17 NOVEMBER 1863.
steendrukplaat uitgereiktniet de daarbij behoo-
rende toepasselijke versjes en verklaringdoor het
algemeen Onderwijzers-genootschap uitgegeven.
Hoogst jammer is het evenwel, dat het doel waar
toe deze plaat is bestemd, te weten, als een
blijvend gedenkstuk voor de kindereD aan dezen
dagals volkomen mislukt is te beschouwen, door
de ongelukkige, grove en onduidelijke uitvoering
daarvan, waardoor de belangstelling daarin met
regt zeer vermiuderd is. Vele ouders waren by
deze feestvreugde hunner kinderen tegenwoordig,
en verlustigden zich hartelijkin huune blijd
schap.
Ook de armen en minder gegoeden onzer ge
meente zijn in de gelegenheid gesteld, dezen dag
met blijdschap te vieren. Door vele gegoeden
uit de gemeente en de ijverige zorg van het hoofd
onzes bestuurs was er eene aanzienlijke som
gelds bij elkander gebragtwaarvoor verschillende
verkwikkingen waren gekocht, die ten 12 ure
door eene daartoe zamengestelde Commissie werd
uitgereikt aan het llaadhuis onzer gemeente
voorafgegaan door eene toespraak van onzen
Burgemeester, die na de verzamelde menigte op
merkzaam te hebben gemaakt op de voorregten
die zy genootdat ook zij haar aandeel mogt
ontvangen in de feestvreugde van dezen daghaar
aanspoorde om zich dan ook, dit voorregt waardig
te maken, door zich ordelijk en rustig te gedragen
en alzoo hare pligtmatige dankbaarheid, voor al
het genotene, te betoonen.
Ook de beide zanggezelschappen Eulerpe en
Euphonia hebben zich niet onbetuigd gelaten om
tot de feestviering van dezen dag het hunne by
te dragen. In de groote kerk alhier ten 1} ure
bijeengekomen werden door een SOtal zangers en
zangeressen ettelijke fraaije zangstukken uitgevoerd
voorafgegaan en besloten met orgelspelterwij'
ook de vaderlandscbe liederen niet ontbraken.
Eene overgroote menigte die deze uitvoering met
hare tegenwoordigheid vereerde, getuigde van de
algemeene belangstelling daarin.
Terstond na de uitvoering werden de zangers
opgewacht door eene eercwacht bestaande uit een
vijftigtal ingezetenen die te paard gezeten met
Oranje sjerpen en cocardes versierd met hen in
geregelde orde een optogt hielden door Schagens
straten. Afwisselend werd er eene serenade ge
bragt by den Burgemeester, de onderscheidene
geestelijken enz. terwijl de geestdrift meer en meer
ontvlamde ouder het zingen van Vaderlandscbe
liederen en marschen terwijl vooraf een toepasse
lijk versje door den heer J. J. Denijs voor deze
gelegeuhcid vervaardigd daartoe veel heeft bijge
dragen hetwelk wij hier laten volgen
Laat, Neerland! tot in 't kleinst gehucht,
Uw luidsten juichtoon hooren.
Hij rolle dav'rend door de lucht,
En dond'rend klink' het feestgerucht,
Den Nabuur thans in de ooren.
Triomf! 't is vijftig jaar geleên,
Toen 't schandjuk werd verbroken,
En de oude driekleur hier voorheen
Ook door de vad'ren aangebeên
Weer vrij werd opgestoken.
Fier waaije thans de heldenvaan,
Alom van ieders woning;
Doch zal zij Neerland feesflijk staan
Men hechte er dan Oranje aan;
Oranje, voor den Koning'
Ja vlecht vooral die kleuren zaam
Zij zullen nimmer scheiden;
Oranje en Neerland! beider naam,
Zal, door alle eeuwen heen, de Faam
Vereenigd steeds, verbreiden.
Komt,! laat ons dan op 't vrijheidsfeest
Den naam: Oranje" loven,
Hij is der Vad'ren leus geweest,
Hij blijve ons immer voor den geest;
Vivat! Oranje boven!!
Des avonds ten 8 ure vereenigden zich zeer
velen in het ptachtig versierde locaal van den hr.
A. Steenman, waar de Rederijkerskamer de Roos
eene voorstelling gafbestaande in Op den
Haarlenuchen Blinkerten tot nastukje Het laat
ste levensuur rau een Oranjeklant, welke beide
atukken zeer goed voldeden terwijl de vergadering
geopend werd door een gelegenheids DickUtuk
vervaardigd en voorgedragen door den hr. J. J. Denijs
en afgewisseld door komische en muzykale voor-
dragtea van de Heeren Polak.
