1-
itcid vin Itct volle lief, en voelt men dieper
Je pligten die als mensch op ons rusten
omdat wijdoor die te voreaken liet belang
van ons velk «einden. Het schijnt ongerijmd
te bewerendat wahr godsdienst en deugd,
ons niet tegen het kwaad konden beschermen,
ren juist staatsbegrip voldoende zijn zou om
onze krachten te schragen. Maar ontwijfel
baar is het dat wij in ous persoonlijk leven
meer waardigheid aan den dag zonden leggen,
zoo wij steeds voor oogen hielden dat w ij in
ons gedrag de geschiedenis schrijven van een
volk. Tot de versterking van dit denkbeeld
in den burger is dc staatkundige geroepen
en hij die als politiek schrijveroptreedt heeft
als eerste taak den burger de waarde van
den staat te doen kennen.
Voor zooveel in ons vermogen is doen
wij dit en zullen wij dit blijven doen. V ij
willen steeds tot onze lezers spreken als bur
gers, die liefde gevoelen voor bun vaderland
•en cr hunne hoogste eer in stellendat va
derland geene oneer aan te doen.
Daardoor zal die staatkundige fierheid in
ons volk ontstaan, welke eigentlijk eerst den
staat schept. De staat is niet eene vcreeni-
•ging van burgersmaar is een wezen dat
afgescheiden van de burgers bestaat dat zij
hunnen liefhebbenkunnen dienen.
De Voorzienigheid heeft den staat bestemd
tot het ideaaldat den burger vormen moet.
Al ons werken en ons zwoegen eindigt met
ons leven maar do staat overleeft ons en
•ontvangt zijne levenskracht voor een gedeelte
ook uit onzen arbeid. Zoo heeft de burger
r.icli eene aardsche onsterfelijkheid verzekerd
zijn geest leeft voort in de ziel des volkseen
heid en het tegenwoordige geslacht bestemt
de toekomst zijner kinderen. Deze beschou
wing van den staat is niet dc algemeen aan-
genomene. Hier is hij de opvoeder, de voogd
der burgersdaar is hij niets dan het werk
tuig, dat in enkele algemcene behoeften voor
ziet; naar onze meening bestaat er een
wezen dat Nederland heetis het althans
onze burgerpligtdat wezen te scheppen, te
veredelen. Nu moge deze beschouwing niet
voldoende zijn om ons aan onze menschelijke
ontwaarde in een hoek eene gedaante, geheel
zonder bewegingdoch toen ik ze naderde
ontving ik een zoo hengen slag op de linker-
- zijde van het hoofddat ik bijna tegen den
grond zonk. Ik pakte den kreupele,
want die was hetzelf krimpende van pijn
•sloeg ik hem ter neder. Naauwelijks was
dit gebeurttoen ik den hoefslag van paarden
vernam. Nier ruiters naderdenstegen af
cn slopen het buis binnen. Nog eene minuut
enik was ontdekt en lag waarschijnlijk bloe-
-dig en -leveulooseven als mijn vriendop
den bodem van den put.
