Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M 401.
Nesrende Jaarffanir.
Overbevolking.
TJTT3-evee !p. o". o. didebioh.
brieven m^isroo.
€EWO\E BERIGTEN.
De sectie Staats-spoor weg Nieuvre-
dicp -- Alkmaar zal zoo mogelijk op
lo. October en anders zoo spoedig
doenlijk in exploitatie komen.
A°. 18^
SCHAGER COURANT.
AB0NNEMBNT3PRUS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Schagenf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
P&US DER ADVERTKNTlëN
Van een tot rijf regelsf 0,75.
Iedere regel meerder. 0,15,
Do 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Die timmert aan den wegh,
Verwacht gezegh. (Cats.)
Veel van wat er ongelukkigs is in de maat
schappij wordt toegeschreven aan eene over
bevolking. De armoede noemt men natuurlijk
want de groote massa handen en de beperkt
heid van het werk brengen haar als noodza
kelijk gevolg mede. Overbevolking schijnt
als een nieuw noodlot de tnenschheid te drijven
mar haar ongeluken als men sommige
staathuishoudkundigen gelooven mogtmoest
er niets stelliger vast staan dan dat de mensch-
heid door haren Schepper onder eene voorwaarde
in het leven is geroependie haar een
ellendigen dood te gemout doet snellen.
ij gelooven hieromtrent gerust stellende
verzekeringen te kunnea geven. Het is geen
overbevolking die der maatschappij kwaad
doet maar daarmede volstrekt niet in verband
staaude oorzaken en omgekeerd is de ge
stadige aanvas der bevolking eene blijvende
voorwaarde voor de ontwikkeling van een
volk.
Het is toch duidelijk, dat men geen regt
heeft tot het aannemen van overbevolking
wanneer men menschen zonder werk ziet.
Een bedelaar bewijst evenmin de maatschap
pelijke armoedeals eene werkdooze hand het
gemis van behoefte aan arbeid. Er kunnen
voor dat verschijnsel de hoofdoorzaak van
de armoede onzer dagen gansch andere redenen
dan overbevolking bestaan. Die oorzaken zijn
van onderscheiden aard en laten zich ver
deden in de navolgende persoonlijke gebreken
in den arbeider.
Zon luiheid onkundedronkenschap geen
werkzamer aandeel hebben in de voorbereiding
van den in vele opzigten betreurenswaardiger!
toestandwaarin de arbeidende klasse van
de beschaafdste volken verkeert. Wie rondom
zieh zietzal ügter de armoede dan den rijk
dom kunnen verklaren.
Ook in onze dagen is de arbeider nog
zijn loon waardig en wordt de stelling toe
gepast wie niet werkt is niet waard te
eten.
Maar elkaar in den weg staan de menschen
met. Immers was dit het gevaler zou geen
zweetdrop dalen van het voorhoofd des arbei
ders maar met de grootste gemakkelijkheid
zon er kunnen voorzien worden in de behoef
ten der maatschappij. Dit is de toestand
van menig Zuidelijk volk. De taak van den
arbeider is daar zoo gering, dat hij zonder
inspanning in zijne behoeften Toorziet en juist
dit is de maatstaf, die men ter bepaling van
overbevolking in de hand moet nemen.
Mij kunnen de overtuiging niet deelen,
dat er ooit te veel mensehen. kunnen zijn.
Het is altijd gemakkelijker te verteren dan voor
te brengen en daar de mensch nu in beide
hoedanigheden te gelijk optreedt, heeft men
met alleen altijd meer menschen noodigmaar
meer ontwikkelde, meer proiuctieve menschen,
Ook hij den middel en hoogereu stand
hoort men van overbevolking spreken. Alle
plaatsen zijn bezet is de daar altijd herhaalde
klagt maar men vergeet dat ook Oicero daar
reeds over geklaagd heeftterwijl toch een
paar duizend jaar daar tusschen liggen. Ook
hier vindt men in de persoonlijke gebreken
van den arbeider, de aanwijzing van de oor
zaak der kwaal. Hier is liet eene opper
vlakkige algemeene kenniswaarmede men
winst wil doendaar wordt alle moeite in
gespannen om tot een doel te kamen dat de
concurentie buiten het bereik stejt. Dit laatste
nu staat oogensekijiüijk in verband met over
bevolking maar bij eenig nadenken wijst bet
zich toch aandat de oorzaak van zoo menig
bedrogen hoop ligt in de verkeerde kenze
die men deed. Het schijnt dat ambtenlands
betrekkingen tegenwoordig de algemeene be
geerte opwekkenmaar natnurlijk is hetdat
slechts voor zeer enkelen die begeerte kan
worden vervuld. De menschelijke nijverheid
inoet zich nieuwe wegen openen en voet voor
voet zal het veld harer werkzaamheid uitbrei
den. De groote vermeerdering van kennis
die voor ons volk zal voqrtvloeijen uit het
verbeterde onderwijs opzer dagen zal iedere
hand in de toekomst werk verschaffen en wel
verredat van aanwas van bevolking armoede
het gevolg zou zijnzien wij daarin de groote
voorwaarde tot voortdurende ontwikkeling.