Verrassend mogt met regt de illnminatie ge
noemd worden waarin nagenoeg alle ingezetenen,
uit eigen beweging deelnamenmet name was
van wege bet Gemeentebestuur het Raadhuis van
onder tot boven sierlyk geillumineerd terwyl
vele particulieren een ieder naar zijn vermogen
zooveel mogelijk wedijverden om door gepaste
Chassinetten, Giorno's, Piramidenkaarsen of
lampions het hunne toe te brengen om onze plaats
een feestelyk aanzien te geven. Zij werd geopend
met het ontbranden van bengaalsch vuur, en het
ontsteken van de eerste van vyf teertonnen, door
Willem, Alexander, Paul, Frederik, Lodewijk twee
jarig zoontje van den Postbode G. O. Boogh.
Teiwijl velen zich door dans en mnzijk in de
verschillende localen verlustigden en andere va-
derlandsche liederen langs de stiaten deden weer
galmen en de feestvreugde die ongestoord voort
duurde deed het ons genoegen te kunnen opmerken
dat orde en eensgezindheid zich overal opeubaarden
de gemoederen wel zeer vrolijk gestemd en op
gewonden waren en hartelijke geestdriftvoor
Vaderland en Oranje zich bij alle menschenklassen
grooten en geringen ouden en jongen luide deed
kennendoch deze stemming niet oversloeg tot
woeste gedragiiigen of betreurenswaardige onge
regeldheden.
Zoo zal deze heugelijke feestviering voor allen
die haar bijwoonden nog lang in aangename her
innering blijven. Zoo is voor ieder die den naam
van Nederlander dragen magde band tusschen
ons Vaderland en zijn Vorstenhuis weder vernieuwd
en versterkt door de herinnering aan alle de
voorregten die wij sedert 50 jaren hebben mogen
genieten. Moge die gezegende band tusschen Vorst
en Volk duurzaam blijve bestaau en de spreuk
onr-er vaderen steeds onvergetelijk in gedachtenis
blijven dat Eend ragt magt maakt.
Onze plaatsgenoot Jb, Denijs Jz. houdt zich
bezig met de zamenstelling vau een werkje
waarin niet alleen de afgeloopen feestweek zoo
als die in onze gemeente gevierd isnaauw-
keurig zal worden beschrevenmaar ook vele
bijzonderheden betreffende de ommekeer van
zaken in het jaar 1813 alhierzullen voorko
men. Het doel van den schrijver is hetgeen
hier voor vijftig jaren eu wel betrekkelijk onze
berk regen onafhankelijkheid is geschied voor
vergetelheid te bewaren en aan eeu later ge
slacht in deze gemeente over te brengen.
Aanvankelijk mag hij over eene ruime deel
neming in zijn voorgenomen arbeid zich ver
heugen.
In de redevoering die de heer Seward
te Washington beeft gehouden, heeft hij gezegd
dat het niet eerder vrede zou worden, dan
wanneer de heer Lincoln president van het
geheele gebied der Vereenigde Staten zal zijn.
De onderwerping der opstandelingen, zeide hij,
is spoedig te verwachten en »dan zal het vrede
zijn en de engelen des hemels zulleu hunne
harpen stemmen tot de sympathie van zulk
een vrede. Er is geen staat, zeide hij voorts,
die niet door den oorlog sterker; geen burger,
die niet door den oorlog rijker is geworden.
Men gelooft niet dat die engelensymphonie
spoedig zal worden gehoord en evenmin zou
men gaarne den rijkdom van al die Amerikaan-
sche burgers willen deelen.
Omtrent het voorgevallene op het kasteel
van Glncksburg kort vóór en na den dood van
koning Frederik VII wordt het volgende mede
gedeeld. Op den oogenblik van zijn overlijden
was de koning omringd door zijne gemalin, de
gravin Danner, hare dames, den hofmaarschalk,
adjudant-generaal Fensmark, ridmeester Bar-
denfleth, twee lijfartsen en den geregtraad en
geneeskundige inspecteur Schleisner. Aan zijn
lijfarts Lund had de koning vóór zijn dood
mondeling bevel gegeven, ingeval hij aan zijne
ziekte mogt komen te overlijden, niets aan zijn
lijk te veranderen. Reeds vroeger had de ko
ning den wensch geuit, dat men hem bij zijn
overlijden geene lijkkleederen zou aandoen, maar
hem in de kleediDg laten, waarin hij zou zijn
gestorven. Aan dezen wensch is gevolg gege
ven. Reeds op den eersten avond na het over
lijden verkeerde het stoffelijk overschot in zoo-
damgen staat van ontbinding, dat de geneesheeren
verklaarden, indien men voornemens was het te
balsemen men het zoo spoedig mogelijk in eene
metalen lijkkist moest leggen, welke dan toe-
geschroefd en gesoldeerd moest worden. De
hofmaarschalk gaf dien ten gevolge bevel, eene
lijkkist, van binnen met lood en van buiten
met hout bekleed, te vervaardigen, Vóórdat de
kist, waarin s komngs stoffelijke overblijfselen
gelegd waren, werd gesoldeerd, sntden de hof-
maarschalk en de staatsraad Bock nog eenige
lokken van het haar des konings af, om ze
aan de koniuklijke familie te, overhandigen.
