köndlgde stelling dat de ambtenaren bij het bekomen van zijn post moet afstand doen van zijn onafhankelijkheid, is een der illiberaalste 1 die ooit zijn uitgesproken. De gronden, waar- i op men deze stelling tracht te verdedigen kuttten den toets van het onderzoek niet i doorstaan. Men zegt de ambtenaar in een lasthebber die den wil des lastgevers moet nakomen. Hiertegen kan vooreerst worden aangevoerd dat de lastgeving eene overeen komst isdie voor beide zijdeneven als ieder ander contractde verbindende kracht eener wet heeftmaar dat eene benoeming tot een staatsambt het uitvloeisel is der ko ninklijke oppermagtwaaruit volgt dat alleen de benoemdedöor de wet tot nakoming zijner verbindteniskan gedwongen worden men doet dus ten eenemale verkeerd als men het aan nemen van een ambt gelijk stelt met het aannemen eener lastgeving. Maar al neme men ook voor een oogenblik aan, dat een ambtenaareen lasthebber zijdan nog is hij ten anderen lasthebber van den staat, en niet van den minister, hij is dan alleen verpligt den wil van den eersten natekomen en daar deze zijn wil in wetten uitdrukt, zegt men eigentlijk dus niets anders dan dat de ambtenaar gehoorzaam moet zijn aan de weten wie zal dat tegen spreken Maar zegt men verder de minister is immers verantwoordelijk voor de uitvoering der wet ten. Gewis maar alleen voor zoo verre van hem afhankelijk iswaar de wet andere ambtenaren aanwijst om haar uit te voeren daar wordt zijne verantwoordelijkheid beperkt tot het voordragen van geschikte personen voor die ambten. Maar, voert men wijdere aan tot verdediging der onvrijzinnige stellingde aanvaarding van een staatsambt is immers eene vrijwillige daad en een ieder kan ten allen tijde zijn ontslag vragendat hem nim mer geweigerd wordt. Er ligt in die woorden eene bittere spotternijwant hoe zal een ambtenaar voor wien zijn betrekkiug vaak de eenige bron van" bestaan iser van afstand kunnen doenaan dat ambt heeft hij al zijne krachten gewijd en werd daardoor ongeschikt om op eene andere wijze zijn brood te ver dienen. Hoe zult gij zoo wreed zijn om hem te verpligten van zijne eenige kostwinning afstand te doen Maar was het welligt niet goed van hemdat hijbij de vervulling zij ner betrekkingzich ook op andere din gen toelegdedie hem in staat konden stel len om ook zonder zijn ambt aan het brood te komen „Het niemand kan twee heereu dienen" geldt ook hier, die een ambt bekleedt moet daaraan al zijue krachten wijden. Alleen hijvoor wien zijne betrekking alles iskan een goed ambtenaar zijn. Neenwil men onafhankelijkheid toekennen aan de ambtena ren zoo moet men dit doen door hun ze kerheid te geven voor het behoud hunner betrekkingen. De maatschappij heeft groot belangdat slechts personen in wie het ge voel van onafhankelijkheid luide spreektwor den bekleedt met ambten. Want zij slechts kunnen de ingezetenen beschermen tegen de overheersching der hoog geplaatstenzij alleen kunnen de trotsche grooten der wereld dwin gen hunne hoofden voor de wet te buigen. Een vrij volk als het Nederlandsche moet ook alleen door vrijmannen willen geleid en bestuurd worden. Hij wie de ambtenaren wil plaatsen in een vernederenden toestand van ondergeschiktheidwil ook daardoor het gevoel van onafhankelijkheid in de borst van tien duizenden verstikt hebben. Hoe nadeelig dit zoude zijn voor den vrijheidszin van ons volk behoeft geen betoog. Neenhet is een dure pligt van het Nederlandsche volk om zorg te dragen voor de onafhankelijkheid van al zijne zonen. Het is dan voorzeker niet te veel gevorderd van het liberale ministeriein wiens bezit zich Nederland thans mag verheugen dat het er het zijne toebrenge om de zoo dierbare onafhankelijkheid ook aan ambtenaren te ver zekeren. Heilzaam ware het zoo bij ons ook, even als in Noorwegen, reeds het