GEWONE BER1GTEN.
jjv1 toedragen, ilit alleen willen wij te kennen
i j <r.ge fep dat eene zekere soort van ziekelijke
1 rA iingenomenheid met zich zeiven zoo ligt in-
'i 'Üê)S' biJ men?chen weet te vinden en dat
t.'" zuyc eene ingenomenheid zoo gaarne den vorm
minachting der bestaande menschen wereld
aanneemt en dat hij die gelooft, dat de groote
menigte immer dwaalt terwijl hij zelf alleen
in de waarheid isdaardoor bewijstdat er
meer ingenomenheid met zich zeiven in zijn
gemoed aanwezig is, dan een redelijk mensch
behoorde toe te laten.
Dochdoor welke oorzaak ookzeker is
het, dat de blik van den anti-revolutionair,
die alleen het goede zoekt in het verledene,
en in het tegenwoordige niets dan stoffe tot
- treuren vindt, niet helder ziet," ziekelijke aandoe
ningen benevelen zijn oog. Men kan de be
houdende, anti-revolutionaire en liberale partijen
bij ons het beste vergelijken, bij drie personen,
welke men in zijne verbeelding een reis zamen
moet laten doen op een stoomboot, in de da
gen toen zulk een boot nog wat nieuws was.
De behoudende partij is een [oude zeerob,
voor wien stoom en stoommachine iets nieuws
en ongerijmds is, hij gromt op al die nieu
wigheden; de boot. zegt hij, loopt ieder ©ogen
blik gevaar om uit elkander te springen, als
die levenmakende raderen geen -genoeg water
scheppen dan zijn wij er mooi aan toe, als i
de steenkolen ontbreken dan zijn wij gedoemd J
om te midden van de zee stil te liggen en
ons over te geven aan de genade van wind
en weder. De kapitein en de stuurman die
het volk er aan wagen, zijn ezels of roeke- i
loozen. Ondertusschen hij zit nu eens in het j
schuitje en hij moet wel mede, en als hij een
beetje mede gereisd heeft dan wordt zijn
brommen minder en heimelijk verheugt hij
zich over den spoed, waarmede men voort gaat.
De anti-revolutionaire partij daarentegen is
een reiziger, ongewoon aan zeetogten,* door
zeeziekte overvallenverwenscht hij het oogen-
blik, dat hij den vasten wal onder zijne voeten
verloor, alles om hem heen maakt hem ver
drietig, die zwarte rook, welke naar boven
stijgt, dat schreeuwen van het scheepsvolk,
dat schudden van den kiel verveelt hem.
liet eenige waar hij om wenscht is nu rust
en straks vasten grond onder zijne voeten.
Men moet waarlijk medelijden met hem
hebbenals men hem daar zietdien suk
kel, doodsbleek en met een dof oog. Wij
wenschen hem dan ook spoedige beterschap,
zag, te Bamberg, om weder opname in het hos
pitaal aldaar te vragen. Daar hij *aa ait Leipzig
dringeud aanbevolen waszoo sloeg hem het
bestuur van de Bamberger-Polen-vereeoiging voor
zich tot den heer von B. te wenden, die hem
zekerljjk wel zoo lang by zich opoemen zou; tot
dat hy, volkomen hersteld, zyne reis naar Parijs,
waarheen hij zich begeven wildezou kunnen
voortzetten, Graaf Leszinsky, zoo noemde zich
de jonge Pool, volgde dezen raad en had gcene
reden zich er over te berouwen, want hy vond
bij den heer von B. en deszelfs familie alles, wat
hy in zijne omstandigheid noodig had en weuschan
konLiefdevolle verpleging, ondersteuning met
wasch, kleederen, geld, vrolyk verkeer enz.
Het dnurde niet zeer lang, of graaf Leszinsky
was, door de zamenwerking dezer gunstige om
standigheid en met behulp van een bekwaam
wondarts en de Irissche landlucht niet slechts
volkomen hersteld, hij was ook gedurende dezen
tyd eeu lid der familie geworden. Werkelyk was
ook de jooge aan, door zijne persoonlijke hoeda
nigheid, zijne beschaafde opvoeding, zijne vrolijkheid
en gezelligen omgang geheel gesehikt, zich by
ond en jong bemind te maken. Voegt men daarbij
nog dat hy ongelukkig was, iets wat ieder menscb
intressant maakt, zoo zal men de ingenomenheid
van den geheelen familie-kring voor hem de* te
begrijpelijker vinden.
