een bondgenootschap van genegenheid en vriendschap geene overheersching zijn. Slechts langs den veg des vreden is zulk een bondge nootschap te verkrijgen. De schoonc bestem ming van Duitscbland isomals het hart van Europa de zetel en de veiligste schuilhoek van de vrijheid, de verlichting en het regt te zijn. Tot. heden heeft het zeer slecht aan deze bestemming beantwoord. Doch mogt het eens zijne ware roeping leeren begrijpen, dan zullen de omliggende volken niet aarselen zich aan hunnen natuurlijken beschermheer aan te sluiten. Zelfs leert de geschiedenis ons dat in de 17de en 18de eeuw reeds zulk een bondgenootschap, tusschen Duitschland en Ne derland, tegen de hcerschzucht van Frankrijk was tot stand gekomen. Nog inniger was de aansluiting van Denemarken met Duitschland. Toen de letterkunde en wetenschap in Duitschland, bij geen der vorsten bescherming vond toen ver leende de koning van Denemarken zijne magtige ondersteuning, eerst aan Klopstock daarna aan IIumbold.Oelenschlagcr.Denemarkens beroemdste en patriotsche dichter, schreef niet alleen in het Deensch, maar ook het Dnitsch. IV el een be wijs dat de neiging om zich aan Duitschland aan te sluiten gerceden ingang vond bij het Dnitsche volk. Doch de onberaden ijver, waarmede het Duitsche volk heeft gepoogd om de grenzen van zijn rijk uit te breiden, heeft Denemarken geheel van zich vervreemd. Mis leid door zijne dwaze zucht naar uitbreiding van gebied heeft het Duitsche volk gehandeld als de wilde in America doet. Om de in het oog blinkende vrucht meester te worden velt het den boomwaaraan die vrucht prijkte ter neder. Langs den natuurlijken weg des vreden en der geregtigheid zoude niet slechts Denemarkenmaar ook geheel Scandinavië, zich spoedig aan Duitschland hebben aange sloten. Thans bekomt het op zijn hoogst slechts eene provincieen koopt het bezit daarvan voorzeker al te duur door den edelen en niagtigeu Scandinavischen volksstam mis schien' voor eeuwen geheel van zich te ver vreemden. Ja! wat meer is. Deneraarken moet thans zijne bondgenooten in Rusland en Frankrijk de twee meest te duchten vijanden van het Duitsche volk zoeken. Zoo vergroot Duitschland, in zijne verblindheid, zelve de magt zijner tegenstandersdoor zijn heerzucht baant het misschien aan Frankrijk en Rusland den weg oin het te overheerschen. De staatkunde van ons land als een rijk van den tweeden rangmoet bij voorkeur eene onzijdige zijn. Ook in dezen strijd zijn wij niet geroepen om voor een der strijders daad werkelijk partij te kiezen, maar toch gelooven i Wat kan het ons schelen of zij oud of jong, schoon of lelijk is? Ik wenschte maar dat zij nn heen gingl Wederom verstreken eenige minuten. Rudolf, steeds ongeduldiger wordende, wilde vertrekken, zijn vriend hield hem echter terug. Wij willen toch eens gluren; er steekt geen sleutel in het slot. Inweerwil zij ons buiten ge sloten hebben, zolleo zij ons ten minste niet ver hinderen, een blik naar binnen, te werpen. Hoe kinderachtig nieuwsgierigfluisterde Rudolf, zijn vriend pogende terug te houden; doch deze had reeds een oog aan het sleutelgat gelegd. Met eene ligte beweging van schrik sprong hij terng. Wat is het? Gij verschrikt* Zie zelve! Dat is te verrassend! Een eigenaardige aanblik deed zich voor hem op. De achtermuur was met zwart behangen en vormde de donkere achtergrond tot een nog don kerder beeld. In een eveneens zwarte doodkist lag eene jonge dame van bloeijende schoonheid. Haar donker hair omringde het marmerbleeke gelsat en viel, in rijke lokken, op het witte kleed neder, waarin de doode gehuld was. Rudolf kon zijnen blik van het vreeswekkend en toch zoo aanlokkend schouwspel niet losrukken, zijne oogen hechtten zich aan de edele trekken, die nog, met bijna volle levens rlschheid, in onbe- wij dat het van