GEWO.VE BEIUGTEN. bladschrijvers gevolgde gewoonte om hunne stukken niet te onderteekenen zeer aan te prij zen. Ook wij hebben deze gewoonte gehuldigd en wij gelooven dat het allezius in het belang van de lezers isdat wij dien regel blijven volgendoch tevens hebben wij daardoor min of meer afstand gedaan van het regt om can- didaten te noemen. Dat regt, wij willen het geenzins ■ontkennen komt toe aan den schrij ver, die zijn naam noemt, want deze staat met ieder ander gelijk. Waar hij voorspreekt of laakt kunnen de kiezers beoordeelen uit welke bron zijn voorspraak of afkeuring voort vloeit, zij kunnen nagaan of persoonlijk of familie-belang in het spel iszij kunnen in een woon^.'jzhccl de waarde zijner aanbeve ling of.^lJV' Vng beoordeelen. Maar bij een ongenoemden en onbekenden schrijver is dit geen zins het geval. De lezer moet blijven stilstaan bij de woorden, die hij geschreven ziet, maar door te dringen tot den oorsprong van het gcschrevencne is hem even onmogelijk, als de bronnen van den Nijl te ontdekken. Het moet dus onbekend blijven of de aanbe volen candidaat tot den schrijver ad dan niet in eene betrekking staatdie de onpartijdig heid van dezen in gevaar brengt. Daarom is het raadzaam voor onze dagbladschrijvers om zich zooveel mogelijk te onthoudenvan het aanbevelen van personen, en zich te bepalen tot het bespreken van beginsels en beoordee len van feitendie tot het publiek domein behooren. Doch ook afgescheiden van de gewoonte van het anomme schrijven in de dagbladen ontbreekt ook buitendien aan den journalist meestentijds de juiste kennis om personen te beoordeelen. Waar het op beoordeelen van personen aankomtdaar is de stemme des volks meest altijd eene stemme Gods. De journalist heeft slechts twee oogen en twee ooren. Het publiek heeft er duizend. Komt het er op aan om een persoon te beoordeelen, dan kan het hem volgen van den morgen tot den avondop straat en in zijn huis in de sociëteit en in de kerkop de beurs en in zijn kantoor. De journalist kan alleen de efficiele zijde van iemand leeren kennenhij kan hem alleen leeren kennen als een bekwaam man en een als een ter goeder naam en faam bekend staande ingezetenmaar het publiek kent ook de officieuse en particuliere zijde, en weet dat menig mensch, die op ieder uur van den dag een getuigschrift vau goed gedrag en bekwaamheid kan erlangen toch in werkelijkheid een weinig beteekeneud en niet veel waardig mensch is. Het publiek is daarom oneindig beter in staat dan een journalist om personen te beoordeelen. Voor al zegt eene aanbeveling door eene kiezersver- eeniging oneindig veel meer dan een naamlooze hetgeen hy hoorde daar het meermalen gebeurde dat hij dea nachts naar baiten bij rieken gehaald werd en den nacht baitenshuis doorbrengen moestsoodat sijne vrouw naar xijn gevoelen hieraan genoegzaam gewoon was en ook dewyl hartstogtelijke vrees niet in Hedwig's karakter, lag. Hij zag daarom eene nadere opheldering met dubbel verlangen te gemoet Hedwig verhaalde hetgeen wij reeds weten. Flintborg boorde haar bedaard en opmerkzaam aan. Niet bijgeloovig zijnde geloofde hij stellig dat die voorgewende verschijning, die sjjoe vrouw meende gezien te hebbeneenvoudig een levendige ■droom geweest was. Hedwig wilde hierin volstrekt niet toestemmen. „Na dan xeide Flintborg nadat bij eene poos nagedacht had „zoo gij mij niet gelooven wilt overtuig u dan ligtgeloovige." Het deze woorden stond hy op en geleidde zyne vrouw in de slaapkamer. „Daar rie na hier," zeide hij met eenen tri- uspherenden lachterwijl by op zyn bed wees. Zijne vrouw begreep niet, wat hij daarmede zeggen wildeen zag hem vragend aan. „Gy vrouwen hebt," ging hij met komieschen grimlach voort, „hoegenaamd geene denkbeelden van opmerking en geene logica." „Waarom aanbeveling in een dagblad. Daarom