Niemand gevoelde eene levendiger sympathie
voor den beeldschoonen jongen Hulaneo—officier
dan Hedwig de oudste dochter des hnizes. Wan
neer hij des avonds aan de theetafelvan de
gevechten zijner landslieden tegen de Bassen
verteldede politieke en militaire geschiedenis
van den laatsten opstand voor de opmerkzame
een goede rei/x en al wat wenschelijk is,
van harte toealleen hopen wijwat ons
zeiven betreft, dat nimmer aan zijne
handen, evenmin als aan die van zijn brom-
migen reisgenootde zorg over het roer
van het schip, waar wij ons op bevinden,
worde toevertrouwd. Neen! dat roer wenschen
wij liever, ja! uitslaitend in de handen van
den wakkeren zeeman, die niet alleen bekend,
maar ook ingenomen is met de nieuwe wijze
van varen, die vertrouwd met alles, wat be
hoort tot het zamenstel en de werking van
een stoommachine, in den stoom te gelijker
tijd zijn magtigen steun en zijn gewilligen
dienstknecht begroet. En het is dezen zeeman
dien wij als den derden reisgenooten het
ware beeld van de liberale partij in onze
verbeelding aanschouwen.
Sinds het jaar 1848 is onze staat als het
i ware herschapen van een oud zeilschip in een
1 snelvarende stoomboot. In de volksstemmin-
i gen hebben wij in onzen eigen boezem de
kracht gewektdie ons immer voortdrijft,
i Er is meer onrustmeer levenmisschien
ook meer gevaar voor eene uitbarsting, bij
1 ons gekomenmaar zijn wij daarom er slechter
i aan toe? "Wij gelooven het niet, maar in
1 allen gevalle, nu de verandering eens is ge-
i schiedmoeten wij ook stuurlui aan het roer
plaatsendie voegen bij die verandering.
Daarom geen behoudsman noch anti-revoluti-
onair meer aan de regering. Neen! Neder-
1 landen, zoekt op nieuw naar regenten in de
i liberale partij. Laat ook thans weder in deze
1 verkiezing uwe stem luide spreken: wij willen
i alleen liberale mannen tot onze regeerders en
volksvertegenwoordigers.
Dezer dagen werd de Wed. Stikkel te
Zwolle 100 jaren oud zij heeft nog bet volle
gebruik van al hare zintuigen en staat nog
steeds sedert het overlijden van haren man aan
het hoofd van dtn schoenmakerswinkel. Zij
huwde reeds op 17-jarigeu leeftijd, dns 83
jaren geleden, en kreeg uit 2 huwelijken II
kinderen, waarvan nog 3 in leven zijn. Daar
oudste zoon is onlangs op 82-jarigen leeftijd
overleden. Zij is moeder, grootmoeder, over
grootmoeder en ond-overgrootmoeder. Doordat
hare familie zeer verspreid is, sommigen zelfs
in Amerika zijn, is het onmogelijk het jniste
Jetal op te geven. Nog in leven kunnen in
e omstreken aangewezen worden 99 kinderen
toehoorder* ontrolde wanneer hy met dc kleuren
eener levendige phautasie enkele voorbeeldige trek
ken van dapperheid en heldenmoed nit dien atrijd
schilderde wanneer daarbij zijn koen oog leven
dige blikken schooten een zacht rood zijn bleek
gelaat overtoog, dan rustte geen oog meer vol
bewondering op hem dan dat van de dweepende
Hedwig. Zonder er zelve iets van te bemerken
ging de tnenschlievende deelneming die zy voor
den belangwekkenden jongen Pool ondervond
in een zachter gevoel over zij beminde hem.
Die neiging bestond ook van de andere zijde.
Leszinsky gevoelde zich door het duitsche meisje
aangetrokken en zoo hij al niet zijn gevoelen
voor Hedwig uittezoo spraken evenwel zijne
vurige blikken en de beminnelijke voorkomendheid
waarmede hij haar bejegende zoo duidelyk als
de welsprekendste tong zulks had vermogen te
doen.
Op die wijze waren drie maanden verloopen.
Leazinsky 's wonden waren volkomen genezen en
zijne gezondheid liet niets te wenschen over.
Hy moest eindelijk aan een voortzetten zijner
reis beginnen te denken want er was voor hem
volstrekt geen voorwendsel meer te vindenom
zijn verblijf aldaar langer te rekken. Hij kon
moeijelyk tot zijn vertrek besluitenen begreep
toch levendig dat hy bezwaarlijk de gastvrije
fam.liedie hem zoo lang verpleegd had zonder
verdere noodzakelijkheid langer mogt lastig vallen?
