Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M 405.
Volksliederen bij het
Waterloo-feest.
Negende Jaargang.
3
GEWONE I5E1VIGTEN.
SCHAGER COURAN
abonnementsprijs voor drie maanden
Voor Schagen1,00.
Franco per post door het geheele Rijk 1,15.
Afzonderlijke Couranten*0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Die timmert aan den wegh,
Verwacht gezegh. (Cats.)
TJIT3-EVER JP. J". O. DIEERIOH.
prijs der advektentlën
Van een tot vijf regelsf 0,75.
Iedere regel meerder#0,15.
De 33 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die rij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN
Wij waren voor eenigen tijd in de gele
genheid een groot aantal volksliederen te
lezen uitgekomen bij gelegenheid van de
viering van het Waterloo-feest. Natuurlijk
verwachtten wij in die liederen over het alge
meen weinig streelends voor ons schoonheids
gevoel, maar toch moeten wij erkennen dat
al die liederen nog van veel minder gehalte
waren dan wij dachten. In de meesten kwam
geen enkel schoon denkbeeldzelfs geen en
kele schoone uitdrukking voor. Ook de
proza-stukjesbij deze gelegenheid nitgeko-
menzijn weinig beduidendvoorwaar de
letterkunde heeft dit feest niet medegevierd
zij heeft zich uit luiheid of onverschilligheid
terug getrokken in haar heiligdom en het
volk laten feestvieren zonder er zich mede
te bemoeijen.
De eenige gunstige uitzondering in dez'
op de dichtstukjes maakt misschien het liedj
van d n zoo volksgezinden dichter J. P. Heije,
op de proza-stukjes het tractaatje uitgegeven
door het tractaat-genootschap. Wat ons
vooral in deze beide stukjes beviel was de
afwezigheid van haat en wraak jegens den
toch sinds 44 jaren overledene Napoleon
welke hartstogten in de andere stukjes bijna
alleen den toon geven. Naar ons voorkomt
is het na vijftig jaren ten hoogste ongepast
om nog altijd op zulk een toon van min
achting van Frankrijk en zijnen keizer te
spreken als in veel van die stukjes is gedaan.
Het #weg met Napoleon# en vieve Willem
III' was de schering en inslag van alles
wat wij lazen en hoordenwij betreuren dit
te meer daar het Waterloo-feest juist moest
strekken om den nationalen geest een weinig
boven zich zeiven te verheffen.
Door dagelijksche bezighedenvaak van
geestverdoovenden aard telkens naar de laagte
gedrukt loopt de menigte gevaar om hare
boogere roeping en edeler aanleg te vergeten
bij onophoudelijk gezwoeg en genoegen die
meestentijds alleen de zinnen streelen. De
beperkte gezigtseinderdie het volk voor
oogen heeft veroorzaakt dat het op den
duur kortzigtig wordt en onvatbaar om zijn
blikken in bet wijde verschiet te leten rond
dwalen. Nu moet een nationaal feest juist
dienen om het volk voor een poos los te
maken van den dwang der dagelijksche bezig
heden om het te doen gevoelen dat er edel
bloed door zijne aderen stroomt. Bij zulk een
feest moet er als liet ware een geest rond
wandelen onder de menigtedie haar toe
roept #hoe lofwaardig het ook zij uw da-
gelijksch brood door verraoeijenden arbeid te
winnen houd het toch immer ook in gedach
ten dat gij behoort tot eene natie aan wie
de grootsche roeping is gegeven om de heilige
banier der vrijheid voor de volken uit te
dragen. Die nationale roeping maakt liet
edelste deel van uw wezen uitzij moet uw
kroon zijn, waarvoor gij alles veil hebt. Strek-
ke dan dat feest in de eerste plaats om dat
denkbeeld te doen leven in uw geheugenin
uwe verbeelding.'