geval is de benoeming en het ontslag van an ibtenaren alleen door de Met werden geregeld. GEWONE BElUGTEiV Te Nedcr-Adelsbocb bij Salzbrnnn is eene boerenwoning verbrandwaarbij ondan ks alle aangewende pogingen tot redding, twee di Jchters van den bewoner, meisjes van 17 en 9 jaren, zijn omgekomen. Het vreesselijkste van deze ramp is dat de brand opzettelijk werd g< isticht door den zoon des huizes een vijftienj urigen knaap die zich op deze wijze wreken wilde over de gestrengheid zijner stiefmoeder. De meisjes waren zijne eigene zusters. De heer M. Caudron zoon van den sch epen der gemeente Eugier, ging voorbij het huis van een zijner buren en hoorde dat er de vronw door den man werd mishandeld. Hij trad er binnenmet het inzigt den man* te doen bedaren doch die woestaard gjeep i ïen mes en stiet het den jongeling in de bor: »t zoodat hij morsdood neerviel. De dader is aangehouden. Als waarschuwend voorbeeld, en teve ns om de handelingen van den woeker en >de noodlottige gevolgen voor hen die zich in le armen van den woekeraar werppn aan de n dag te brengen, diene het volgeude uit De venter. Men verzekert, dat, uit hoofde der ook: daar gevoelde geldschasrstedoor sommige' handelaren eene rente is geboden van 8 percent. Deze hooge rente is evenwel nog niet te verge lijken bij de woekerwinsten die den kleinen arbeidenden stand maar al te vaak worden afgeperst. Eenige ware feiten moge dienen tot bewijs. Een slagter werd door den nood ge drongen f 100 te leenen. In plaats van vooruit te komen geraakte hij meer en meer achterlijk. De oorzaak was dat hij eene rente moest be- 1 talen van f 2,50 's weeks of 180 percent, behalve nu en dan een geschenk in vleesch. 1 Voor dergelijke gevallen sticht voorzeker de hulpbank, die sints benige tijd bloeit, veel nut. Maar er zijn andere. Een behoeftig eerlijk daglootier had gebrek aan f 10. Het werd hem geleend tegen eene rente van 50 cents 's weeks of 260 pereent. Drie jaren lang had hij deze rente betaald en dus te zamen i 78 toen een liefdadige den achteruitgang van zijn gezin ziende hem uit de handen van den geldschieter verloste. Nog meer. Eene zeer arme weduwe door ziekte van «en harer kinderen gedrongeu beleende voor 50 centen haren ijzeren pot. Om le kunnen koken, had zij evenwel dien pot dagelijks noodig. Zij leende hem derhalve eiken dag voor 1 cent. Zij betaalde dus van 50 cent f8,65 rente in het jaar of niet minder dan 730 percent. Deze gevallen zouden voorzeker met vele an deren te vermeerderen zijn. Zij toonen aan dat er in de lagere standen der maatschappij een schromelijk kwaad heerschtwaarop nog te weinig acht geslagen wordt. Hulpbanken spaarkassen bankeu van leeuing en dergelijke zullen niet genoeg vermogen zoo lang nog geheime pandjeshuizen bestaan waaraan dan ook waarlijk menig arme behoefte heeft. Mogt bij eene nieuwe wet op de banken van leening, die zich nog steeds laat wachten zooveel als mogelijk is, hierin worden voorzien. Waarlijk de zaak verdient meer ernstige overweging dan velen vermoeden. Naar luid vau een berigt uit Aucona heeft men een nonnenklooster te Loretto gesloten nabij eerstgemelde stad gelegen omdat aldaar voortdurend duivelsbezweringen plaats hadden. Bedoeld besluit is door de overheid genomen op verzoek van een groot getal inwoners dier plaats. Te Nenstadt in Karinthie heeft een man van middelbaren leeftijd zijn hoog bejaar- 1 den vader om het leven doen brengen, door i twee vroowen, die hij voor zeker loon daartoe had aangeworven. De erfeniswelke hij na zijns vaders dood zou verkrijgen wenschte bij spoediger magtig te worden dan de natuurlijke loop der dingen hem dat voordeel scheen te i zullen doen verwerven. Uit Parijs wordt gemeld Het proces dat door eene tooneelkns- stenares Mej. A., aan de familie G., tot uit levering