Vervolgens werd de lijkkist gesoldeerd en on
derteekenden de aanwezigen het document,
waarin de verrigte plcgtigheid was opgeteekend.
Met het nazien der door den overleden koning
nagelaten papieren zijn belast generaal Oxholm,
de archivaris Wegener en de kabinetssecretaris
Trap.
Een te Berlijn woonachtig ambachtsman
werd dezer dagen door zijne wederhelft met hun
zevende tweelingpaar gezegend. Behalve deze
tweelingparen, had zij hem nog een kind ge
schonken; de gelukkige vader van 15 kinderen
noodigde al zijne kameraden bij den doop van
de twee jongstgeborenen.
Ofschoon de vrouwen te Warschau, in
gevolge de vergunning der nationale regering
niet meer in rouwkleeding verschijnen en dus
niet meer het daartegen uitgevaardigde verbod
der Russische autoriteiten overtreden, gaan deze
voort, met dat verbod tot voorwendsel te nemen
tot de ergerlijkste geweldadigheden. Officieren
en soldaten betasten en berooven de vrouwen
onder voorwendsel, dat zij naar de verboden
rouwkleuren zoeken. De handhaviug van dit
verbod gaat tot het bespottelijke over; zoo b. v.
is thans door de politie aldaar hel ongelooflijk
voorkomend bevel uitgevaardigd, dat uithang
borden niet meer zwart op wit mogen geverwd
worden, omdat dit de rouwkleuren zijn.
Door den krijgsraad te Warschau zijn
twee vrouwen ter dood veroordeeld, omdat zij
papieren, van de Poolsche nationale regering
afkomstig, ouder berusting hebben gehad. De
eene stond aan het hoofd van het klooster van
St. Felix, de andere is de gravin Ledocbawska,
schoonzuster vau den pauselijken nuntius te
Brussel; zij is weduwe en had haar intrek in
genoemd klooster genomen. Men hoopt nog, dat
dit mensch-onteerend vonuis niet zal worden ten
uitvoer gebragt.
Een j'ongen van 13 jaar, zoon van een
werkman in Eastonroadheeft zich om het
leven gebragt. Hij was zeer driftig van aard
en verviel soms in zulke vlagen van drift, dat
hij als waanzinnig was. Bij het middageten
sloeg hij zijn zusje, waarop zijt.e moeder hem
beval op te staan. Hij sloot zich op en toen
men eenigzins ongerust werd en naar hem ging
vond men hem hangende.
zien,
Op de reede te Vlissingen is, dezer dagen
een bootje waarin, zich vier Arnemuidscbe vis-
schers bevonden, omgeslagen; zij zouden gewis
allen verdronken zijn zoo niet de bemanning
van de alhier ter reede liggende Belgische
vischsloep, Jonge Frans, schipper de Goede van
Antwerpen dit had ontwaard. Onmiddelijk
begaven vier man, met name J. J. van Leekho-
ven, J. B. Gubbel, J. van der Meer en D.
Hondt, zich in eene boot en zij hadden met
veel inspanning het geluk drie der drenkelingen
te redden; de vierde is verdronken eu laat eene
weduwe met drie kinderen ua.
De Middelburg sche Courant bevat eene
correspondentie uit 's Hage, waarin wordt ge-
ïneldt, dat de KoniDg, toen Z. M. 11. Zaturdag
incognito en natuurlijk zonder oranje-kokarde
in het Willemspark wandelde, door een kleinen
joügen met den naam van ukees" werd begroet.
Te Scheveningen worden allerlei aanstal
ten gemaakt om den 30 November aanst. met
geestdrift te viereu. Nog zijn velen daar aan
wezig, die Oranje's terugkomst hebbeu bijgewoon
in 1813,o. a. de man, verneemt men, die '3
jongeling het paard bereed voor het karretje op
hetwelk de Vorst op het drooge strand
gebragt. Men spreekt van geheel het toonee^
te hernieuwen; er zou namelijk deD 29 eene pm
in zee steken, welke des anderendaags mot
toenmalige zoo welkom zijnde personen in c0~
tuum zouden komen lauden.
Voor het hof van assises te Montpe
wordt thans eene belangrijke zaak behaii e-
Zekere heer Arraond, die zeer rijk is en D®ee° 3
100,000 francs rente bezit, wordt beschn >8*
op zijn bediende, Maurice Roux, een moor a
slag te hebben gepleegd. Maurice Roux ^a".{fr
den kelder om hout te haleo, toen zijn m
hem van achteren met een schop een slag °Pj)ajJ
hoofd toebragt, hem een tonw om den
vastmaakte, daarna voeten en handen bo
hem toen voor dood liet liggen. -Toen