Eene feestvieringals plaats had moest dus
in de eerste plaats dienen om het volk met
edele denkbeelden en gevoelens te vervullen,
maar wij vragen hetwat edels ligt er in
dien even dwazen als onbeschaafden kreet:
rweg met Napoleon.' Het is van ouds als
laag en onedel aangemerkt om den gevallen
vijand nog met hoon en smaad te vervolgen,
maar wat doet meu anders dan ditdaar
men het volk zulke woorden in den mond
legt? De verslagen keizer ligt sinds 44 ja
ren in het stille graf, wij behoeven dus voor
waar den wensch niet meer te uiten, dat
de Heer hem wegnemede hartstogtelijke
kreet strekt dus alleen om zijne nagedach
tenis met meerd.re hoon en smaad te vervol
gen. De grootste misdadiger zelfs moet in
zijn graf van verdere vervolging verschoond
blijven, zoolang wij een booswicht in zijn
leven zien woeden en kwaad stichtenmoge
afkeer en verachting ons tegen hem bezielen,
als hij daar magteloos en koud nederligt moet
het gevoel van natuurverwantschap weder in
ons spreken wij moeten in hem een broeder
zien die misdaan heeftmaar een over wien
het ons niet veroorloofd is een vonnis te
vellendaar hij ons niet kan zeggenwat
de oorzaak van zijne misdaden was. Zijne
vijanden te vergeven wordt door iedereen
geroemd als een eerste Christen—pligt en mag
dan een Christelijk volk als het onze hare
nakoming straffeloos verzuimen
Zoude het niet edelmoediger zijn geweest
zoo wij wat meerder hadden gedacht aan
de woorden van Jozef, en tot den geest van
den overhetrscher hadden gesprokenrvrees
nietwant zijn wij in de plaats van God
Gij hebt wel kwaad tegen ons gedacht
doch God heeft dat ten goede gedacht. Im
mers hebben de vijftig jaien van rust, vrede
en welvaartdie wij sedert den slag van Wa-
terloo hebben genoten ons moeten leeeren dat
de korte jaren der onderdrukking de geze-
gendste gevolgen voor ons hebben gehad
daarom voegt het ook ons de oorzaak van
dat alles met zachtheid te beoordeelen. Wil
een volk met waardigheid zijne roeping
vervollen dan moet het in de eerste plaats
zich zoeken te vervullen met edele ge-
voelens en denkbeelden. Wij gelooven dat
er hoegenaamd niets edels ligt in een be
krompen nationalen zinen deze helaas
spreekt al te veel uit alles «at wij lazen en
hoorden op liet gevierde feest.
Over het algemeen is het een groot feit
van de Nederlandersdat zijte veel in het
verleden leven, «ij voeden ons bij voorkeur
met geschriftengeschreven in dagen van
hartstogt en spanning. Langen tijd hebben
wij de geschiedenis van Oldenbarneveld en de
Groot alleen willen leeren uit liet proza van
Brandt en uit de poezij van Vondelde ge
schiedenis der de Witten en Willem III uit
Wagenaar, en uit de gedichten van Helmers,
van FeithBilderdijk en Tollensalsmede
uit het gedenkschrift van van der Palmde
geschiedenis vau Frankrijks ovcrheersching en
onze verlossing. Bij het lezen van zulke
stukken verplaatsen wij ons geheel weder in
den ouden tijd. Wij voelen het vuur van
vijandschap en haatdat de schrijvers vervol
den in ons ook weder ontbranden maar wij
vergeten te veeldat hetgeen hendeelge-
nootcn in den kamp, goed stondons die
ver van het slaggewoel verwijderd staanniet
meer voegt. Borger heeft in zijne verhande
ling over liet Mysticismus teregt opgemerkt
dat zelfverheffing alleen bij verdrukking geoor
loofd is. Wie zal het niet verkeerd noemen
zegt hij als ik mij in gewone omstandigheden
op mijne eerlijkheid beroemmaar zoo ik dit
doe als men mij onregtvaardig in een kerker
heeft geworpen wie zal het mij dan ten
kwade duideu
Zoo was het ook onze vooronders, ver
drukt als zij werden door Napoleon, voorze
ker zeer geoorloofd om bovenmatig te roemen
op hunne nationaliteit en de moedige en edele
Helmers en Loots die daarin voorgingen
verdiennen onzer aller hulde. Maar het is
ongepast om dit nog in onze tegenwoordige
omstandigheden te doen, thans moeten wij
de eersten zijndie erkennen dat wij met
onze deugden en gebreken niet hooger staan
dan alle ons omringende natiën. Ook tegen
over Napoleon moeten wij onpartijdig zijn.
En zoo de onpartijdigheid ons gebiedt hem
te veroordeelen laat ons dan dit doen niet
omdat hij Nederland eenige jaren heeft on
derdrukt, maar oindat hij te kort is gescho
ten in de vervulling zijner pligten.
Jl. Donderdag heeft in onze gemeente een
optngt der achoolkinderen plaats gehad. Zij
trokken ruim 300 in getal met muzijk voorop
en van vlagtjrs voorzien door de straten
bragten aan den burgemeester den predikant
en den pastoor eene anbade en werden aange
naam verrasttoen zij daarna het théatre van
den heer Spriet «erden binnengeleid, waar zij
op eene gratis voorstelling vergast werden Ten
slotte keerden zij naar de school terug alwaar
aan elk een koek ten geschenke werd gegeven.
Deze optogt geschiedde onder de leiding der