B0MBEKÖA&
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M 15.
Negende Jaargang
xjitaeves ip. J~. Gr. dideeioh.
ONGELOOF.
Do eed over het graf.
SCHAGER
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIB MAANDEN
Voor Schagenf 1,00.
Franco per post door het gehecle Rijk u 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Die timmert aan den wegh,
Verwacht gezegh. (Cats.)
PtUJS DEK AÜVEUTENTICN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder*0,15.
De 85 cents zegelrcgt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
brieven peanco.
C
■i
Als de verbeeldingskracht der Oosterlingen
in hunne betoovcrcnde verhalen ons voert in
een landstreek van meer dan aardschc schoon
heid, waar bloemen prachtiger dan er elders
zijn te aanschouwen den grond bcklccden
waar hoornen groeijcu die diamanten en edel
gesteenten in plaats van vruchten dragen
waar eeuwig zingende vogelen met hun gezang
onze ooren streelendaar kan men verzekerd
zijndat volgens datzelfde verhaal zulk een
landstreek tot eene woonplaats verstrekt van
een verborgen wangedrocht of draak. Ook
ten aanzien van de toover- en ridderromans
der middeleeuwen kan men eene zelfde op
merking maken. Ofschoon de verbeelding in
haar dartelend zweven zich schijnbaar alleen
door toeval en luim laat besturen, ligt er
aan de spelingen der vcruuftctoch vaak eene
diepe waarheid ten grondslag.
Ook bij de schildering van die betooveren-
de tuinen met een wangedrocht in hunne
schaduwen verborgenwerd het vernuft des
dichtersmisschien zich zeiven half onbewust,
geleid door de ware gedachtedat meer dan
SCHETSEN UIT EEN DAGBOEK.
VL
Het ligt niet in mijn plan hier eene be
schrijving van zulk een volksfeest te geven
daar men het waarschijnlijk wel gezien zal
hebben.
Het wemelde van vlaggen en groen ge
maakte versieringen eene menigte fraaije
tenten en kramen van allerlei ververschingen
voorziennoodigden de voorbijgangers tot
binnentreden en koopen uiteven als op eene
jaarmarkthier bewondertdaar kooptdaar
gooit menook was er geen gebrek aan
schommels draaimolens koorddansers enz.
In de danszaal klinkt eene vrolijke muziek,
waar tusschen de schoten uit de buksen knal
len dikwijls door een luid hoorn muziek of
een oorverscheurend hoera ter eere van den
overgelukkigen schutter begeleidterwijl de
overwinnaar in zijn uniformtrotsch door de
menigte stapt, die zich om hem heen dringt
en geluk wenscht.
Het was in één woord een dag van ver
maak, door geen ongeluk gestoord, en waarop
ik in mijn nog jeugdig gemoedinsgelijks
aan mijne vreugde den vollen teugel vierde.
Daar Ew&ld lid der schuttersvereeniging
was hielden wij onzen maaltijd in de schatters-
tent waarbij het geenzins aan toasten en mis
lukte aanspraken ontbrak.
Ik deeldedobbelde en verdeelde mijne
winst aan koek aan jonge damesen wierp
aardschc grootheid en voorspoed voor den
mcnsch steeds vergezeld gaan inct allerlei ge
varen voor tijdelijk en eeuwig welzijn. Een
zelfde denkbeeld drukte de duitschc dichter
Schiller eens uit in zijne schoone ballade,
de ring van Polycratcs. Volgens dat
verhaal ontvlugttc de wijze en verstandige
gast vol angst de woning zijns koninklijken
vriends, dien hij zoo meer dan buitengewoon
door het lot zag gezegenddaar hij verzekerd
wasdat dc Goden den ondergang van den al
te voorspoedigen reeds hadden bepaald.
Bij den buitengewonen tijdclijken voorspoed
dicu wij in de laatste jaren genieten mogen
wij dat denkbeeld wel steeds voor oogen hou
den. Ziet, wij beleveu gelukkige dagen
nijverheid landbouw en handel blocijen onder
ons om het zeerstewerken worden onder
nomen, waarover het nageslacht verbaasd zal
staan de wetenschap gaat met reuzenschreden
vooruit, het maatschappelijk kapitaal vergroot
zich van dag tot dag. Indien een zoon der
16e of 17e eeuw kon gewekt worden uit de
sluimering des grafs en hijonbekend als
hij was met onze tegenwoordige wereldwerd
geleid langs alle wonderendie de nijverheid
suikermangelen onder de jubelende menigte.
