Maar hoe nu? Is het voortaan noodzakelijk «lat een der ministers de R. C. eercdienst be- lijde Of is het oorbaardat een ander dan een lid dier eercdienstde staatsbelangen van het R. C. kerkgenootschap beheert "Wij zullen wel niet behoeven aan te toonen «lat het eersteinconstitutioneelhet andere onvoegzaam en daarom verboden zon wezen. "Wij staan hier echter opeen teder punt. Wat de groote kracht uitmaakt en bij toeneming uitmaken zal van ons volk is de eenheid die het in den staat gevonden heeft. Wie van dat éënc volk zoo als het nu isen door de uitwerking onzer constitutie nog meer worden zaltwee volken maaktdoor het eene ge deelte en het andere gedeelte feitelijk tegenover elkander te zettendie staatsman verdient onze sympathie niet. Dit gebeurt, wanneer ten behoeve van den een al is het indirektde regten des ande ren gekrenkt worden. Geen minister zal echtex zoo onvoorzigtig zijn. Het Belgisch liberaal ministerie plukt thans van zoodanige handeling de vruchten. De helft van België staat over tegenover de helft van België. Slechts ëéue schrede is inen daar misschien van de revolutie verwijderd door het ongelukkige dwaalbegripdat men, een clcricaal moet hinderen als men libe raal is. Maar indien de zaak slechts zbö stond zouden wij haar geen teder punt noemen. On- regt is onregt, en de zedelijke orde, die dit verbiedt, Ueerscht ook in het staatkundige. Maar zonder onregt te plegen kan men door gemis aan liberaliteitdezelfde tweespalt ver wekken. Indien het bijv. de rigting is of zelfs maar schijnt van een bestuurom wien hij tegenover zich heeftte schaden waar hij mag en kanis het dikwijls genoeg om de partijwoede te doen ontbranden. Het is zelfs vaak voldoendedat de eene partij in gebreke blijftom alles waarop de andere partij regt heeftvoorkomend af te staan. En nu vragen wij zal hoe de benoeming v an denrainister van buitenlandsehc zaken ook uitvalle niet steeds aanleiding zijn tot klagt gegrond op vermeende verwaarloozing van belan gen, door het bestuur, wiens pligt het was alle par tijdigheid te vermijden Wij bopendat de benoeming des ministers van buitenlandsehe zaken zal worden vooraf gegaan door geheele opheffing der departemen ten van eeredienst. Daardoor zal wordea weg- i - ik zal u overtuigen, hoe schoon gij zijt, ik zal een spiegel halen, en gij zult zelve oordeelen zij snelde naar huis toe. Altoos dezelfde, zeide de gouvernante, die nadenkend in de ruimte staarde, altoos onbedacht, ov< rijlend en tevens berouw hebbend, er is geen vastheid van karakter, geen ernst in haar. Lode- wijk zal moeite hebben, baar tot dal wezen te vormen, dat hg thans, in haar gelooft gevonden te hebben. Haar goed hart doet geheel vergeten, wat eene verwaarloosde opvoeding bedorven heeftzei- de Melanie. Gij weetdal ik zulks niet aan haar, maar aan de ouders mgner nicht wgt voegde tg er bij. Mijn ijver was onvermoeid, om dezen invloed tegen te werkeo hernam de gouvernante doch Op dezen oogeoblik keerde Floramet eenen spiegel in de hand vrolijk terug. Gg hebt uw haar niet netjes opgemaakt zeide zijop hare nicht toetredeode het toilet is steeds uwe zwakste zijde en dit is dikwijls het g-;vaL Veroorloof mij. Zij maakte de vlech ten los en weder op bekoorlgker wijze om het hoofd Tast, zoodat zij eeoe soort vin kroon vorm den, die aan bet korte gelaat van het meisje, eene intressante uitdrukking gaf. Na zie eens in den spiegel en zeg mg of gij niet schoon zijt. Laat mg met rust, laat mg met rust, riep Melanie, achter de oleander struiken terug wgkeude ik bid u, laat mij met rost. Hoe wederspanning.dat is boren alle begrip gg moet echter toch, gij moet uw schoon hoofd zien, riep Flora, en greep haar nicht bij een arm, ik ben sterker dan gij en zal u wel weten te dwingen. genomen, de inmenging van den staat in iets waar die inmenging niet dan onheil kan be rokkenen