Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 4 flililMI. De Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Noodlottige Ontmoeting. M 332. Achtste Jaargang. A«' 1804- «1/ SCHAGER COURANT. ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN Voor Schagenf 1,00. Franco per post door liet geheele Itijk n 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10, Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle TTITG-EVER F. J~. Gr. IDIIDEILXCIÏ. PRIJS DER ADVERTENTlëN Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder«r 0,15. De 35 cents zegelregt niet mede gerekend. Croote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. beieven pbanco. Terwijl hooger hand, de gebeurtenissen op het staatstoóneel als het ware, terughoudt, willen wij van de tijdelijke rustdie ons daar door geschonken wordt gebruik maken door in dit blad eenige beschouwingen mede te dee- lenomtrent de boven afgeschreven bepaling der Grondwet. Niets toch is noodzakelijker dan dat onze constitutionele instellingen be grepen worden door het verstand en opgeno men worden in het gemoed van eiken Neder lander. Daardoor toch verkrijgt die constitutie, leven en waarheiden wordt zij wat hare bestemming ishet plechtanker onzer onaf hankelijkheid. De afdeeling der Grondwet, die van de magt de» Koning» handeltbegint met de reels ver melde, schijnbaar, zonderlinge bepaling «rde Koning is onschendbaarde ministers zijn ver antwoordelijk. llit deze weinige woorden volgt 1. Dat de Koning nimmer aansprakelijk is 2. dat hij altijd ministers moet hebben 3. dat deze immer aansprakel jk zijn. Derde Vervolg. IV De Bruilop «avond. Iu de villa van deu bankier v. Löwenstern heerscht een levendig gewoel. De trappen waren mei tapijten bedekt, de met bloemen versierde sallons waren schitterend verlicht, feestelijk gekleeds dames en heeren, bewogen zich daarin heen en weder. Hot was de bruiloft van de dochter des huizes, met den baron Lodewijk S Zij zag er buitengewoon schoon uit; haar kleed van witte zijdede mirtenkroon in het kapsel de lange geplooide sluijer en het van brillanten schitterende tooiseldat armen en hals omringJe in agraffen tnsschen de donkere lokken glin- terde, dat alles gaf haar een meer dan bekoorlijk aanzien. Doch nog helderder, dan de glans der edelge steenten blonk de vreugdeuit Flora's donker blsauwe oogen. Beneden in den tuin brandden tallooze lampen, een toverachtig rood co groen licht, over de plan- ten en struiken werpende, en den donkereu nacht gedeeltelijk verlichtende. Achter eenig geboomte verscholen speelde een orchest de liefelijkste molodien. Van uit de pronk ten stroomde de menigte naar beneden, om het vuurwerk te zien dat, binnen weinige minuten, zou afgestoken worden. vi*n koiewijks arm ijlde Flora vooraan om de ^eide te bereiken, die tot schouwplaats bestemd as. Hartelijk klemde zij zich aan hem vast, hem J e zoetste namen noemende, hij boog zich naar Men zal het welligt vreemd vinden, dat de Koningonschendbaar is. Als er geeue ver antwoordelijkheid op den Koning rustzoo zal men zeggen dan is hetof noodzakelijk dat de magt des Konings niet besta dan in naam of onvermijdelijk dat de hem toevertrouwde raagttegenover het volk gevaarlijk zij. De magt des Konings bestaat niet in naam, maar daartoe behoort de uitoefening van hoogst belangrijke pligten en regten. De vraag blijft dus welke waarborgen het volksbelang heeft tegen de onschendbaarheid van den vorst. Deze waarborg ligt in de bepaling der grond wet, dat de Koning steeds verantwoordelijke ministers hebben moet. Altijd is er dus een verantwoordelijk persoon.' Art. 73 der grond wet bepaalt zelfsdat ieder Koninklijk besluit of beschikking door een der ministers mede onderteekend moet zijn. Men zal bij eenig nadenken duidelijk inzien, hoe door de evengemekle bepaling vde Koning is onschendbaarde ministers zijn verantwoor delijk, te gclijker tijd het koningschap aan het hoofd van onzen staat onbewegelijk vast staaten iedere door deu Koning verrigte handeling op grondwettig gebiedeene daad wordtwaarvoor een uitstekend burger van den staat zich aansprakelijk stelt. Beschouwen wij beide gevolgen nader en haar toe en kuste haar het voorhoofd. Uw kus is huiverigwekkend, sprak