m jumi.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
N«. 299.
Zevende Jaargang.
A». 1
SLEESWIJK-HOLSTEIN DUITSCHLAND.
POLITIEK OVERZICHT.
Frankrijk. Puëbla is ingenomen. Generaal
Ortega is met 18,000 man gevangen genomen.
Een divisie van 't Fransche leger is op marsch
naar Mexico. Er blijft nog altijd sprake
van een verandering van ministerie, ofschoon
hierover nog niets zekers bekend is geworden.
Pruissen en Frankrijk wedijveren thans in het
snpprimeeren van buitenlandsche bladen; de
Kölnische Zeitung, die over de Pruissische po
litiek niet meer spreken mag, is in £4 da
gen vijf maal in Frankrijk uitgegeven. Zij
redeneert naar den zin der Fransche regering
een weinig te stout over deze bijzondere be
langen en inzichten.
Rusland. Men schrijft uit Helsingfors,
de hoofdstad van Finland: De generaal—gou
verneur, Generaal Baron Rokassowski is naar
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN:
Yoor Schagenƒ1.00.
Franco per post door het geheele Rijk. „1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
UITGEVER F. O". Gr. ZDIZDIEIRICIH:.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regelsƒ0.75.
Iedere regel meerder„0.15.
De 35 cents zegelrecht niet medegerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
BRIEVEN
Voor eenigen tijd hebben wij u gewezen op
de gebeurtenissendie Sleeswijk en Holstein
den koning van Denemarken tot hunnen heer
deden kiezen; wij gaven eenige uitreksels uit
de charters, die de rechten en plichten van
vorst en volk omschreven; wij wezen ook tevens
op het streven van Denemarken om Holstein
van Sleeswijk te scheiden en zoo de Sleeswijk-
Holsteinsche quaestie te brengen tot een Hol-
steinsche.
In 1851 en "52 bewilligde Duitschland
in de verordeningen, die in de beide hertog
dommen zouden worden ingevoerd, hopende
en verwachtende, dat de regering, door het
vermijden van alles, wat het nationaal eerge
voel kon kwetsen, en door den Duitschers
alle rechten te verleenen, die den Denen niet
konden schaden, het evenwicht zoude herstel
len, dat door die verordeningen wel eenigtzins
verbroken was geworden. En hoe heeft de
partijdie te Kopenhagen den toon aangeeft,
die verwachting beantwoord Het Duitsche
element werd voornamelijk in Sleeswijk op alle
wijzen mishandeld; de minste tegenspraak werd
streng gestraft; de Duitsche taal, de Duitsche
kerk, de Duitsche school werden verdeenscht;
het volk werd door gens d'armes geregeerd; het
recht werd in zijn vrijen loop gestoord; de
eene belasting volgde de andere; kortom het
hertogdom Sleeswijk werd jaar aan jaar meer
met Denemarken vereenigd en alleen de naam
«inlijving" ontbrak nog om de maat der on
rechtvaardigheid te doen overvloeijen.
En hoe verhield Duitschland zich tegenover
die Deensche dwinglandij De bond nam in
1858 een krachtig besluit, dat met bonds-
executie dreigde; in 1860 had er te Frankfort
nog iets dergelijks plaats Denemarken
ging zijn gang, en de Duitschers bleven bjde-
lijke toeschouwers.
Eindelijk schenen de Pruissische ministers,
door de volksvertegenwoordigers daarop opmerk
zaam gemaaktzich te herinneren dat Duitsch
land in Sleeswijk rechten te verdedigen had,
die geheel verwaarloosd waren geworden, om
dat in de aangehaalde besluiten van 1858 en
1860 hoegenaamd geen sprake van dit hertog
dom geweest was. EngelandFrankrijk en
Rusland rieden den koning van Denemarken
toe te geven; de eerste mogendheid vooral deed
het duidelijk in hare nota's uitkomendat De
nemarken geen recht had Sleeswijk in te lijven
en dat bovendien de Duitschers in genoemden
staat in hunne rechten waren te kort gedaan.
Daarop ontvingen de Holsteinsche stenden
van de gevolmachtigden der regering den raad
omzoo Holstein vrede in Sleeswijk wilde heb
ben op scheiding van den Duitschen bond aan
te dringen; welke raadgeving door den dappe
ren Blome onder algemeene betuigingen van
bijval beantwoord werd met de gedenkwaardige
woorden
«De eenige weg tot vrede is rechtvaardigheid
tegenover Sleeswijk; de band tusschen Holstein
en Duitsland is niet te verbreken."
