M IIIMMJ.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
De ministriêele vacature.
Noodlottige Ontmoeting.
M 330.
Achtste Jaargang. A°. 186
Eertle vervolg.
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN:
Voor Schagenƒ1.00.
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
TJITQ-EVEE JE>. \T. Gr. DIDEEICH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regelsf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
De 85 cents zegelregt niet medegerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVE1T IFH^AJSTOO.
Wij zijn 1864 ingetreden, terwijl het ka
binet onvoltallig was. Na de verwerping der
begrooting van den minister van buitenlandsche
raken door de Eerste Kamer, heeft deze be
windsman zijn ontslag gevraagd en verkregen.
Nog altijd bestaat de vacaturewelligt zal zij
vooreerst nog niet worden aangevuld. Waut
hoe weuschelijk het vooral in de tegenwoordi
ge politieke omstandigheden zijdat aan het
hoofd van gezegd ministerie iemand stain
wiens regering en vertegenwoordiging men
voldoende vertrouwen moge stellende keuze
zal moeijelijk vallen. Meer dan eenig ander
minister dient deze het vertrouwen te bezitten
der natie. Daar in de grondwet aan den
Koning het opperbestuur der buitenlandsche
betrekkingen is toevertrouwd zoo bezit de
minister van buitenlandsche zakenin bepaalde
gevalleneen grooteren invloed op den gang
van zaken dan aan een zijner ambtgenooten
zonder voorafgaande controle is toegestaan. De
groote oorzaak van den val des heeren van
der Maesen de SombretF moet minder gezocht
worden in de nota aan Rusland of het antwoord
op de uitnoodiging tot het congres of het
gebruik van een en anderdaarvan door de
oppositie gemaaktdan wel in de volslagen
Het tegenwoordige tooneelpersoneel is mg
niet oubekend, antwoordde de photograaph, en ik
kan u bepaald zeggen, dat tij er niet toe behoort;
bet acbijnen doorreiteude tooneelspelers te tijn,
daar de kleine heer mg aanbeval, met de aldruk-
ken spoed te maken, dewgl zij, door aangegane
verbintenissen, genoodzaakt waren, met den aanvang
der volgende maand te vertrekken, en zij zich dus
nog maar eenige dagen alhier konden opbonden
daarom „Wilt gij thana stil blgven zitten,"
zeide hij eensklaps, zich zet ven in de rede vallende
tot Rudolf; die zich in achterlooze houding in den
leuningstoel gezet had, „ik verzoek u Daar dit punt
heen te kijken zoonu iz het goed."
Hij ging naar buiten, ten einde te zien of bet
beeld goed gelukt was.
Voortreffelijk, het kon niet beter, zeide hij,
het pavilloen weder binnen tredende, ik verzoek de
heeren in het begin der volgende week te komen,
om de afdrukken te ontvangen.
Rudolf gaf het getal der verlaDgde exemplaren
op, betaalde en verliet met zijn vriend het atelier.
Het intressante raadsel heeft zich regt pro-
saïsch opgelost, zeide Al bert, toen zy weder op
straat waren.
Ja, indien men dit misdadig spelen met den
vreeselijksten ernst, zoo noemen magvervolgde de
andere.
Gy neemt het te erg; is het niet het zelfde, of
zg op het tooneel, of hier, bg den photograaph de
doode voorstelt?
onbekendheid waarin volk en vertegenwoordi
ging omtrent dien bewindsman verkeerden. De
bekwaamheidde probiteitde populariteit
van dezen minister, moet buiten twijfel zijn.
Men kan ten dien opzigte geene proeven ne
men zonder dat de hoogste belangen des lands
op het spel gezet worden.
Niettegenstaande de zoo dikwijls bij ons
plaats hebbende ministriêele veranderingen is
ons Vaderland niet bijzonder rijk aan eigenlijk
gezegde staatslieden. Wij schreven nietlegen-
ttaande maar hadden wel kunnen zeggen, door
de aanhoudende wisseling van ministeriën
vormen zich geene ministers. Na een of twee
jaar in het bezit der portefeuille geweest te
zijn wordt de gelukkige verdrongen door de
oppositie. Vóór dat de naam zich heeft kun
nen vestigen in de overtuiging des volks
hetzij ten goede of ten kwadeziet men dc
pensioenslijst verzwaardmaar het land aan
groote mannen niet rijker. Want men houde
wel in het oogdat groote mannen eerder het
werk zijn van het volkdan van hunne per
soonlijke eigenschappen. Die man kan in den
regel de grootste diensten aan zijn Vaderland
bewijzen van wien het Vaderland, die verwacht.