Bij dit alles had ik Ewald uit het oog
verloren.
Het was intusschen avond gewordenen
hoewel het voor Octobcr nog een zeer zacht
luchtgestel waskeerde men van lieverlede
stadwaarts en naar huis terug.
Toen het gedrang mij eindelijk begon te
vervelenen ik dacht terug te keeren keek ik
waar Ewald gebleven was; ik doorzocht alle
gezelschaps-speel- en eetkamers doch
te vergeefs
Eindelijktoen ik juist voornemens was
naar huis te gaan kwam ik in de nabijheid
een er geheel verlaten zaalwaaruit hardop
driftig gesprokene woorden mij tegenklonken
ik spoedde mij naar die zaaldeed eene
deur openen bevond mij in een zeer lief
vertrekdat geheel geschikt wasvoor een
klein gezelschapdat ongestoord een glas wijn
wilde genieten
Hier zag ik Ewald met een heer in gezel
schap in welken ik een geweerfabriekant
wij zullen hem Lcithold noemenherkende.
Hij behoorde ook tot een mijner kennissen.
Daar er eene flescli w^n en twee gevulde
glazen voor hen op de tafel stonden zeide
ik lagchende Zoozoo ik vind u afgezonderd
bij de flesch zitten?
Doch spoedig weder een pas terug doende
wilde ik mijmet de woorden Achik ver
zoek u verschooning dat ik n stoorverwij
deren om reden ik bemerktedat Ewald
bij mijn binnentreden, jnist te midden van
een gesprek afbrakenhoe bij verdrie-
gedurende de laatste twintig jaren in Europa
en Amerika heeft gewrocht, hij zoude deze
wonderen met meer verrukking en opgetogen
heid aanschouwen, dan zoo hij zelfs Iigchamclijk
had kannen ronddwalen in dc bctooverendc
tuinen der oostersche verhalen. Ja voor zulk
eenen zoon van vroeger tijden zou zich een
groot gedeelte der beschaafde wereld als een
betooverde tuin hebben voorgedaan. Hoezeer
zoude hij niet in verrukking zijn gebragt door
alles wat zijn oog mogt aanschouwen hoe
zoude hij, als het ware, betooverd zijn geworden
door het gezigt van die bliksemsnelle voer
tuigen zonder paarden die dradendie in
minder dan een oogwenk een tijding duizend
uren ver brengendie grootsclic werktuigen
met hunne duizendc raderendoor een on-
zigtbaar vermogen in beweging gebragtdie
alles wrochten alles volvoeren wat uien hun
beveeltmaar ook alles vernielenwat hen
belemmert iu hunnen loop. Maar terwijl hij
dus voor dat alles als in bewondering ware
weggezonkenzoude hij mogelijk door eene
geheime vrees zijn bevangen wantals het
ware rondwandelende in eene betooverde land
streek zou hij zich mogelijk ook hebben af
lig en misnoegd over die stoornis voor zich
keekzonder mij ccuige opmerking waardig
te achten.
Leithuld stond evenwel op verwelkomde
mij met zijne gewone hartelijkheidzeggende
rGij stoort ons niet 1 Drink een glas wijn
met ons." Ik nam, hoewel niet zonder ver
legenheid plaats.
Neen, neen! riep Ewald plotselings,
driftigwaarbij de doodelijke bleekheid van
zijn gelaat angstig afstak gij stoort ods
nietin tegendeelzeg ons moet
een plcgtig gedane eed gehouden worden?'
Natuurlijkantwoordde ik lagchende
waartoe zou hij anders dienen
Kan zulk een eed wel door iets opge
heven worden
Dat geloof ik welwanneer hij niet
tot bekrachting der waarheidm-iar tot het
plegen eener misdaad gedaan isin welk
laatste geval door het vrijwillig terug treden
van den persoon die zich daartoe verbonden
heeft, de verbindtenisnaar mijn inzien,
opgeheven wordtof, wanneer onvoorziene
omstandigheden het onmogelijk maken den eed
te hondendan beschoaw ik een dergelijken
eed als gedaanuit ligtzinnigheiddaar men
niets voor de toekomst, zonder voorbehoud,
bezweren mag.
En wanneer nu, degene die den eed
gedaan heeft door zijne eedgenooten niet
ontslagen wordt vroeg Ewaldsomber voor
zich heen ziende.
{Wordt tertoiyd.)