Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
1Q1BEEDAQ
België en Nederland.
M 346.
Achtste Jaargang.
A°. 1S64
BERIGT.
Het BUREAU en de DRUK
KERIJ van dit BLAD zijn verplaatst
naar de LAAN alhier naast den heer
IJ. H o o g e n d ij k
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Schagenf 1,00.
"Franco per post door het geheele Rijk h 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
TJITG-EVER I?. J-. Gr. DIDEBICH.
wcgh.
PRIJS DER ADVERTENnëN:
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN EEANCO.
Voor wie bekend is met de geschiedenis
der afscheiding van onzen staat van Spanje
in de 16e en 17e eeuw zal het tegenwoor
dige koningrijk België een gedeelte van zijn
vaderland zijn. De vereeniging der 17 Ne-
derlaudsche provinciën tot een onafhankelijken
staat was het ideaalwaarnaar de groote Zwij
ger streefde, en welks verwezentlijking eerst
door zijn dood onmogelijk werd. Met de noor
delijke provinciënwaren ook de zuidelijke
toegetreden tot de zoogenaamde pacificatie van
Gent en hoe los die band ook in de toe
komst bleekvoor een oogenblik scheen het
alsof de twee helften van het ééne volk
voortaan vereenigd zouden zijn. De omstan
digheden beschikten echter anders. Binnen
korte jaren na den dood van Willem I was
België, Spaansch, en ons vaderland hield al
leen den strijd tegen vreemde heerschappij vol.
De voorname oorzaak hiervan is te zoeken
iu de omstandigheid dat de onwil van Philips
II om het regt van vrije godsdienstoefening te
erkennenin de noordelijke provinciën veel
grooter onheil stichten moest dan in de zui
delijke. Wel was ook daar het zaad der
Hervorming welig opgeschoten, maar het was,
om met de woorden der gelijkenis te spreken,
slechts terstond opgegaanomdat het geen
diepte van aarde had en verdorde omdat het
geen wortel had.
De verdere geschiedenis van beide volken
is bekend; weggeschonken aan Isabella van
Spanje werd België eene Oostenrijksche bezit
ting en bleef dit tot den inval der Fran-
schen onder Dumouriez. Als onafhankelijken
staat erkend, speelde ons vaderland eene eeuw
lang eene groote rolom na allerlei staatsbe-
slommeringen even als België te worden ge
hecht aan het groote Fransche keizerrijk.
De diplomaten en hieronder vooral de En-
gelsche staatslieden vonden goed onder koning
illem I, de aloude 17 provinciën tot één koning
rijk te vereenigen. Het treurig gevolg van deze
combinatie is bekend. De nationale hoogmoed
der Hollanders en een goed deel domheid aan
de andere zijde scheurde de band van een
en sints dien tijd wonen Nederlanders en Bel
gen burgers van onafhankelijke staten als
goede buren nevens elkander.
Het is vooral sints de dagen van 1S-30, dat
beide volken eene phase van ontwikkeling zijn
ingetreden, die onwillekeurig beiden, steeds
nader tot elkander brengt Naar onze meening
behoort eene vereeniging der 17 provinciën in
den loop der tijdenniet tot de onmogelijk
heden. En is Nederland met België veree
nigd een heerlijk land, tot de. wezentlijke ont
wikkeling van den volksaard der beide natiën
is hare ineensmelting het meest geschikte mid
del. Waar de over het algemeen echt gods
dienstige Nederlander zich vereenigt met den
buitengewoon voor bet soaiale leven ontwik
kelden Belgzal men godsifenstigheid met ver
draagzaamheid en omgekeerd verdraagzaam
heid met godsdienstigheid leeren verbinden.
Sints dit wij jaar zijn ingetreden verkeeit
België in een ministeriëlen: crisis. Het libe
rale ministerie heeft eene zoo geringe meerder
heid in de kamer, dat het niet regeren kan
en daarentegen hebben de tlericale staatslieden
geene eenheid genoeg ondei elkander, om zich
als bewind te constitueren. Aan dien toestand
kan geen einde komendar door een beroep
op het volk. Het zij teel*dat het ministe
rie Rogier zich met de leiding der zaken
blijft belasten, hetzij dat een clericaal mini
sterie optreedt, hetzij dat men andermaal de
proef met een gemengd ministerie wil wagen,
eene ontbinding der kamers zal in ieder geval
de eerste maatregel van bestuur van het nieuwe
ministerie moeten zijn. Zoodanige stemming
geschiedt echter te veel onder den indruk van
het oogenblikom naar waarheid den naam
van volksstemming te kunuen dragen. Het is
een tellus van clericalen en liberalen, maar
niet het uitbrengen van eene stem.
