27 Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. M 409. Help U Zeiven. Een goede man. Negende Jaargang. SCHAGER COURAN ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN: Voor Schagenf 1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten #0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle PRIJS DER ADVEBTENTlëN Van een tot vijf regels0,75. Iedere rrgel meerder#0,15. De 35 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. UIT3-EVER 3?. J". Die timmert aan den wegh, Verwacht gezegh. (Cats.) o. idiidieiricih:. BRIEVEN ZFIR^AJCTOO. De maatschappij tot nut van het algemeen heeft dezer dagen aan al hare leden en be gunstigers gezonden een exemplaar der ver taling van het beroemd werkje van Samnel Smiles help u zei ven. In vele opzigten kunnen wij niet anders dan eene poging toejuichen om dit zoo hoogst nuttig werkje ond^r onze landgenooten alge meen te verspreiden want de lezing zal toch voorzeker bij honderden zoo niet bij duizen den een nieuwen levensmoed en eeue frissche geestkracht verwekkenmaar toch betreuren wij het ten zeerste dat de maatschappij zich alleen bepaald heeft tot eene vertaling van het werkje en niet veel liever had gestreeft om een geschrift in denzelfden geestmaar vervuld met eenen meer nationalen zin uit te geven. Nu toch heeft men het regt oin der maatschappij te verwijten, dat zij iu gee- nen deele vrij is van de kwaal waaraan ver scheidene onzer tegenwoordige landgenooten lijdenen die inzonderheid door twee onzer voornaamste tijdschriften d e G i d s en de £conoinist, telkens wordt gevoed. Wij be doelen die overdrevene ingenomenheid met Engeland en al wat Engelsch isdie ten koste onzer nationaliteit, door te velen wordt gehnldigd. De uitgeefster van het werkje, waar over wij spreken is vooral niet vrij te plei ten van deze Anglomanie want zie in plaats van zijne voorbeelden van geestkracht en vol harding te nemen uit alle volken der aarde 4^'j bedoelen natuurlijk de maatschappij tot nut van 't algemeen niet den heer Loman. De heer Abdndy leefde zeer afgetrokken in eene kleine landstad in Dnitschland. Vroe ger was hij landeigenaarop zekeren dag had hij al zijne bezittingen verkocht en leefde toen van zijne renten. Weinig menschen waren met hem bekenden zij die iets van hem verhalen konden, wisten slechts zooveel dat hij eensvoor ongeveer vijftien of twintig jareneen groot ongeluk met zijne vrouw hadsedert welken tijd hij zich van de wereld terug getrokken had en in treurige eenzaamheid leefde. Wat hem scheelde wist niemand met bepaalde zekerheid op te geven. Het was op zekeren natten kondendon keren herfstavondtoen voor het hnis van genoemden heer eene groote reiskoets stilhield. Een in een regenmantel gehuld man sprong er uit, bezag het huisnummer, belde aan en vroeg of de heer Abandy te hnis was. »Hij bevindt zich juist in zijne kamer luide het antwoord. »Mel goed.» En met deze woorden begon tij eene lange kist van uit het rijtuig te heeft de oorspronkelijke schrijver staande op zijn bekrompen nationaal standpuntzich al leen bepaald tot groote mannen uit Engeland en in de vertaling is niets gedaan om dat gebrek te verbeteren.Moeten wij deze par tijdigheid reeds betreuren in den schrijver wij moeten baar nog meer vcroordeelen iu onze maatschappijwier voornaamste ja wier eenig- ste streven het moet zijn om onze natie tot een waarlijk nederlnndsche op te voeden. Het is of velen onzer er thans op uit zijn om van onze landgenooten per foree Engelschen te maken en dat met al hunne deugden en gebreken. Niemand die meer eerbied kan hebben dan wij voor de grootheid en de geestkracht van het Engelsche volkmaar daarom is het engelsche volkskarakter nog geenszins het ide aal van volkomenheid naar welke wij moeten streven. Groote fouten kleven er aan het engelsche volkskarakter nationale eigenwaan en egoïsme zijn vooral de voorname gebre ken die het ontsierenbij elke aansporing om de Engelschen in hunne geestkracht na te volgen moet dan ook steeds de vermaning worden gevoegd om die gebreken te vermijden en