de Joden, die verschooud gebleven warende middelen om het geroofde te vergoeden, ja, zij rustten niet voor zij onder elkander het buitgemaakte, ter waarde van Wie zijt gij, mijn heer? vraagde hij. Hij moest die vraag herhalen. De jonge man richtte zich verstoord op. Zijt gij de professer ilangold Ja, die hen ik. Gij zuli dit lijk niet ontleden Wie kan my zulks verhinderen De gerechts- docter heeft het aan mij afgestaan.— Ik bezweer u, geef aan mijne bede gehoor Gij moet zulks, want ik eisch het lijk op! Met welk recht Ik ben de broeder van deze arme bedrogene riep de jonge man op hartverscheurenden toon. De professer richtte verbaasd zijn blik op deu vreemdeling. Haar broeder zeide bij vervolgens Ik wist nietdat dit meisje een broeder had Gij waart immers niet hier, gedurende de terechtzittingen; gij zijt in reisgewaad 1 Ik kom uit Alexandrië. Hoe Ik ben docter, even als gij, en bevind mij daar sedert verscheidene jaren antwoordde de jonge manin zijne groote opgewondenheid de woorden bijna ademloos id afgebroken woorden uiten de wegens mijn veelvuldig reizen in het binnen land, heb ik met mijne zuster in langen tijd, geene briefwisseling kunnen houden zij heeft mij hier aan twijfel ik nietbepaald voor dood gehouden En hoe vernaamt gij vraagde de professer verrast Door een landsman, die toevallig naar Alexan drië kwam, vernam ik toevallig de inhechtenis neming van Rosalia. Ik heb dadelijk mijne ver bintenissen opgezegd. Eo zijt hierheen gekomen Heden - voor een uur te laatOntzet tend Rosalia deze engel van eene misdaad beschuldigd veroordeeld, dood! Ik spoedde tnij naar den gerechtsdocter, hij Terwees mij tot li, was mijne zuster schuldig Dat weet God alleen en misschien de gravin Malström antwoordde de grijsaard Ik woonde alle terechtzittingen bij, en koester een vrees- selijke argwaan I Die eenigen met u deelen, zoo als ik vernomen heb! antwoordde de jongeling driftig O, mijn God, zoo het te bewijzen ware, dat Rosalia doch zy is dooddood In doffe smart wendde zich de arme jongen naar de tafel, waarop het lichaam van het ongelukkige offer lag. Ook de oude docter wierp bekommerd zyn oog er op. Plotselings ontsnapte een kreet aan beider mond. Ik zag hare wimpers bewegenstamelde de jongeling. Ook ik riep toonloos de grijsaard, met beven de stem misschien dat het lampgeflikker ons bedriegt. Neen, neen! schreeuwde de jonge docter, naar de tafel vliegende, zoo zij eens niet dood, zoo zij eens schijndood ware De grijze professer liet het ontleedmes vallen. Ook hij snelde naar de tafel. Het lichaam vaD Rosalia lag beweegloos en koud, geen pols sloeg, geen hartklopping was merkbaar, evenwel verkondigden eenige zwakke symtomen aan den geoefenden blik van de beide geneesheeren, dat in dit verstijfde uiterlijke het leven nog niet uit- gebluscht was. tY ij hebben al het noodige dadelijk by de hand stamelde de grijsaard in koortachtige haast, en snelde door de deur het huis in. In het beneden gedeelte, naast de kleine zaal, sliep Barwiokeleen waar factotum (doe al). Eenige woorden van zijren heer deeden hem alles begrijpen. Hij volgde den grijsaard onbevreesd naar de huisapotheek. Na weinige minuten stonden de drie mannen in de snijkamer, angstig en zwijgend, alle midde- leu aanwendende, die de schijndoode in het leven konden terug roepen. En huune pogingen hadden den gewcnschten uitslag. Het lichaam verloor zijne doodclijke stijf- 500 roebels, bijeengebracht hadden. Naauwelykt waren de plunderaars verdwenen, of de verachte Joden traden te voorschijnen