De maatschappelijke gebreken hebben ook
nog een tweeden grond. Niet de overbevolking
is de schold der armoede, maar de scheidiog
door de maatschappij geduld in verschillende
standen. Manneer eens de pligt der zaroen-
leving eene behoefte is gewordenzal het
gemeen9cliappelijk belang van menschen eens
voor ieder duidelijker waarheid worden, en het
gevolg daarvan zal zijndat ook dc werkzaam
heid eene praktischer en prodoctiver uitkomst
zal afwerpen.
Bovendien wordt overbevolking door onder
scheidene middelen tegen gehouden. Oorlogen,
ziektenspelen hierin een groote ral. Ook
landverhuizing op zoo groote schaal tegen
woordig ondernomenwerkt ten dese zeer
heilzaam en schoon wij die niet geheel willen
afkeuren wij houden ons voor alsnog aan
Göthe's woord:
Bleibet im lande nnd machet euch redlieh.
Blijf in uw land als een nederig burger".
Naar aanleiding van een bij de Tweede
Kamer ingekomen reqnest van den gemeente
raad te Schagen is o. a. nit de hij de debat»
ten gegeven inlichtingen gebleken
Bij de op 13 dezer alhier geboudene
verkiering van twee leden voor den gemeente
raad zijn oitgebragt 135 stemmen, waarvan
op Corn. de Heer 67Jan Ligthert 53 j
Corn. de Pvter Sr. 42; E. Hoekstra 33;
Jan Schenk 17 S. B. van Lon 7; C, Lan-
gerijs 5 enz. enz.
Zoodat eene herstemming zal moeten plaats
hebben tusschen de heeren Corn de Heer,
Jan Ligthert, Corn. de Pater, Sr. en E.
Hoekstra.
Bij de op 18 dezer te Barsingerhora
gehondene verkieziezing van twee leden voor
den gemeente-raad zijn ingeleverd 87 briefjes
volstrekte meerderheid van steramen 44, uit-
gehragt op Gijsbert Plevier 49; Cornelis Jbz.
Bood 49 J. van der Oord 35 Jb. Wai-
boer 83 enz. Alzoo zijn de twee eersten tot-
leden van den raad verkozen, en znlks in de
plaats van de beide laatsten.
Bij gelegenheid van eene militaire voorstelling
dezer dagen door de kweekelingen van de ko
ninklijke militaire school te Dublin gegeven,
vatte eensklaps bet kruiddat hun ter be
schikking was gesteld vlam. Een der kweeke
lingen werd op de plaats gedood twee anderen
werden gevaarlijk gekwetst. De ontsteltenis
door dit vreeselijk voorval onder het talrijke
en aanzienlijke publiek te weeg gebragt, was
onbeschrijfelijk.
Te Btlfast zijn bij gelegenheid der ver
kiezingen ernstige ongeregeldheden gepleegd. De
Orangisten zijn de zaal, waar de verkiezingen
werden gehouden binnengedrongen en hebben
den liberalen candidaatden heer Havbelet
zich te doen hooien. Er hebben ook vecht
partijen op straat plaats gehad. Gewapende
Protestanten hebben de Catholieke wijk beeet.
Jlen vreest voor nieuwe wanordelijkheden.
Uk Alexsndrie wordt gemelddat de
Engelsche consul aldaar het volgende berigt
heelt ontvangen van den heer W. Bakerdie
sedert een paar jaren het binnenland van Afrika
heeft doorreisd ora de bronnen van den Nijl
op te sporen. Het berigt des heeren Baker
dat op 18 Mei uit Cbartna is verzonden, luidt
aldusDen 28sten April jl. ben ik bier aan
gekomen nadat ik de tweede bron van de
rivier de Nijl had ontdekt. Op li Maart vau
het vorige jaar bereikte ik de bedoelde bron
namelijk een meer ter lengte van ongeveer 260
Engelsche mijlen liggende het naastbij zijnde
pont op lo. 14 graden N. Br. en het verst
verwijderde op 5o. 16 graden N. Br. Aan dit
meer heb ik de bemaning gegeven van Albert—
Nvanze of Albert-meerde groote waterwel
welke op eenigea afstand van het meer stroom
afwaarts wordt gevonden en roim 120 voet
boog is. heb ik naar den beroemden Mnrchitou
genoemd. Niet omdat dit meer van geringer
beteekenis moet geacht worden dan bet door
kapitein Speke ontdekte Victoria Nyanza beb
ik bet de tweede bron van den Nijl genoemd,
maar dewijl mijne ontdekking later is gedaan
dan die van kapt. Speke. Een rond jaar beu
ik te Magnnjo als het ware gevangen gehouden