een liberaal en edelaardig be stuur als het onze niet te veel is gevorderd om althans aan Denemarken zijn zedelijken steun te schenken, door zijne afkeuring van de onedelmoedige handelwijzedie het magtige Duitschland jegens zijn zwakken nabuur in acht neemtte doen blijken, GEYVONE BEIUGTEN. In de laatste dagen ziju vele proeven geno men, om kinderen, die aan de kinkhoest lijden naar de gasfabriek te zenden en hen daar eenige oogeublikken de dampen te laten inade men, die bij het zuiveren der gas opstijgen. Geen enkele proef mislukte; naauwelijks hadden de kiuderen die dampen ingeademd, of er openbaarde zich beterschap die door volledige herstelling werd gevolgd. Bij de aankomst van den trein te Ko ningsbergen bad in de vorige week bet volgende voorval plaats. Drie heeren en twee dames, die te Petersburg in een rijtuig van de eerste klasse hadden plaats genomen, waren door den ingeademden kolendamp, welke uit de kagchel was gestroomd gedurende den nacht geheel verdoofd. Twee reizigers herkregen bun bewustzijn toen zij versche lucht inademdeu, de drie overigen werden met moeite gered. Uit Rendsburg meldt men dat de Deensche bezetting het kroonwerk nog niet heeft ontruimd. Op 3 dezer ziju aldaar aangekomen een officier en 20 man miueurs, die naar men verneemt, in last hebben om de bruggen te doen springen, indien de bezetting tot den aftogt gedwongen wordt. Het nieuwe luchtschip van den Heer Godard is thans in het paleis van nijverheid ten toon gesteld. Het heeft een inhoud van I +,000 cub. ellen en is dus grooter dan de Géant. De parachute heeft een omvang van 110 meters. De schuit kan 18 personen bevat ten. Voor de vulling van dat gevaarte zijn echter slechts 50 minuten noodig. De justitie zet hare nasporingen nopens de vergiftiging van Ut. Lepanore, door haren geneesheer, den burg^tiaf de la Pommerage, gepleegd, die vooraf een contract van levensver zekering op baar hoofd had gesloten, met ijver voort, Een gedeelte der ingewanden vau het slagtoffer werden een hond voorgeworpen, die dadelijk stierf, na daarvan genuttigd te hebben, De geneesheer houdt niettemin zijne onschuld staande. Hij zal eerlang voor het hof van assises teregt «taan. Gedurende het afgeloopen jaar zijn te Weenen gebonwd 164 nieuwe woningen, terwijl 326 andere zijn vergroot, hetzij door er een of meer verdiepingen op te bonweu of anderzins. Volgens berigten neemt de gisting in Hongarije toe en is het ook in Venetie niet schrijfeljjke bekoorlijkheid zicb aan bem voordeden hq kon, bij geene mogelijkheid, zijn oog afwenden van de donkere, lange wimpers, die de bleeke wangen overschaduwden, van de fijne lippen, wier zacht rood een schijn van leven over het lijk scheen te tooveren. Aan een tafeltje aan het andere einde van het vertrek stond een kleine, zwakke man, in eene grijze kiel, met een zwart kapje, tot bijna over d« ooren, eene verfrommelde muts met beide handen, op den rug, vasthoudende. Zijn onaanzienlijk voorkomen, de plegmatieke houding, waarin hij zich bevond vormde een zonderling contrast met het huiveringwekkend schoone beeld. De blik van den jongen man wendde zich weder naar de doode. Met' een kreet van ontzetting sprong hij echter terng de dame in de doodkist had zich eens klaps opgerigt. Een hard gelach in het glazen pavilloen beant woordde als bet ware, Badolf uitroep van schrik. Da» delijk daarop ging de denr open, de zwakke, kleine heer, eene lange digt gesluijerde dame aan den arm geleidende, trad naar bniten, ging de beide jonge lieden voorbij en naar den aitgang van het park waar hem een rijtnig wachtte. Eene zonderlinge gebeurtenis zeide Albert nadat Rudolf, hem het geziene medegedeeld had; wij moeten den pbotograaph vragen waar dit alles mede in verband staat. Dan vraagt gij mij meer dan ik in staat geheel rustig. De