hebben wij dan ook eerst partij gekozen voor den heer de Langenadat deze als candidaat van een kiezersvereenigingwas geproclameerd. Wij hopen dat dc heer P. na lezing van het bovenstaande zal verzoend zijn geworden met onze handelwijze in dezemaar vooral hopen wij dat ook zijne woorden hebben moge strekkeuora de kiezers op te wekken tot eene werkdadige vaderlandsliefdeen dat eene ge trouwe opkomst bij de stemming het bewijs daarvan mag geleverd hebben. De procureur-generaal bij het provinciaal geregtshof in Overijssel brengt ter kennis van het algemeendat te Deventer in bewaring is genomen een in omloop gebragte coupon verschenen 1 Januarij jl.groot f 5 betaal baar met f 4,95 gemerkt No. 62 aan het hoofden No. 98 aan den voetvan een certificaat 2} pet. Ned. schold ad f 400 van bet administratie-kantoor Brondgeest en zoon, Chemeten Weetjen en Chr. Oortman en zoon met gedrukte onderteekening Chr. Oort man en zoonwelke coupon na onderzoek bevonden is valsch te zijn- Die coupons zijn zeer goed bij den" eersten oogopslag kenbaar hoofdzakelijk aan het slechte papier het ontbreken van het water merk de slechte cn onregelmatige druk of lithographiede nummerszoowel boven als onder die er blijkbaar later op gedrukt zijn, en aan het woord anoneein plaats van an nonce enz. Zij dragen allen het nummer 98 van onderen. Gezegde valsche coupons schijnen in Pruis- sen vervaardigd enbehalve te Venloook onlangs te Maastricht, 's Gravenhage, Utrecht, Arnhem en Deventer uitgegeven te zijn. Te Dusseldorp zijn reeds twee personen aangehoudendie de bedoelde S valsche con- pons te Venlo hebben uitgegevennamelijk de wednwe van Ludtoig Wegooud 50 jaren en Friedrieh Wilhelm Wego, zoon van de eerstgemeldeoud 24 jaren, beide uit Vier- sen. (Proissen.) De vreeseHjhe ontknooping van het proces des parijschen geneesheeren Contij de la Pom- merais heelt jl. Donderdag in den vroegen morgen op de Place de la Roquette plaats gehad. De man, door den jury en door het hof van cassatie schuldig verklaard aan de vreeselijke misdaad van de weduwe de Pauw zijne bezit, ook nog nadat hij eene jonge deftige vronw ten huwelijk had genomen, door vergif (digitalinum) om het Teven te heb ben gebragt, ten einde aldns in bet bezit te komen van de 500,000 francs, waarvoor zij haar leven bij verschillende maatschappijen verzekerd had, hij heeft met zijn leven den eisch der menschelijke geregtigheid betaald. Eene huivering vaart ons onwillekeurig door „Dat zult gij dadelijk zien. Gij zegt de ge daante die gij voor mijnen geest gehouden hebt had zoo als gij beweren wiltniet waar zich in mijn bed nedergelegd. Zoo dit werkelijk het geval was geweestmoest het bed in omge- haalden toestand rijn. Het bed ia echter geheel onaangeroerd gevolgelijk „O Iwar" zeide zij met vernieuwden schrik „gy maakt mij op ieta opmerkzaamwaaraan ik zelve nog niet gedacht hebt en wat niet voor a maar tegen mij getnigd. Dit bed ia, even als het mynedoor het dienstmeisje op nieuw opge maakt. Dezen morgentoen ik opstond was hetik herinner my zulks nog zeer duidelijkin wanorde." Het dadelijk geroepen dienstmeisje bevestigde de bewering harer gebiedster. „Gelooft gij na nog, dat ik slechts gedroomd heb t" vroeg Hedwig. Flintborg zag zijne vrouw met vorschenden blik aan -, hij geloofde niet aan geestverschijningen en de gedachte die bij hem opkwam, wilde hij onderdrukken omdat hij zijne vrouw niet beang stigen wilde. Hy het, in plaats van de tot hem gerigte vraeg te beantwoordeu zich nog eens al de bijzonderheden der verschijning verhalen daarbij meende hy, te bespeuren dat Hedwig verscheidene zijner vragen met zekeren schroom het bloed bij de gedachte aan de vraag of dé menseh het regt heeft, aldus in den naam dea zedelijkheid en der wet aan zijn medemensch iets af te nemen, dat door geene menschelijke