Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
I0BB0AG
O APlllu
'M 393.
Negende Jaargang.
A°.
Dank- cn bededagen in
Noord-Amerika.
Do steen der wijzen.
v.
ZS
K 3
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Sclmgen 1,00.
Franco per post door het gcheele Rijk r 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Die timmert aan den wegh
Verwacht gezegh. (Cats.)
TJITO-EVEB 3?_ CT. Gk DIDEBIOH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerderr 0,15.
De 35 cents zegelrcgt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die rij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BBIEVE1T FB/A-ITOO.
c
Volgens het berigt der dagbladen heeft de
president der Noordelijke Staten van Amerika
een algemeenen dankdagen de president der
Zuidelijke geconfedereerde Staten een alge
meenen bededag uitgeschrevende eerste om
den Almagtige te danken voor de behaalde
overwinningen de laatste om Hem te smeeken
dat Hij zijn aangezigt weder als vroeger in
gunst doe lichten over het thans zoo onge
lukkige volk. Bij den beklagenswaardigen toe
stand waarin thans de Zuidelijke Staten ver-
keeren nu zij zich verlaten gevoelen van
alle bondgenooten is het geen wonder dat zij
hulp zoeken bij oene Iloogere magt en haar
voor zich zoeken te winnen. De preident der
Zuidelijke Staten laat het dan thans ook niet
bij het uitschrijven van eencn algemeenen
bededag hij maant zijn volk ook aan tot
verootmoediging, boetedoening, berouw en
bckeering.
Toen in het vorige jaar de koning van
Pruissen zijn dankgebed voor de door drie
dubbele overinagt verkregene overwinningen tot
den Heer der Heerescharen opzond, hebben
wij den geesel der satire voorwaar niet ge
spaard, wij ineenden dat geen hekel te scherp
Neendank uik ben mijn leven nog
niet moede; en de jongeling stapte naar den
anderen kant en wandelde bedaardgedurende
eenige minutenheen en weder ,d oor het
vertrek.
De jood hield zich alsof hij het, met zijne
smeltkroes zeer druk haddoch verloor Henry
geen oogenblik uit het oog; de laatste ont
moette op zijne rondwandeling een koffer of
kist van zeer bijzonder fatsoen met eene zware
koperen ring op het deksel.
Is het onbeleefd te vragen wat er in
die kist is vraagde Henry.
In het geheel niet, open ze maar.
De jongeling volgde dezen raad en eene
groote hoeveelheid staven goud van verschil
lende diktenop elkander gestapeld ver
toonde zich aan zijn oog. Welk een schat,
riep hij uit.
Beschik er over naar welgevallen zeide
de jood.
Henry stond, gedurende eenige seconden
besluiteloos, doch hij scheen spoedig beslo
ten en greep zeer heldhaftig verscheidene
van de zwaartste staven.
Een half gesmoorde zucht liet zichvan
achter de pilaar waar Wilhelmina verborgen
vjas, duidelijk hooren. De beide manuen
draaiden hét .hoofd naar den kant van waai
koudeu zijn waar wij een met alle regt en
geregtigheid spottend geweld den naam van
God (om met Vondel te spreken) tot zuivering
van zijn zaak zagen brandmerken op zijn kaak.
Maar bij de zee van rampendie wij thans
zien uitgegoten over de geconfedereerde Staten
zoude spot hoogst onvoegzaam, ja! wreed zijn.
Waar wij de welvaart zien verwoesten, dorpen
en steden zien verbrandenstroomen van men-
scheubloed zien vergietenonmenschelijkhedcn
van allerlei aard zien bedrijven en in het
verschiet eene ontknooping van het bloedige
drama voor oogen hebben, die al het reeds
gebeurde in vreeselijkheid zal overtreffen daar
mag gecne spotternij maar moet diep medelij
den in iedere menschelijke ziel opkomen. Wie
zal durven spotten met den ruwen zeeman
als hij na schipbreukzich vastklemmende
aan zijn rampzalig wrakrondzwalpende op
de onstuimige golven met den dood vau alle
zijden om hem heen, op oubcschaafde wijze
dan Goddie ook naar het schreeuwen der
raven hoort, om hulp krijt? Met wat ruwe
namen hij zijn God aansprekezijn jammerend
bidden zal een wederklank in ieder roensclielijk
hart vinden. Wij voelen daaruit met het re-
delooze dierals het om hulp schreeuwt
terwijl het zich door zijn doodvijandwiens
prooi het weldra zal worden voelt aangegre-
het geluid kwam. Het jonge meisje stapte
met de grootste bedaardheid door de werkplaats
greep de hand vau Henrydie toen hij haar
ontwaarde een gü van verwondering gaf.