nationaal te blijven. Iedere slaafsche navolging heeft steeds na- deelige gevolgen. Ieder volk zoowel als in dividu heeft zijn eigen karakter dat alleen zich kan ontwikkelen naar zijn eigen natuur. Wie een Nederlander tot een Engclschman of Franschman wil maken maakt van hem een half schepseldat eigentlijk nergens goed voor is. Daarom wie zien belast met de op voeding eener natie moet de ware nationale bestanddeelen van baar karakter steeds voor tillen. Intusschen vertelde de koetsier aan den bediendedat de kist zoo zwaar was dat hij er niet veel goeds van dachter kon wel een kaDon in liggen. De vreemdeling liet de kist in den gang staan en klopte aan de denr der kamer «aarin zich de heer Abandy bevond. #Goeden avondmijnbeer.* vGoeden avond.» #Gij heet Georg Abandy?* #Om u te dienen.* #Ik ben lord Davidson. Gij verwondert u dat ik Duitsch spreek. Dit heeft zijne eenvoudige oorzaak. Ik leerde deze taal om iemand plaisier te doen. Veroorlooft gij dat wij plaats nemen.* #Als gij zoo goed wilt zijn.» »Ik had eene Dnitsche vrouw. Waar aan ik op eene zonderlinge wijze gekomen ben. Verkiest gijdat ik u verhaalhoe ik in het bezit dezer vrouw gekomen ben?* #Ik luister.' vHet is reeds zeer lang geledendat ik door B. reisde. Op zekeren avond voerde mijn weg mij over de brug die over de Oder ligt. V oor mij uit ging of liever snelde eene vrouwelijke gestalte die er jeugdig uitzag. oogen houdenwil hij het volk verbeteren zoo moet hij bij voorkeur voorbeelden nit deszelfs eigen geschiedenis het voor oogen houden. Gelukkig kan ieder volk op een genoeg zaam getal groote mannen wijzen, om er steeds een voldoende hoeveelheid van opwekkende voorbeelden van geestkracht en zedelijke grootheid in te vinden. Het nederlandsche volk is God dank in dit opzigt in dubbele ma te gezegend. Maar bij de tegenwoordige rig- ting van de maatschappij tot nut van bet algemeen schijnt het als of ons volk om zich te verbeteren beginnen moet met anti-nationaal te worden. Had bet bestuur der maatschappij zich een weinig moeite willen geven, op hoeveel groote Nederlanders had het kunnen wijzen in plaats van zooveel weinig bekende Engelschen die thans als toonbeelden worden aangeprezen, de ruil zoude voorzeker niet slecht zijn geweest. Waar er b. sprake is van eene verheffing uit den laagsten tot den hoogste stand der maatschappij daar zullen toch wel M. A. de Ruiter M. H. Tromp Graaf van den Bosch en de tegenwoordige minister Thorbecke beter voorbeelden, voor ons altans zijn, dan Cook, Herschel!Kardinaal Wolsey en Ross. Waar men wil wijzen op de vlijt en de werkzaamheid van een letterkundige daar moet eerder aan den Nederlandschen dichter Bil- deidijk dan aan Walter Scott gedacht worden, daar toch de eerste niet alleen den laatsten overtrof in uitgebreidheid van kennis en we tenschap in diepte van inzigten en vooral in grondigheid maar ook omdat de holland- sche letterkundige levenslang had te worstelen Toen zij mij ver vooruit was bemerkte ik tol mijne groote verwonderingdat zij zich bliksemsnel over de lenning der brug boog en in het water wipte. Ik sprong haar da delijk na. Zij was nog niet geheel gezonken, toen ik haar reeds gegrepen had, en in minder dan vijf minuten had ik met haar den oever weder bereikt. Ik heb op mijn horo- logie gezienhet waren juist vijf minuten. Ik tilde haar dadelijk in een huurrijtuig en. beval den koetsiernaar een docter te rijden, daar de dame buiten bare kennis was. De docter bragt haar weder bijdoch er openbaarde zich toen een ander roalheor. De dame was krankzinnig. Het was eene knriose geschie denis, mijn heer. Eene dame uit het water te visschen die zich, na bij bare bezin ning gekomen te zijnals waanzinnig deed kennenOp deze wijze kon ik niet eens vernemen hoe zij heete. Ik vroeg haren naam en de ongelukkige antwoordde mijdat zij Medea de beroemde Griekin was. Doch dit wilde ik ronduit gezegd niet gelooveu. Zij was zeer bedaarden ik nam het besluit -— haar mede naar Engeland te nemenen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1865 | | pagina 1