van het stoffelijk overschot van den zoon der laatste werd aangedaan komt op het volgende neder: De overledene had aan zienlijke speelschulden te betalen. Bij wendde zich tot zijn vader die hem weigerde te hulp te komen. Hij rigtte zich alsr.u tot Mej. A. zijne vroegere geliefde. Deze verkocht hare kostbaarheden om hem te helpen. De heer stierf echter alvorens zijne nieawe schuld te kunnen betalen en vermaakte het eenige wat hij bezat, namelijk zijn lijk aan zijne weldoenster. Een ander zonderling regtsgeding zal weldra eveneens voor eene onze regtbanken worden behandeld. Een priester had den geestelijken stand verlaten en zich in het huwelijk begeven daar hij er in slaagde een maire te vinden die zijne echt- verbindtenis wilde voltrekken. Thans echter wil hij na twee jaren getrouwd te zijn van zijne vrouw scheidenwaartoe hij zich op het feit beroeptdat de maire geen priester mag huwenal heeft deze den geestelijken stand vaarwel gezegd. Te Rome ontveinst men zich niet langer dat het wereldlijke gezag van den Paus groot gevaar looptte meer daarnaar men zegt, kardinaal Ar.tonelli te vergeefs andere mogend heden om hulp en bijstand heeft gevraagd. Zelfs Spanje heeft bepaaldelijk verklaard niets voor het Romeinsche bewind te kunnen doen. Uit Amerika verneemt men Sheridan heeft de Separatisten vervolgd tot Mont Jackson waar zij in verwarring zijn aangekomen. De gouverneurs der Geconfedeeeerde Staten hebben eene bijeenkomst gehoudenwaarin krachtig is aangedrongen op bet voortzetten van den strijd en op het in dienst stellen der negers. De genl. Benuregari heeft bet bevel over de krijgsmagt der Separatisten in liet zuideu en westen aanvaard. Een aanval van Hood op Decatur is afge slagen. Op 21 22 en 23 Oct. zijn in Missoari gevechten geleverd aan de genl. Price die zoo het gerucht waarheid bevat daarbij de nederlaag leed. Daarentegen zou Forrest in Kentuckj vorderingen gemaakt en Paducah vermeesterd hebben. Den 24 zou van het fort Manroe eene aldaar uitgeruste expeditie van 40 schepen verscheidene gepantserde vaartuigen en 40000 man in zee steken, om een aanval te onder nemen op de stad Wilmington in Noord- Carolina. Den 27 heeft het geheele leger van Grant eene voorwaaitsche beweging gemaakt naar den kant van Richtnond maar vond den vijand overal zoo goed verschanst en waak zaam dat het weder naar de vroegere positien moest terngkeeren. Bij deze gelegenheid is hier en daar scherp gevochten en hebben de Noordelijken gevoelige verliezen geleden, Blijkens het verslag vau den kapt. ter zee de Man stations-commandant in de ja- pansche waterenhebben de nederl. schepen Metalen Krui*DgamhiAmsterdam en Me- dasa een roemrijk aandeel genomen in den strijd op 5 6 en 7 Sept. tegen de batterijen van den prins Nagato in de zeeêngte van Simonosaki. De 2 eerstgenoemden maakten met 2 engelsche en 2 fransche schepen de voorhoede uit en hebben dus het meest van het vijandelijk geschut te lijden gehad. Aan boord van het Meialen Kruizijn 2 man gedood en 3 gekwetst, waarvan 1 zwaar. Op de geheele vlootuit 9 engelsche 4 nederl. en 3 fransche schepen en 1 particulier stoom schip onder amerikaansche vlag bestaande zijn 12 dooden gevallen en 84 man gekwetst. Voor het niet in brand schieten der stad is 2 millioen dollars als voorwaarde gesteld. De landingstroepen hebben de bezettingen ver drijvende al de batterijen vernield waarbij de Medusa veel eer heeft ingelegd. Alleen op den eersten dag hebben de japanezen zich krachtig te weer gesteld. De vereenigde vlo ten hebben den doortogt der zeeëngte van Simonosaki na een strijd van 3 dagen zouder belangrijk verlies geforceerd hebbende de vijand in den beginne; krachtigen tegenstan geboden maar later om den vrede verzoen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1864 | | pagina 2