Persoonlijke bekwaamheden worden dikwijls in
hare nuttige werking belemmerddoor den
vooral voor staatslieden geldenden regelonbe-
Ik deuk er anders over. Op het tooneel
volgt zij het gebied der verdichting, zij stelt daar
een ongelukkig noodlot in eene zinnebeeldige ver-
tooniug voor, bet is dan bare roeping te roeren
te verrassen, docb bier
De vrienden waren aan den boek eener straat
gekomen, waar hunne wegen zicb van elkander
scheidden, Albert om in de stad terug te keeren,
Rudolf om nog eeoige iukoopenvoor zyne aan-
staande reis, te bewerkstelligen.
II
Veertien dagen voor de Bruiloft.
Op het terras van een schoon landhuis ten-
deele achter bloeijende olea derboomen verscholen,
zaten drie meisjes, starende in de ruimte, naar de
laatste stralen der ondergaauJe zon, die statig
achter het gebergte wegzakte.
Het handwerk der beide jongste damesdie
verrukt hare blikken over het dal lieten gaan;
stond gebeel stil; terwijl de derde, een oudachtige
juffer, eeuigzinta verdrietig over dit oponthoud, in
het boek, waaruit zy voorgelezen had, bladerde en
met ongeduld bet oogeublik scheen aftewachten,
dat de aandacht der meisjes weder op haar en
hare lecture gevestigd mogt worden.
Doch dit oogenblik wilde niet komen, naauwe-
lijks waren de omstreken, vroeger zoo magisch
verlicht, in een donkeren nevel gehuld, naauwelijlu
had de gouvernante, want deze verdrietige jufvrouw
was vroeger de opvoedster der beide nichten ge
weest, haar boek en hare lippen weder geopend,
om een nieuw buitengewoon schoon hoofdstuk
voortelezen, toen een liverij bediende verscheen,
en aan de naast de gouvernante zittende dame
een brief, op een zilveren blad, overreikte.
Een helder rood overtoog het gelaat der jonge
kend maakt onbemind.
Het is daarom eene ongelukkige zaakdat
zoo vaak bij de vertegenwoordiging, heil wordt
gezochtin eene verandering van ministerie.
De afgevaardigde vergete niet, dat ieder mini
sterie moet gesteund worden ten zij het zijn
vertrouwen onwaardig zij. Den regel om te
keeren en geen bewind te steunen dan dat
zijner partijmaakt regeren onmogelijk.
Het komt ons althans voor dat indien men
sints 1848 eerlijk gesteund had, wat regeren
moest, in de beide kampen van het politieke
veldde groote mannen zich als van zelf
zouden hebben getoond.
Daar echter dikwijls ieder ministerie tegen
werking ondervond bij ieder lid dat niet
behoorde tot zijne partijhebben slechts zeer
enkele personen kunnen slagenals staatsman
een naam hij het volk te verkrijgen.
Buiten deze omstandigheid bemoeijelijkt nog
eene anderede benoeming van een minister
van buitenlandsche zaken.
Wij doelen op de indeeling der beide vroe
gere ministeriën van eeredienstbij andere
departementen. Daar de vorige minister van
buitenlandsche zaken tot het R. C. kerkgenoot
schap behoordewas het vorig ministerie van
R- C. eeredienst onder zijn beheer gesteld.
Niets was billijker.
dame en hare hand verbrak snel bat zegel, om den
inhoud van het geschrift te doorlezen.
bodewijk komt, hg komt nog heden, zeide
zg, zich spoedig oprigtende, en in zigtbare verwar
ring het hair van voor het voorhoofd wegstrij
kende.
Verscheidene dagen eerder dan gij dacht, Flora
antwoordde bare nicht lagchend naar hare vriendin
opziende, ik beD brandend nieuwsgierig bem te zien,
waut wanneer hij slechta half zoo achoon ia, zoo
beminnelijk, zoo belangwekkend, als gij hem mjj
afgeschilderd hebt, moet ik hem een halve God
noemen.
Inderdaad, vervolgde de gouvernante, Flora,
beeft de waarheid gesproken, ik heb nog nimmer
een zoo beminnelijk man ontmoet, en kan u slechts
van ganscher harte geluk wenschen mijn kind, da t
zgne keuze op u gevallen is.
Hoe jammer, dat ik toen ter tjjde te huis
moest blijven en niet met u mogt mede gaan,
zeide Melanie, wat zou het intressant voor mij
geweest zijn het ontwaken van deze neiging op te
merken I
Voor mij was het aangenamer, dat gij, bg
vader blijven moest, antwoordde Flora lagcbeDd,
wie weet, of bg, wanneer hij ons beide had leeren
kennenniet andera besloten bad, en dat
zou mij.
O gij spot, viel Melanie haar iu de rede.
terwijl de tranen in hare oogen kwamen.
Het is mij ernst, antwoordde de bruid hare
nicht omhelzende, hoe kunt gy gelooveo, dat ik
anders meenen kon
Gij zyt schoon en ik ben het niet, zeide
Melanie, welk man zou dan twgfelen
Hoe kunt gij zoo spreken, ging Flora joort