inagt alleen ooit of ergens te voorschijn is te roepen, het leven. Maar zelfs waar wij die gedachten ter zijde stellen, blijven er nog tal sombere en treurige denkbeelden over, die zich aan een feit als dit verbinden. De zedelijke verlaging, de wreede zelfzucht, de dorst naar genot en weelde, waaraan wij hier een beschaafd wetenschappelijk man zien toegeven ia zulke mate dat hij er een sluipmoordenaar door wordt, zij zijn een schokkend schouwspel en eene ernstige les. Het proces heeft ons wederom een blik doen slaan in eene wereld van onzedelijk heid, waarvan Parijs de hoofdstad heet, maar die zich soms tot onze onmiddelijke nabijheid uitstrekt. En wat na zal de aanblik der teregtstelling uitgewerkt hebben. Wij vreezen niet veel goede. De wijze reeds waarop bet publiek was aangesteld dat haar kwam aanzien voor spelt dat. Een paar dagen vroeger reeds verwachtte men het schouwspel en telkens van des morgens drie h vier uren af, wemelde het plein van mannen in blonses die zich de slechtste en gemeenste kwinkslagen veroor loofden van dames uit de dcini-monde (ook wel nit de vierde en achtste wereld) nog in het toiletwaarmede zij dien nacht in de Jardin Mvb'dle of elders hadden gedanst studenten grisettes, enz. Helaas waarom uiogt keizer Napoleon, van zoo verschillende zijdenook door den vader des veroordeelden om genade gesmeekt, geen genade schenken Nog slechts weinige dagen geleden was een man nit den minderen stand aie om eene even zware misdaad ter dood was veroordeeld te Versaillea teregtgesteld. Hein was geen gratie geschonken. De keizer kon dos nu ook niet van zijn rrgt gebruik makenzonder gevaarlijke vergelijkiugen op te wekken. Standaard Naar men verneemt zijn een paar inge zetenen des rijks voornemens aan Z. M. den Koning ter gelegenheid van lid. vijf-en-twin tigjarig huwelijk een prachtigeo vergulden stoel roet toepasselijke zinnebeelden versierd, aan te bieden, welke stoel vervaardigd wordt door de spiegelfabriekanten M. A. Sauders Co. te Arnhem. Te Portsmonth heeft bij de verkiezing van een parlementslid een ergerlijk tooneel plaats gegrepen. De toomelooze drift der we- derzijdsche partijen ontzag geene middelen om haren candidaat te doen zegevieren; men ver brijzelde stoelen en tafels en sloeg met de brokken zoo lustig in bet rond, dat president en candi- daten zich uit de voeten maakten en de strijdende liberalen en conservatieven aan hun lot over lieten. Op den zuid-westelijken spoorweg, bij het station Egham, is een van de Ascot-wedrennen naar Londen terugkeerende spoortrein, tegen ontweek als of zij hem, met een goed of kwaad doeliets wilde verzwijgen. Mogelijkdat bij zich bedroog, want de mensch is zoo ligt geneigd kwaad te denkenzulks overdacht hij by zich zelven en het gelukte hemde kwade gedachte, die by hem opgekomen was, geheel te verbannen. Intusschen nam hij den schijn aan, als of hy van zijn eerste gevoelen dat alles een droom geweest was vast overtuigd was. Onder de hand deed hy alle nasporingenverhoorde de huisgenooten nam zonder voorweten van zyise vrouwver schillende maatregelen en voorzorg betrekkelijk de bewaking van ziin huiskortomhij gaf zich het voorkomen van iemanddie niet aan geesten gelooft maar aan gaauwdieven denkthy mogt inweêrwil van dit alles tot geen resultaat geraken. Het werd zelts door eenstemmig beweren van portierhuisknecht, kamermeisje en andere dienst boden geconstateerd dat de huisdeureven als de deur, die nit de woonkamer naar het voorbuis geleidde, dien nacht goed gesloten geweest, en des morgens nog in denzelfden toestand gevonden wasdat niemand eeu menschelijk wezen bad zien of hooren in - of uitgaan en dat ook de doorgaans waakzame hond zich niet onrustiger dan gewoonlijk gedragen had. {Slot volgt.}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1864 | | pagina 6