Nu, gij dit goud bemint, zeide zij,
terwijl zij hem op de staven weeszal ik u
laten zien waarvan het gemaakt wordten zij
sleepte den jongeling naar een hoop rood
lijnwaad dat in een hoek lag ligtte het bij
een tip in de hoogte en hij staarde met
afgrijzenop drie lijken die op den steenen
vloer lagen en ieder met eene gapende wonde
aan het hart; daarna liet Wilhelmina het
doek weder nedervallen en na den jougeliug
een veel beteekenenden blik te hebben toege
worpen ging zij hem voorbij en verdween
achter de traliedeor waardoor rij was binnen
gekomen.
Mauasses had zich onbewegelijk gebonden.
Moord moord 1 barstte Henry uit.
Kinddat gij rijt, antwoordde de
goudmakerop deze bedreigingik tel het
leven van anderen zeer weinigmaar ik ver
moord niemand wat doet het er toe of deze
ellendelingen hier of in het gasthuis sterven
het is mij alleen om den laats ten droppel
bloeds uit hun hart te doendie men net zoo
goed aan mij verkoopt als hunne lijken aan
de suij-kamer.
Deze uitlegging was geenzins geschikt om
den jongeling gerust te stellen, de eerste in
druk was te hevig geweestde goudmaker
merkte zulks.
penrn zouden wij dan geen medelijden
hebben met den natuurgenoot, als hij in zijn
wanhoop door zijn instinct gedreven tot den
Eenige die helpen kanom redding roept
De bededag, door den president Davids uit
geschreven heeft veel van het gebeddat
de onbeschaafde matroos in doodsangst cn
wanhoop uitstort. Wij hebben misschien uiet
het regt om zulk een gebed te toetsen aan
het koude verstandwant de door wanhoop
aangedreven geest voelt zich niet in staat om
zich te regelen naar de uitspraken van het
koele verstandevenwel mcenen wij de op
merking te magen maken dat noch het uit
schrijven van een bededag, noch de aanmaning
tot boetedoening en bekoeriugnaar ons ge
voelen tot eenig gunstig gevolg zal leiden.
Bededagen in een oorlog komen in onze dagen,
bij onze tegenwoordige begrippen van God en
Godsbestuurons ten hoogsten ongepast voor,
schijnen alleen aanleiding tot spot en ergernis
te kunnen geven. Van wederszijden smeekt
inen God om overwinningen over vijanden
van welke men weetdat zij even goed als
de bidders zelveZijne kinderen zijnmen
roept des Hemels zegen in over w-apenen en
werktuigendie er voor bestemd zijn om het
meest mogelijken ouheil over natuurgenooten
uit te stortendoor vroome woorden wil men
Kom aanl hebt gij lust om met Ma
uasses of met den markies in den tuin te gaan
wandelen voegde hij hem glimlagchende toe.
Ik geef den markies de voorkeur.
Zij rijn echter, gij ziet het, m één
persoon vereenig d en thans zult gij begrijpen
waaromHenry onder den arm grijpende
opende hij eene deur en rij bevonden zich
plotselings in eene gansche andere wereld.
Deze tuin dien de goudmaker bedoelde
was te midden der maand Jannarij, eene zeer
uitgestrekte broeikast; toen Henry er in.trad
werd hij verblind door het daglichtde wel-
riekenste geuren streelden zijn reuk—orgaan en
de angst die hem bevangen had, scheen hem
van lieverlede te verlaten.
De markgraaf liet hem plaats nemen naast
een watersprong die de daarom heen staande
heesters en boomen besproeide, terwijl hij hunne
takken over zijn hoofd boogdaarna plukte hij
een paar perziken en bood ze den jongeling aan.
W at is het hier heerlijkzeide hij, maar
deze tuin is een wonder,
Een wonder zoo als men overal met
goud kan maken.
Markies, gij zijt toch een gelnkkig sterveling
Het houdt slechts aan n om dat ook
te wezen.
Als ik Wühelmina troow
Neen als gij haar niet trouwt ik
hen op dat huwelijk niet gesteld.
(Wordt errtotyd.)