zij, hem in 't aangezigt ziende, gij z'jt bleek en ouiroerd spreeknat scheelt u Niets, mijne geliefde, antwoordde de jonge ling en sloot haar met krampachtige hevighriJ in zijne armen niets. De lampendie tnsschen de boomen hingen wierpen haar groen licht op mij en dit bedroog u; hoe zon ik op den geluk- stigen dag mijns levens droevig gestemd kuunen zijn Hun gesprek verloor zich in een vertrouwelijk liefdegefluistertot dat zij, door de nadering der gasten, daarin gestoord werden. In weinige minuten was het geheele gezelschap verzameld, drie signalen werden gegeven, en het vuurwerk leverde, in sissende raketten door hevige caoonnades afgewisseld, een allerheerlijkst gezigt op. Uitroepingen van verrukking volgden iedere nieuwe voorstelling, toen echter het slot tableau, al het tot nu vertoonde ver overstralende, afging, da muzijk in jubelende toonen inviel en het terras in magischen schemering verlichtte, brak een Inid bijvals hoera los, dat nog lang, nadat bet schoone beeld verdwenen was, voortduurde. Kruiddamp vervulde de lucht, hier cd daar knetterde nog eene raket in de hoogte, de koele avondwind blies door de struiken. Het door bet helle licht veimoeide oog, zocht met moeite het pad naar het kasteel. De gekleurde lampen brandden nu slechts zeer duister. De bedienden snelden met fakkels te gemoet en de gasten namen deu terugtogt naar de bal zaal aan. Waar is Flora? vraagde Lodewijk, die eec der laatsten was, die de zaal binnentrad, met zijne blikken to vergeefs zijne bruid zoekende; ni hunne doelmatigheid zal ons in het oog sprin gen. Dat het gezagtegenover het volk verant woordelijk moet zijn is eene waarheid, die sints 178 9 geene ernstige bestrijders meer vindt. Men had echter den souverein zelven aansprakelijk kunnon stellen, door hem de kroon der onschendbaarheid van het hoofd te rukken; Een zoodanige toestand bestaat thans ia het tegenwoordige Fransche keizerrijk. En wat het gevolg is van deze omkeering der consti tutionele ordekan Frankrijk ons leeren. Daar is de vorstverantwoordelijk aan de natie schoon hij op eene onverantwoordelijke wijze met het heden en de toekomst dier natie speelt. Maar een verantwoordelijk vorst is eene on gerijmdheid. Het spreekt van zelve dat de welvoegelijkheiden de inachtneming van wel- voegelijkheiddie eene der hoofdwetten is van iedere goede staatsregelingreeds verbiedt om den Vorst voor den regterstoel van liet vólk te dagen. En indien bevonden wordt dat de Koning de grenzen zijner magt overschreden heefthoe zal men hem straffen schorsen afzetten Waarlijkindien ooit de verant woordelijkheid van den Vorst in zoodanigen staat meer werd dan een naam zou het vreemd staan met orde en rust. Maar ook nooit is het gewoel en de duisternis verloor ik kaar uit het geziststamelde hij. Zij zal vermoedelijk in hare kleedkamer zyn hare kleeding was in wanorde zeide mevrouw van Löwenstern Melanie, wier kleed door eene vonk gebrand is, is daar ook, om zich te verkleeden. Hier komt zij aanzij kan ons wel nader berigt geven. Lief kiud is Flora in hare kamer; waarom verwijlt tij er zoo lang Ik heb haar niet gezienantwoordde het meisje ik wa9 reeds bevreesd voor de. opening van bet bal te laat te sulien komen misschien is Flora op het terras. Baron Lodewijk spoedde zich, haar daar te gaan opzoeken. De ondeugd heeft zich verscholen om ons te plagenzeide hij tot hare nichtdie vooruit loopende de oleanderstruiken op zijde boog. Wel mogelijk, antwoordde zy, het is ten miuste niet onwaarschijnlijk. Nu, en is zij hier ook niet? vraagde de bruidsmoeder die hen gevolgd was. Och neen, mevrouw, hervatte Lodewijk, en deelde zijn vermoeden mede. Ga in de balzaal terug en wacht daar een weinig, ik voor mjj zal in hnis naar haar gaan zoeken en haar teregt wijzenzij bedenkt niet dat hare afwezigheid in het oog valt. Zij rukte zich uit mijn arm los, zeide de baron tot Melanietoen wij te zamen in de zaal teingkeerdenhet kinderachtige meisje gaf voor dat de kruiddamp hare borst benaauwde, zij hoorde baren naam noemen en de hemel weet nog wat roepen Wees toch toegevend met haarzeide het meisje en vergeet niethoezeer gij door haar bemind wordt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1864 | | pagina 1