Mogt een jongman van zyn leeftijd en stand
voortdurend weldaden aannemen zonder te weten
of hij ze zon kannen vergelden Zijn eergevoel
verzette zich tegen dat denkbeeld. Wel drong
de heer von B. en zijne familie by hem aan
zijne afreize niet te overhaastenwel zeide de
kleinkinderen, achterkleinkinderen en achter-
achterkleinkinderen, -de Hengelo zijn bovendien
21 kleinkinderen en achterkleinkinderen, zijnde
de nakomelingen van eene dochter, die daar
is gaan wonen en bereids overleden. Dit te
zamen maakt dns reeds een getal van 120
waarbij nog velen zonden kunnen gevoegd wor
den indien juiste opgaven niet ontbraken.
De vrouw van den ontvanger van den
brievenpost te Doornik ging voor een paar
dagen twee pond ham koopen, in een winkel
in de Zwaanstraat aldaar. De gedienstige win
kelierster zeide bet haar te linis te znllen
bezorgen en belastte haren knecht Trans het
naar de post te brengen. Frans heeft het
kruid niet uitgevonden, dat is waar, maar anders
is het de beste jongen van de wereld. In eenige
oogenblikken tijds had hij zijne boodschap
verrigt. 's Anderendaags morgen kwam de
vrouw van den brieven-ontvanger vragen waar
om men hare twee pond ham niet gebragt had.
Frans werd geroepen en bekende, dat bij het
pakje met veel moeite in de brievenbus had
gestoken. Inderdaad werd het ongeopend op
het bureau teruggevonden.
Zaturdag li. is te Tilburg een meisje;
oud 26 jaren, als verdacht van kindermoord
in verzekerde bewaring genomen. Men zegt,
dat zij bet kind, waarvan zij in de maand
April is bevallen op eene vreeselijke wijze om>
het leven gebiagt en onder hare slaapplaats
begraven zou hebben, althans werd door d»
politie op die plaats een lijkje gevonden.
Te Editnburg hebben oproerige tooneelen
plaats gebad wegeus het innen vau kerkegeldenr
de zamenscholing telde meer dan 10,000 men-
schen en 200 policie-agenten waren op de been
gebragt; de bijstand der gereed gehouden mili
taire mant werd echter niet vereischt, om de
orde te herstellen.
In diplomatieke kringen verneemt men
dat Keizer Napoleon het volgende programma
heeft voorgelegd aan den Heer Pepoli, die zich
voor eenigen tijd naar Parijs heeft begeven,
ten einde met den keizer de ltaliaansehe
kwestie te bespreken en die zoo mogelijk te
regelen. De hoofd bepalingen zijn Rome zal
tot eene vrije stad worden veiklaard en de
zetel weren van den Paus, Napels of Florence
en bij voorkeur de laatstgemelde stad zal de
hoofdstad worden van Italië, er zal afstand
gedaan wordeu van het plan tot aanhechting
van Venetie aan het koningrijk Italië, het
effectief vau het leger zal derhalve aanmerkelijk
worden verminderd. Men verneemt, dat een
nieuw raiuisterie zal worden gevormdten
einde dat plan te verwezenlijken en aan het
hoofd van bedoeld ministerie zal worden ge-
gastheer dat hij in Leazinsky 's plaatsniet
langer blijven zon daarom was zijne uitnoodiging
tot langer verwijl niet zoo nadrukkelijkals
anders bet gerei zoude geweest zyn. Leszinsky
stelde derbalre den dag ran zyn vertrek vast en
begon zyue toebereidselen te maken.
Op denzelfden dag waarop bij van zyn ophanden
zijnd vertrek kennis had gegeven, trof hij Hedwig
weenend in het paviiloen aan. Zy was alleen en
bad hem niet zien aankomendoch sprong ver
schrikt overeind, toen zij den graaf zoo plotselings
voor baar zag.
Zij wilde opstaan en zich verwijderen,
„O, jufvrouw Hedwig," zeide hij, „ga niet
heen, blyf, ik kan buiten n niet langer gelukkig
zijn."
Meer kon bij niet zeggen want de smart van
het meisje, waarvan hij de oorzaak raadde, had
ook bem tot droefheid gestemd.
Hedwig hield haren zakdoek voor het gelaat
en begon harder te weenen.
Leszinsky greep hare handen en zeide „mag
ik vragen waarde jufvrouw. O wees er niet
boos om dat ik zoo vermetel ben mag ik
vragen wien deze tranen gelden
Hedwig sloeg hare vochtige oogen naar hem
op antwoordde nietdoch haar blik gaf duide
lijk te keDnec Kunt gy nog vragen
„Hedwig", zeide bij op nog zachter toon
„lieve dierbare Hedwig, mag ik werkelyk geloo
ven dat mijn vertrek u niet onverschillig is
Hedwig bleef nog steeds het stilzwijgen bewa
ren doch haar hevig golvende boezem gaf de
hartstogt te kennen die baar binnenste be-
heerschte.
Wordt Vervolgd.)