Bijna buiten kennis van schrik greep ik
nüjn paard bij den teugeltrok het naar
'buitenwierp mij in den zadel en sprong
•over de omheining. Mij gebed aau het in
stinkt van mijn ros overgevende, dreef ik het
met een wanhopigen kreet voorwaartssprong
over hekken en slootenkwetste mij aan de
-takken der boomen en klemde mij aan ma
aien en zadelknop vast. Een koortsachtig
verlangenom te levente leven,
maakte zich van mij meester. Ik wist dat
ik vervolgd werd. Het gebrul van den duivel
achter mij, overstemde zelfs den hoefslag van
mijn paardwelks bijgen mij zeide dat zijne
krachten het begaven. In deze oogenblikken
stegen herinneringen uit den verledenen tijd
bij mij op; verijdelde hoopverbroken
beloftenonverhoorde gebedenhet einde van
den glorierijken krijg nabij wachtte ik elk
oogenblik een degenstoot of een pistoolschot,
om mij als een vertrapt lijk aan den weg of
in een eenzaam onbekend graf ter neder te
ploffen. Te vergeefs zou de oude generaal tot
den ochtendstond ongeduldig op mij wachten,
te vergeefs zou mijne bruid op uarigt hopen,
mijne moedermet den naam van haren zoon
pligten getrouw te doen blijvenontegenzeg
gelijk moet zij ten dezen opzigtc ccncn gun-
stigen invloed nitoefencn. Ieder schoon denk
beeld in den geest opgenomen, veredelt den
menschen zoodra wijdie op ons zeiven
beschouwd toch vrij gebrekkige wezen zijn en
om ons licnen slechts even gebrekkige wezens
zienin dc tegcnwooidigheid weten te leven
van den grootcn geest des volksmoet in
onze ziel de lage misdaad wijken voor de
heerlijke deugd. Staatkundig levenziedaar
het groote voorregtdat in onzen tijd de
burger genieten kan. De volken hebben al
tijd geleefdmaar magtige individuen hebben
bun steeds de mogelijkheid tot ontwikkeling
onthouden Eerst thans zijn zij erkendeerst
thans hebben zij een openbaar leven. Schan
de over het volkdat zich zeiven niet voelt
leven nu de tijd is aangebroken waarop
het krachtig leven kan en gewis zal Nederland,
in zoo menig opzigt boven andere volken be
gunstigd zich die voorregten niet onwaardig
betoonen. Een nieuwe jaarkring brak er voor
ons aan. Blijve onze staat den voorspoed ge
nieten waarmede dc Voorzienigheid hem
kroont. Maar boven al laat de burger zich
meer cn meer doordringen van het denkbeeld
dat een groot gedeelte van zijn levenstaak ligt
in de veredeling van den volksgeest. Doe
dieper dit denkbeeld wortel schiet en eene
volksovertuiging wordt hoe edeler volken
liet ideaal van den staat zal eerst dan verwe
zen tlijkt zijn wanneer alle burgers opregte
vaderlanders zijn. Men stelt liet wel eens
voor nis of de staat gcrigt is tegen dc ont
wikkeling van liet individu, en de beschuldi
ging is zelfs niet vreemddat het treurig
verschijnselwaarvan wij in het hoofd van
dit artikel spraken de althans schijnbare toe
neming der misdaden zijn oorzaak vindt in
de toenemende kracht van den staat, als of
godsdienst en zedelijkheid minder klem had
den op den burger van een vrijen staat.
Neen godsdienstzedelijkheid en staatsbegrip
bicden elkander de handom niet alleen
edeler volkenmaar ook edeler mcnschen te
maken. Neenjuist daar waar de idee van
de eenheid des volks in den geest van alle
of de lippen knielend biddenmijn lot was
te stervenen dat met de smet van de
serteur en in het vervolg door mijne kame
raden met verachting genoemd en in plaats
van in een eerlijk graf geworpen in de diepte
van de oude bron. Talloozc gedachten maak
ten zich in deze vreesselijke oogenblikken
waarin de hoefslagen van die bloeddorstige
duivels zich achter mij lieten hooren, van mij
meester. O had ik mijne brave sabelmijne
goede pistolen gehaddie bij dien verwenscb-
ten haard lagen
Mijn vermoeid paard begon langzaam te
loopen, mijne achtervolgers kwamen nader, en
naar den hemel blikkende, beval ik mijne ziel
in Gods genade
Plotselings zag ik voor mij iets flikkeren
ik herkende de sabel van een op post staande
schildwachten met waanzinnige vreugde het
wachtwoord aCrown-Point Crown-Point
schreeuwende sprong ik te midden der sterke
voorposten van de onsen. In hetzelfden oo
genblik knalden twintig geweerschoten en
viel mijn vermoeid paard.
(Slot volgt.)
burgers bestaat moet liet 't eerst eene onmo
gelijkheid wordendat dc mensch een misda
diger zij.
GEWONE BE1UGTEN.