aan het Vaderlandwaarvan wij allen zonen zijn. GEWONE BERIGTEJV. Zondag-avond den 10 dezer hoorde L. v. d. Oordt wonende in het Koegras, gemeente Helder, een angstig gekerm oin hulp, waarop deze 7Ojarige man in den donker naar bui- ten snelde en, na zich van eene haak voorzien te hebben, zich op het ijs en naar de plek begaf vanwaar het toen bijna onhoorbaar hulp geroep zich liet hooren, de grijsaard tastte met het hem ten dienste staande werktuig op goed geluk eenige minuten in de grootste angst in het hem bekende wak alvorens het hem mogt gelukken den drenkeling aan zijne haak te slaanen toen dat was geschied was hij nog verre van de zege te hebben behaald; het duurde een geruimen tijd eer het hem geluktedoor middel van een op het ijs vastgevroren schotsjeeenigen steun om kracht te zetten, te erlangen, eerst toen slaag de hij er in om den drenkeling op het ijs te slepen die na door hem in huis te zijn opgenomen verwarmd en verpleegd, verklaarde dat hij in de hangende positie waarin hij zich had bevonden het niet lang meer zou hebben uitgehoudente meer daar het ijs reeds verscheidene malen was afgebroken. Wanneer men in aanmerking neemtdat deze daad heeft plaats gegre|>en in den nacht op het groot Noord-Hollandsch kanaaldat de drenkeling lag in een wak waar het ijs rondom nog des morgens ontoegankelijk was zal men moeten erkennen dat de grijze van der Oordt om het leven van zijn eveumensch te redden het zijne in de waagschaal heeft gesteld. Blijkens de opgaaf der vonnissen door de arrondissements-regtbank te Haarlem uit gesproken is Simon Fongers vroeger zaakwaar nemer te Haarlem bij verstek veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 3 jaren, twee geldboeten elk van f 1000 en 5 jaien ontzegging van zijue burgerschap* regten en in de kosten en zulks voor twee bedriegelijke opligterijen in zijne hoedanigheid als zaakwaarnemer gepleegd. Gelijk men zich zal herinneren was de persoon van S. Fongers, reeds geruimen tijd voortvlug- tig, door het openbaar ministerie gedagvaard wegens opligterij en poging tot opligting door het plaatsen van advertentien in het llandrls- en Effectenblad waarbij hij tegen ontvangst van hooge sommen beloofde de zich aanmeldende personen goede betrekkingen te zullen bezorgen Een schertsende tweestrijd ontstond, de sterkere Flora had Melanie reeds in een hoek gedrongen, waar zg, op eene labouret nederziokende, zich slechts zeer zwak verdedigde. Eeu applnudissemeot van onzigtbere handen, volgde op deze stoutmoedige manoeuver, verschrikt zagen de beide vrieudinnen op, een jonge man trad van achter de struiken en boomen te voor schijn en uaderdc lagchende de beide kleureode meisjes. Ach Lodewgk 1 riep Flora, zich het eerst herstellende en die na hem eenen liefdevollrn blik toegeworpen te hebben hem de hand reikte, ach Lodewgk gg verraste, ja verschrikte mij, hoe on vrouwelijk zult gij mij vinden, boe zeer zal ik u mishaagd hebben. Waarom zoudt gij zulks, antwoordde de jonge man, een hartelijken kat op de bem aangeboden rrgter band drukkende. Mag ik vragen, wat de aanleiding tot dezen tweestrijd was? voegde hg er bg. Mijne nicht beweerde, dat zij niet schoon genoeg was, om veroveringeo te maken, en ik wilde haar, door het voorhouden van een spiegel, van het tegendeel overtuigen zij verweerde zich echter met zoo veel energie, dat ik geweld gebrui ken moest. Lodewijks blik viel, bij die gelegenheid, voor het eerst, met eenige aandacht op de door hem tot na toe, als bet ware, onopgemerkte Melanie, die zich met hoog blozend gelaat, van tnsschen de oleander boomen oprigtte. Blijkbaar rol verwijting vestigde Melanie's oog zich op hare vriendin en gleed vervolgens vrees achtig op Flora's bruidegom over, als of zg den spot op zijne lippen lezen wilde, die naar haar daartoe in staat gesteld door boog geplaatste ambtenaren