Oostenrijksche regering is dan ook niet zeer gerust. Vroeger is reeds medegedeeld, dat zij aan Frankrijk heeft ver klaard, dat iedere vijandelijke handeling van de zijde van Garibaldidoor baar zal worden beschouwd als eene oorlogsverklaring van het koningrijk Italië; dat berigt bevestigt zich en men kan er bijvoegen, dat Oostenrijk verklaard heeft dat het, indien het tot een oorlog met Italië komen mogt, het tractaat van Villa franca tot uitgangspunt zal nemen om daarvan de handhaving, met de wapens in'de hand, te blij ven verdedigen. Daaruit schijnt te blijken dat Oostenrijk de hoop heeft opgegeven, om van een eventueelen oorlog gebruik te maken tot het heroveren van het verloren Lombardije, dewijl het er zeker op rekent, dat zoo lang het de bepalingen van het tractaat van Villa-franca niet te bniten gaat, de banden van Frankrijk gebonden zijn en het gevolgelijk aan zijn bondgenoot, den koning van Italië, geene hulp zal kunnen verleenen. In de gemeente Naaldwijk is thans een paar lieden in ondertrouw opgenomen, welker huwelijk tot zeldzame familierelatien aanleiding geeft. De grootmoeder van de bruid tradin vroeger tijd, voor de tweede maal, in den echt met den broeder van den tegenwoordigen brui degom, zoodat deze zijn broeder voortaan met den naam van grootvader zal kunnen begroeten. Een derde broeder huwde vroeger met eene dochter van dezelfde vrouw, waardoor de eene broeder, behuwd-vader van den anderen wordt. Te Hoorn heeft het ijsvermaak in de nabijheid dier stad ook reeds twee slagtoffers gemaakt. Nieuwjaarsdag waagde zich een 12jarige jongen op het ijs eener treksloot onder Venhuizen, met het ongelukkig gevolg, dat het onder zijne voeten wegzonk. Een landbouwer had het geluk hein boven water te brengen, doch tevens de onbezonnenheid, om den bewus- teloozen knaap voor liet huis, op een bleekveld te leggen. Een bnurtnan bemerkte eerst een geruimen tijd later, dat er nog leven in den drenkeling was en bragt hem in het achterhuis van den landbouwer', waar hij, op deu steenen vloer nedergelegd zijnde, weder tot bewustzijn kwam. Hiermede nog niet te vreden, bragt men hem in het vertrek en plaatste hem daar voor liet vuur, welke zonderlinge behandeling oorzaak moet geweest zijn, dat de knaap reeds den volgenden morgen bezweken is. Te Tonton zal een gepantserd stoomfregat worden gebouwd, dat aan den voorsteven van een stormram zal worden voorzien. Dit vaartuig dat overigens geen geschut of andere verdedi gingsmiddelen zal bezitten dan het vermogen om door den schok vijandelijke schepen ia den grond te boren, zal den naam dragen van Le Taurean. (de stier) Een dagblad van Madrid meldt, dat de Koningin, zich een weinig vermoeid door hare t. ben te beantwoorden zeide dezeterwijl hij hen in het glazen pavilloen binnen liet. Weet gij niet wie deze schoone dame is die het zonderlinge verlangen had als eene schoone doode te figureren Ik bekommer mij even als de meeste mijner colega 'sniet omtrent de namen dergenendie zich photographeren latenantwoordde de man met een gemelijk gelaat. Wat ik weet, wil ik n mededeelen. Zij is zoo als de kleine heer mij, in gebro ken Duitsch te kennen gaf, eene actrice, die zich in de slotscène van eenen harer lievelings- rotlen wenschte gephotographeerd te zien. Zij spraken Fransch met elkander en ik werd door hun gesprek in deze gedachte versterkt, daar hij haar voortdurend verzekerde, dat zij er heden nog schooner, nog treffender uitzag, dan ODlangs bij het schitterende licht der gazflammen, hoewel bij die gelegenheidhare schoonheid aller hart ge troffen had. Bezoekt gij de commedie niet dikwijls, en was z\j n van daar niet bekend vraagde Albert weder, het zou mij intres6ereo, baar op het tooneel te zien. jrdt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1864 | | pagina 2