In de vorige weekhebben wij met het
grootste genoegeneen bezoek gebragt aan de
thans alhier, onder directie van den heer
13. Sleijster, opgerigte bouwkundige teekenschool.
In den regel wordt ze door 30 a 35 leerlingen
bezocht, die in den korten tijd van haar bestaan
(nog geene 4 maanden) ongcloofelijke vorderingen
hebben gemaakt.
Wij erlangden bij die gelegenheid de over
tuiging dat Schagen in het vervolg van tijd,
bouwkundigen zal opleveren, die hun vak ver
staan en nietzooals thansbij het bouwen
van een huis een schoorsteen vergeten of niet
weten wat een reukeloos privaat is.
Het voordeel dat die school aan Schagen
verschaft is onberekenbaar, vooral met het oog
op de toekomstige uitbreiding dier gemeeute
wij raden dan ook, in ernst, een ieder, zich
bij gelegenheidmet eigen oogenvan het
nut en het doelmatige dier inrigtiug te gaan
overluigeD.
Op den 3e drzer II. heeft te Schagen plaats
gehad de verkiezing van twee Hoofd-Iugelauden
voor het ambacht van West-Friesland, ge
naamd de Schager- en Niedorper-koggen voor
de bannc en den polder Schagen. Dij de eerste
stemming waren ingeleverd 163 geldige billetten
waarbij stemmen zijn uitgebragt op de heereri
D. Timmerman 87 M. Grootes 72, P. Mcurs
48Jan Stammes 32 W. Vader 30 Jan
Dorst Sr. 15, enz. zoodat alstoeu alleen de
heer D. Timmerman is benoemd en er eene
herstemming moest plaats hebben tusschen de
heeren M. Grootes en P. Meursbij welke
herstemming P. Meurs met 92 van de 158
stemmeu ia benoemd.
Naar wij vernemenmoet door eenigo
ingezetenen besloten zijneene vergadering te
beleggen van belangstellenden in het reeds
meer besproken kanaalen zullen in die ver
gadering voorstellen worden gedaan omtrent
gepaste doch vooral afdoende maatregelen, om
te geraken tot een onderzoek van de zaak
in kwestie.
Wij achten het van onzen pligt allen die
tot deze vergadering zullen worden uilgenoo-
digddringend aan te manen, aan die roe
ping gehoor te geven, opdat aan deze tweede
poging om tot een algemeen gewenscht doel
te gerakeu een goeden uitslag ten deel moge
vallen.
Wij kunnen tot geruststelling van hen
die in het vragen van geldelijke offers, alligt
nevenbedoelingen meenen te zien, mededee-
len dat in die vergadering geen beroep
op de benrs der belangstellenden zal worden
gedaanmaar ontwerpers zich vooratellen
langs een anderen weg, dan door de Commissie
is gevolgd tot bet voorgestelde doel te ge
raken.
Zijn wij goed onderligt dan zalgelijk
zulks elders in vergaderingen over plaatselijke
of algemeene belangen geschiedteene voor-
dragt over de zaak in kwestie der te doene
voorstellen voorafgaan.
Op den 81 jl. heeft teZijpe een nitdeeling
plaats gehad aan 196 hoofden van huisgezinnen
ecner som van f 361,33. welke gelden door
de zorg van eene plaatselijke boofd-com missie
waren ingezameld, ten einde het zoo lastige
nieuwjaarwenschen aan de hnizen, te doen op
houden waardoor dan ook niemand last van
bedelaars gehad heeft.
M ij wenschen dat dit in Schagen navolging
mogt vinden en twijfelen niet of onze me
deburgers zonden biertoe gaarne het ^bunne
willeD bijdragen.
Na de voorlezing door den heer Cohen
Staart te Alkmaar gehouden ten behoeve
van den N.-Holl.-Fr. spoorweg, is voor ruim
f 22000 ingeteekend.
In het geheel is voor p. m. 2 millioen inge
schreven en er bestaat nitzigt dat aan de
Amsterdamsche benrs voor 2J millioen zal
geplaatst worden. Indien dit waar is zou
de zaak welligt haar beslagt krijgennadat