Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
Zevende Jaargang.
A°. tafesw
TJITGrEVEE IP. J~. O. DIDEEICH.
BRIEVEN FRANCO.
GE11EEME AFKI)M)llil\GE\.
fJ)° 310.
SCHAGER COURANT.
abonnementsprijs voor drie maanden:
Voor Schagenƒ1.00.
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten„0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
TRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0.75.
Iedere regel meerder„0.15.
De 35 cents zegelrecht niet medegerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Burg^mertlcr tn Wethouders der gemeente Schagen.
Brcngea naar ssnlridin» rao art. 203, alioea 3 der
Wet van 29 Juoij 18"» 1(«taatshlad No. 85| ter open
bare kennis, dal de begrooting der plaatselijke inkom
sten en uitgareo roor 1 ot»Izoo als tij aan den Raad
der gemeente is aangeboden, op de Secretarie der ge-
meeote roor een ieder ter lecing is nedergelegd en dat
een i'der daarvan, tegen betaling der kosten, een af*
schrift zal kuoneo bekomen.
Ut kosten ran ieder afschrift worden gesteld op f 4,60.
Schagen f de:i 28 Augustus 1863.
Burgemeester en Wel houden voornoemd
De Burgemeester
H. R. DE MEÈR,
De Secretarie
A. J. van CA NT FORT.
D« Bnrgrro'fatcr tii Schaf,n.
Rrrngt bij d.«e ter keani.se »»n de In;eieteaen. d*t
het primitief kohier der pei.oaele brlaating, dieu.t
1 uo:Vop dra 25 Au;. 18G3, door deo NL.tsra.d
Commissaris des Koning io de provincie Noord-llollsod
is executoir rrrklsard j
En herinnert oltou een iegelijk, dst geen. reclamaties
tegeo di-o aanslag, ingeiolge de Wet, tullen narden
aangenomen, dsn die binnen drie maanden, na de be
kendmaking ran het rxecnloir reiklsreo der Kohieren
en dus vóór of up deo 29 .\orember ssnslaaude, sullen
tljo ingelererdnordende milsdien een ieder aauge-
maaud, ter voorkoming ran tijoe schade, binnen den
gemeldeu tijd sijne reclamatie in te lereren bij den
controleur der Divisie, mei overlrggiag van eene Du
plicaat Knilaolie, negens voldoeoing van bet geen hij
tul den dag xijner reclame achnldig is.
F.o opdat niemand hieromtrent eenige onnetenheid
Toornende, ia drie afgekondigd en aangeplakt naar
tulks behoort.
Cedaan te Schagen dra 29 Aognatua 18G3.
De i'mrfcmecMtcr r^arnoemd
U. K. DE HEEK.
De Duitsche bond mijne Heeren gelijkt
sprekend op een man die des morgens
uitgaat om een groote reis te ondernemen
hij verdwaalt intusschen des daags in een
boschloopt den geheelen dag rond en
komt 's avonds terug op de plaatsdie hij
's morgens verlaten heeft: namelijk bij den
ouden bondsdag.
Zachariae.
't Wekte onze hoogste sympathie toen wij
Oostenrijks keizer Frans Joseph in zijn eigen
rijk den weg van duurzame en eerlijk gemeen
de hervormingen in zagen slaan, 't Wekte
onzenreeds herhaalde malen uitgedrakten
afkeertoen wij Pruissens Koningonder
mooi klinkende phrasen en ijdele beloften
zijnen onderdanen rechten zagen ontnemen,
die zijop de grondwet steunendevoor on
aantastbaar hielden. En terwijl wij met
vreugde zagen dat Pruissens invloeddank zij
het verstandig regeringsbeleid van von Bis-
marek, op de kleinere staten van Duitschland
geheel verloren gingmet even veel innig
genoegen ontwaarden wijdat Oostenrijk door
zijne ware liberaliteit in de achting deelde van
de meeste andere Duitsche statendat Oos
tenrijk een groote schrede gedaan hadom in
Duitschland de plaats terug te winnendie
het eenmaal bekleedde.
De Keizer van Oostenrijk zette zich aan
't hoofd der Duitsche Vorsten hij riep ze al
len te zamen om een hervorming der Duitsche
constitutie te bewerkstelligen; hij verscheen
te midden van de vele vorsten van Duitsch
land in de vrijstad Frankfortom naast zijne
mede regentenals hun voorzitterde handen
aan 't werk te slaanopdat door een overeen
stemming der Vorsten in de hoofdpunten een
verdere uitwerking door hunue staatsdienaren
geheel mogelijk werde.
Bij die pogingen vergezellen hun Duitsch-
lands beste wenschen. 't Feest dat voor eeni
ge dagen in 't Prater (een wandelplaats in
Weenen) gehouden werd kan 't ons bewijzen.
De halve bevolking der oude keizerstad was
op de beenen brak los in een jubelend ge
juich toen door de kapel het „Duitsche va
derland" en het Duitsche Volkslied" werden
aangeheven. De aartshertogen werden met
geestdrift ontvangen en de volkshijmne door
honderd duizenden medegezongen. De Bur
gemeester van Weenen Dr. Zelinka zond
toen het volgende telegram naar Frankfort.