vergoedden den be roofden, de gelcdene schade. Een geaboneerde schreef onlang» aan een onzer colt-ga 's lk begeer uwe Courant niet langer 1" waarop hij hem antwoordde »Gij hebt gelijk, mijnheer, ik zal mijne Courant ook Diet langer maken zelfs ook niet op uw ver langen de tegenwoordige groottehoud ik juist voor de beste." Een echt kenner. Een groote brug naderde hare voltooijing en de daaraan werkzaam zijn de ingenieurs wilden op de bouwplaats zelve een feestmaal houden. Toen zij zich juist aan tafel gezet hadden zagen zij een man met een duimstokmet een bedenkelijk, ernstig gezicht verscheidene metingen en aanteekenin- gen maken. Zij hielden hem voor een colega of deskundige en noodigden hem bij zich aan tafel. Na den maaltijd, zeiden zij opgemerkt te heb ben dat hunne arbeid hem gansch niet vreemd was en verzochten zij hem de goedheid te willen hebben hun zijn gevoelen nopens het werk mede te deelen. De goede man wiens eetlust nog niet be vredigd waswachtte tot het einde van het dessert en antwoorddenadat hij zich lang had laten bidden met de grootste ernst «Ja mijne heeren ik ben volkomen van uwe meening, om de brug over de breedte van de rivier te slaan want zoo gij zulks over de lengte hadt willen doen zoudt gij er niet zoo spoedig mede klaar gekomen zijn Zitting van 28 Mei 1863. 1. P. S., en J. K., Zjpe, veroordeeld wegens bet bezoeken eener herberg binnen de ge meente Zijpe na bezetten tijd; boete ieder f3 met subsidiaire gevangenisstraf van één dag eu in de kosten. 2. C. K., te Z'jpe, beklaagd wegens het la ten loopen grazen van drie schapen aan den openbaren weg in den Anna Paulowna polder; vrijgesproken. beid, het geelachtige wit der huid, het blaauw der nagels verdween1, de pols begon zich zacht te verheffen, het doodelijke glasachtige der oogen week, een naauwelijks merkbaar ademen verkondigde de vernieuwde werkzaamheid der longen. Zij leeftjuichte de jongelingen tranen vloeiden over zijne wangen, terwijl hij zich rusteloos met zijne zuster bezig hield. Diep getroffen, stonden hem professer eu be diende ter hulpe. En Rosalia kwam van lieverlede bij. Het was of zij, gedurende de verstijving, hare krachten verza meld had; zonder hulp richtte zij zich overeindzij scheen zich sterker te gevoelen, dan in het oogen- blik, dat zy in de leuningstoel voor de rechters zat, en hunne uitspraak afwachtte. Haar blik die steeds levendiger werdhad iets eigenaardigseen vreeswekkendeakelige lach zweefde om hare lippen. Het wasals ware zij onbe wust van hetgeen er met haar voorviel. Rosalia, riep de jongeling, hare handen drukken de, gij zijt gered Zie eens goed, ik ben het, Frans! uw broeder is hier, om uwe onschuld aau den dag te brengen Rosalia Het meisje vestigde haren bhk met een onver schilligen lach van den een op den ander kromde zich in een en tastte naar de kruin van haar hoofd, als of zij daar een stekende pijn gevoelde. Vervol gens staarde zij voor zich en lachte weder. Stilzeide zij vreesachtig fluisterende, in bijna zingenden toon, wekt de kinderen niet, die daar onder de bloemen sluimeren daar daar ziet gy ze wel Een hunner zal niet weder wak ker worden, dat wist gij niet, en zoo gij de an deren wektdan blijft het niet verborgenWie behoeft bet te weten Eene vale bleekheid overtoog het gelaat des jongen docters. Hij richtte een wanhopigen blik op de geschokte aanwezigen aan zijne zijde. Almachtige Godmompelde hijzij heeft het verstand verloren (JFercft vervokd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1863 | | pagina 3