De spanning nam meer en meer toe; maar
Denemarken ging zijns weegs. Tusschen Slees
wijk en Holstein verrees een tollinie en het
eerstgenoemde hertogdom kreeg met het koning
rijk eenerlei wetgeving en eenerlei bestuur (1855
Zoo bleven de zaken loopen tot Augustus
1S62. De gelijkluidende nata's van Pruissen
en Oostenrijk vorderden in vrij kategorische
bewoordingen opheffing van de bepalingen van
1855, en bescherming van het Duitsche ele
ment in Sleeswijk. De nota's waren duidelijk
gesteld en voor geene dubbele uitlegging vatbaar.
«Wij verwachten," zoo luidde de Pruissische,
„op deze bepaalde en eenvoudige verklaring
een duidelijk en bepaald antwoord."
Dat antwoord is niet achter gebleven. De
koning vau Denemarken heeft geantwoord met
het patent van 30 Maart 1863, dat Holstein
voor goed van Sleeswijk scheidt.
Wat kan Duitschland in dit geval doen?
Bonds-executie Die kan zich uitstrekken tot
Holstein en Laueuburg, aan de Eider kunnen
de Duitschers halt maken en toezien, hoe de
Denen een soort van tegen-executie in Slees
wijk zullen ten uitvoer brengendoor een mi
litaire bezetting van dit hertogdom zullen zij
het dan voor goed bij Denemarken inlijven.
Duitschland heeft te laat ingezien, dat het
in '51 en '52 te groote concessies heeft ge
daan. Door de handelwijze van Denemarken
zou het zich gaarne van de verdragen van die
jaren ontslagen achten, om zich bij het Slees
wijk- Holsteinsche programma aan te kunnen
sluiten.
Dit programma verklaart zich le tegen één
Deensch rijk; want de hertogdommen zijn zelf
standige staten; 2e tegen de Eider grenzen;
want de hertogdommen zijn naauw met elkan
der vereenigd; 8e tegen het Londener proto-
kol; want in de hertogdommen regeert de
mannelijke linie van het Oldenburgsche huis en
daarom zullen zij na den dood van den thans
regerenden koning voor goed van Denemarken
gescheiden worden, evenzeer als Hanover van
Engeland gescheiden is.
„Slechts door een getrouw nakomen van de
beschrevene rechten der hertogdommenzoo
schreef voor drie jaren de groothertog van Ol-
denburg aan zijn neef te Kopenhagen, is een
vredelievende oplossing der quaestie mogelijk
geworden. De verdragen die onzer beider stam
vader Christiaan I voor meer dan 400 jaren met
de hertogdommen sloot en die een persoons—
vereeniging met Denemarken mogelijk maakten
en ook ten gevolge hadden, die verdragen zijn nog
van kracht en kunnen alleen een duurzame grond
slag zijn van elke vernieuwingwant zij zijn
de hoeksteen van de rechten van ons huis."
Die verdragen nu zijnwij toonden dit vroe
ger reeds aan, door het patent van 30 Maart
jl. geschonden, en aangezien de meeste Duit
sche staten, ja geheel het Duitsche volk voor
de Sleeswijk— Holsteinsche bevolking herstelling
hunner rechten eischt, vragen wij met eenige
bezorgdheid: wat zal ook in dit opzicht de
toekomst baren
,,'t Is waar" zoo sprak de Badensche afge
vaardigde in de tweede kamer van dat groot
hertogdom //de toestand is zoodanigdat deze
quaestie niet door woorden kan worden opge
lost, maar bijna 'zeker aanleiding zal geven
tot bloedige conflicten. Maar hier mogen geenc
nevengedachten van doelmatigheid, geen gevaar
terug doen beven voor 't geen plicht en eer
gebieden. Misschien voert een onafwendbaar
noodlot ons een strijd toe, dien wij niet meer
kunnen mijden. Beter dandat wij dien voeren
voor onze zuiverste en beste zaakdan in
verband met de bezoedeldste bladzijde in onze
geschiedenis.
„Beter een oorlog voor Sleeswijkdan een
strijd om Polen
België. De verkiezingen zijn afgeloopen en
men beschouwt den toestand thans eenigtzins
bedaarder dan vroeger. Een artikel in het
officieel avondblad, V Echo du Parlement
doet ons gelooven dat het ministerie, ofschoon
het op verscheidene plaatsen bij de verkiezin
gen geslagen is, de teugels van het bewind
nog niet uit zijne handen zal geven. De ver
houding der liberalen tot de andere partijen
te zamen is, in de volksvertegenwoordiging, als
61 tot 55, terwijl zij daarentegen in den se
naat nog 4 stemmen gewonnen hebben, 't Is
dus nog niet noodzakelijk, dat het ministerie
aftreedt; terwijl de overwinning, die de kleri-
kalen met behulp van de agitatie in Antwer
pen behaald hebben nog zonder direct voordeel
zal blijven. M ij, die thans alle voordeelen van
een liberaal bewind genieten, hopen voor
België dat zij hun voorrecht zullen leeren
waardeeren en de mannen, in eere houden en
ondersteunen, die thans de teugels van 't bewind
in handen hebben.