„Honderd duizende bewoners van Weenen die
op het tegenwoordige volksfeest verzameld zijn,
jnbelen hunnen allergenadigsten Keizer hunne
heilbede toe. Het behage Uwe Majesteit al-
lengenadigst te veroorloven dat de burgemees
ter van uwer Majesteits hoofd- en residentie
stad in den naam van het verzamelde volk
zijn eenstemmigen wensch uitspreke dat God
de Almachtige iedere schrede van onzen ge
liefden Keizer bescherme en het nu reeds
aangevangen groote werk met een gelukkigen
uitslag bekroone
Zoo jubelt Weenen over den wegdien
zijn Vorst heeft ingeslagenen tochhoe
zeer gansch Duitschland nit blijft zien naar
een verandering, naar een verbetering van de
boudswetten; hoe zeer gansch Duitschland
verlangt naar meer eenheidnaar meer za
men werking; hoezeer de hervormingen door
den Ooetenrijkschen Keizer voorgesteld deze
strekking hebbentoch heeft het niet aan
lieden ontbrokenwelke om de pogingen van
Frans Joseph vruchteloos te doen blijven, het
publiek als waarheid opdischten dat Oosten
rijk eer het zijn voornemen over de Bondsher-
vorming openbaardezich met Frankrijk over
den inbond verstaan had.
En juist de ongerijmdheid ran dit bericht
heeft het in de oogen van velen zoo geloof
waardig gemaakt De reactionaire bladen van
Pruissen, die von Bismarck met kracht en ge
weld in elke handeling schragen; die elk zijner
daden druischen ze ook al in tegen recht en
billijkheidophemelen en hem vereeren als den
redder van de demokratische beginselen, die
overal veld begonnen te winnen; die het luide
en herhaalde malen in den Koning hebben
toegejuicht, dat hij zich onttrok aan de ver
zameling der Vorsten te Frankfort; die bladen
deden hun best om alle mogelijke berichten
te verspreiden, die aan Oostenrijks stelling
hare populariteit zouden kunnen ontnemen;
ja, het reactionaire Quedlinburgsche „Volks
blad voor Stad en Land" ontzag zich niet tc
verklaren dat elke hervorming uitgezonderd
in het verdeelen der stemmen en bet in be
stuur over 't bondsleger geheel overbodig
was. Elke volksvertegenwoordiging bij den bond,
welken naam men haar ook geve voert z. i.
tot de Duitsche republiek. Na verschillende
heftige uitvallen tegen de Duitsche Vorsten
vooral tegen den Pruissischcn generaal der
cavallerie, Hertog Ernst van Coburg, gaat dat
blad voortEen ding dienen de Vorsten en
voornamelijk zij die de Noordelijke staten van
Duitschland besturen wel in het oog te hou
den: Geeft men Pruissen aanleiding zich van
den bond los te scheuren, dan kan het niet
dulden, dat zich tusschcn zijne twee helften
een anderen staat bevindt, en het zou in dit
geval verplicht kunnen worden eenige rijkjes
te anexeren, die Oostenrijk niet bij machte
is hunne onafkankelijkheid te waarborgen."
Pruissen heeft zich eenmaal voorgesteld aan
deze hervormingen, waarvan Oostenrijk het
initiatief genomen heeft, geen deel te nemen.
De Koning, geheel overgegeven aan von Bis
marck en diens partij, heeft eerst de rust van
zijn eigen staat op 't spel gezet, om nu elke
verbetering in Duitschland onmogelijk te
maken.
„Uoe ongaarne ik de herhaalde uitnoodiging,
die voor mij zoo vereerend is, van de hand
wijs." Zoo schrijft Willem I van Pruissen in
zijn brief van den 20 Augustus aan den kei
zer van Oostenrijk, in antwoord op de uitnoo
diging uit naam van alle Vorsten tot hem
gericht om de vergadering te komen bijwonen.
„Zoo is mijne overtuiging intusschen nog altijd
dezelfde, als die mij geleid heeft tot mijn
besluit van den 4e. dezer."
En vinden wij de lasterlijke aantijging, als
zou Oostenrijk met Frankrijk heulen, bijna het
wederleggen niet waardigomdat Frankrijk
maar al te zeer belang heeft bij een verbrok
keling van Duitschlandveel meer dan bij
een vereenigicg met Oostenrijk, die het in
staat zou stellen Frankrijks heersch- en eer
zucht paal en perk te stellenvinden wij al
de dreigementen van de meeste ton Biemarci't
gezinde bladen belachelijk, omdat we ze be
schouwen als de uitwerksels van een machte-
loozen toorn en een onbegrensd en hoogmoed,
die geen goeds kan vinden in maatregelen
welke hij zelf niet beraamd heefttoch smart
het onsdat wij, na de verschillende debatten
der Duitsche Vorsten gevolgdna de houding
gade geslagen te hebben die Pruissen tegen
over den Vorstendag heeft aangenomentot
de conclusie moeten komenwelke zamengevat
is in de woorden van Zachariae welke wij tot
motto van dit opstel kozen.
Ook Duitechlands Vorsten zullen niet wijzer
wordendan nadat herhaalde omwentelingen
hun getoond zullen hebben, hoe geen overge-