in de tesidentie. Van de Opgeroepen getuigen hadden 8 gelden gestort J. G. Dekker te Amsterdam f800, Stru- ben te Harderwijk f2000, Kraan te Amsterdam eerst f1000 later f600. De eerste had zijn geld terugbekomen nadat hij Fongers met ver volging had doen bedreigen toen de benoeming niet volgde binnen den bepaalden termijn; de tweede heeft nimmer iets van Fongers terug ontvangen terwijl de derde zijn f 1000 had terug bekomen toen de post waarvoor die gel den strekten reeds vergeven heette, de later gestortte f 600 zijn mede nog in bezit van Fongers! Buitendien had Fongers nog f4500 onder zich van Jhr. Schmidt auf Altenstadt te Breda doch kon deze zaak wegens uitlandigheid van dezen getuige niet worden voortgezet. Uit het proces is verder gebleken dat Fon gers op eene zeer die heeren compromitterende wijze de hoofden der departementen van alge meen bestuur in zijne correspondentie gemengd had, even alsof deze zijne lastgevers waren en of hij als tnsschen persoon voor die hecren landsbetrekkingen te koop kon aanbieden. Of Fongers, die in de dagbladen met ont zaggelijke annonces vaak heeft aangekondigd dat hij uitlandig bleef om eene preventieve gevangenis te ontgaan, nu na de behandeling zijner zaak zal terugkeeren om zijne straf te ondergaan is niet waarschijnlijk. De bewoners der gemeente Putte (Belgie) hebben een zeer zonderling verzoekschrift aan den gouverneur der provincie Antwerpen gerigt. Zii verlangen namelijk een rnationaal kerkhof," opdat de Nederlanders en Belgen, waaruit de gemeente bestaat en die voor de helft op Ne- derlsndsch grondgebied ligt, ieder op hun eigen erond worden begraven. Tot heden ligt het kerkhof binnen de Ned. grenzen. Binnen eenige dagen zal het eerste nummer van Le Libre Examen, orgaan der vrijdenkers, het licht zien. Het verschijnt voorloopig drie malen per maand. Ten opzigte van het onheil dat dezer dagen te Pest heeft ulaats gehadverneemt men het volgende. In de vorige week had eene geduchte ontploffing pla»(s in eene woning, staande op den hoek van de VVaitznerstraat, ten gevolge waarvan het gansche gebouw in een puinhoop werd herschapen. Ten 8 ure des ochtends stortte het huis in en ten 10 ure had men reeds 6 lijken gevonden. Aan de overzijde der straat stond eene vrouw, hare koopwaren uitventende op het oogenhlik dat de uitbarsting plaats had. Zij werd door een steenbrok der wijze getroffen, dat het hoofd van den romp oordeel, Plora's woorden daarop noodwendig moest te voorschijn geroepen hebben. Die uitdrukking was echter in de heldere schoone trekken van Lodewijk niet te vinden, een Ingenomen lachje, speelde om zijn edel ge- vormden mond, terwijl zijn blik vriendelijk op het meisje rustte. Het is edel, onregtvaardig jegens zich zeiven te zijn en niet jegens anderen, zeide hg, zich tot Melanie wendende. Doch het is niet aardig, mijn vriend, in tegenwoordigheid van uwe bruid, hare nicht vlei- jende woorden toe te voegen, zeide Flora lagehend, ziet gij, wat er van geworden zon zijn, wanneer gij mij vergezeld had, voegde zij er, zich tot Me lanie buigende, fluisterende bij, en verliet, al schertsende een boozen blik op Lodewgk werpende, het terras, De jonge man volgde haar met vrolijken iacb. Vrolgkheid beerschte in den kleinen kring, die zich spoedig om de theetafel vormde. De vader van de beurs te huis gekomen, scheen door den bem nog vreemden bruidegom zeer aangetrokken, de moeder zag met hooge tevredenheid op bet jonge paar en de rijke geschenken neder, die Lodewijk ran zijne reis bad medegebragt; o°k de gouvernante en Melanie deelden in die stemming en het was reeds Iaat geworden, toen de beide nichten in baar gezamentlijk slaapvertrek terug keerden. Nu, wat is uw oordeel orer Lodewgk begon Flora, loen zij alleen waren. {Wordt xerxotyt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1864 | | pagina 2