Ook in Nederland zal een beroep op het
volk worden gedaan in de algeineene verkie
zingen waarover wij in onze laatste artikelen
spraken. Bij ons echter geschiedt de stem
ming, om zoo te spreken tempore uiile. Er is
niet iets wat moet veranderd worden en toch
is er gelegenheid tot het uitbrengen van een
oordeel over ons tegenwoordig bestuur. Daar
om hechten wij meer aan den uitslag onzer
volksstemming dan aan die in België. Zoo
onverschilligheid de kiezers bij ons niet te
huis houdt, zal onze stemming een bedaard
uitgesproken oordeel zijn.
Zal zij de zege der liberale beginselen bij
ons bevestigen Wij twijfelen hieraan niet
In het hoofd van ons tegenwoordig ministerie,
vinden deze een zoo uitstekenden vertegen
woordiger dat ouder zijn bestuurde aan
hangers van vrijzinnige begrippen wel vermeer
derd moeten zijn. Onder zijn krachtige hand
bezit daarbij het bestuur de zoo noodige een
heid, die eene regering tot eene regering
maakt. Wij houden er niet van bij menschen
te zweren en wij begroeten zelfs gaarne, man
nen van verdienste in het staatkundig strijd
perk als tegenstanders van het hoofd der li
beraal staatkundige partijomdat zelfs waar
borgen tegen hem niet ounoodig zijn. Maar
wij verwachten bij de herstemming in 1864
dat door deze ster van de eerste grootte de
liberale beginselen zoo zeer zullen zijn in het
licht gestelddat menig afgevaardigde van
behoudende kleur niet meer zal geacht worden
de man te zijnwaaraan het volk van Ne
derland behoefte heeft.
Wij vertrouwen echter vrij wat meer op
de kracht der vrijzinnige denkbeelden, dan op
die van Thorbecke. Waar de hoop in 's men
schen harten woontgaat men met moed de
toekomst te gemoet, en beschouwt men het
verkregene niet als uiterste wijsheid. Geloof
aan menschelijken vooruitgang is de kracht
dezer eeuw. Yeel nevelen zijn er reeds door
verdwenenmaar de wereld is op verre na
nog nietwat zij zijn moet voor den mensch.
Het streven naar ontwikkeling is zelfs nog
niet algemeenhoe kan men de uitweiking
véór de oorzaak willen
Wij zijn minder zeker van de stemming in
België, 's Volks ontwikkeling wordt daar tegen
gehouden door partij-strijden de waarheid
ligt boven de partijeft. Waar deze elkander
bestrijden is het niet om waarheid te doen.
Spiegelen wij ons aan Belgie 's voorbeeld.
Noch Groennoch Thorbecke is een duivel
noch Brabant noch Friesland een hel. Gaat
men echter bij de partijen ter schooldan hoo-
ren wij dit wel eens verkondigen.
Groen en Thorbecke zijn andere menschen.
Brabant en Friesland andere landen, maarzij
zijn neven elkander geplaatst niet om de een
den ander te vernietigen maar omschoon
langs verschillende wegenhetzelfde doel „vol
making van den mensch" te bevorderen.
GEWONE 15E1UGTEN.
Wij vernemen nader, dat een 86tal pre
dikanten van Hervormde gemeenten in ons
vaderland een adres van sympathie heb en ge
zonden aan den Presbyterialen raad der Her
vormde kerk in Frankrijk, te Parijs daar die
raad buide deed aan bet beginsel, dat geen
kerkgemeenschap op den deur mogelijk is met
hen, die zich tegen Let bovennatuurlijke ver
klaren.
Men verneemt, dat zekere A. Knuyver,
ten huize van de weduwe Ezerman, woonachtig
san den Veiper straatweg te Arnhem achter
de herberg de Landman, gedarende een twist
met den zoon dezer laatste, zwaar is verwoud
in den onderbuik eu wel zoodanig dat men
voor zijn leven vreest. De gewonde is naar
het stads-ziekenhuis overgebragtterwijl ge
noemde wednwe en haar zoon door den com
missaris van politie zijn gearresteerd en aan de
justitie overgegeven. Aanhoudend misbruik van
sterken drank schijnt de oorzaak vau dit on
geval te zijn geweest.
Bij gelegenheid van de t weede voorjaars-
paardenmarkt had te Leeuwarden van wege
het collegie van keurmeesters der stedelijke hard
draverijen en eenige liefhebbers eene keuring
van chaispaarden plaats. Vijftien paarden waren
daarvoor ingeschreven. De prijs: eene fraai
vergulde pendule, werd toegewezen aan het Sjarig
zwart langstaart merriepaard van den Heer G.