Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. bf M 417. De eed over liet graf. Negende Jaargang. DE VEE-ZIEKTE. Wordi terwolgj) SCHAGER COURAK& ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIB MAANDEN Voor Schagen1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle UITOEVER 3?. J~. O. DIDERIOH. PRIJS DER ADVERTEKTlë.N: Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder0,15. De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BRIEVEN FRANCO. =3 Alle menschelijke welvaart is gelijk aan het prachtige beelddoor den ouden koning van Babel gezien in zijn prophetischen droom dat met het hoofd uit zuiver goud, maar met de voeten gedeeltelijk uit ijzer, gedeel telijk uit leem gevormd bestemd was om zoo zeer te worden vernield dat de wind zijne overblijfsels medevoerde als kaf en er nergens geen plaats voor hen meer overbleef. In de telkens zich uitbreidende veeziekte wordt een belangrijk deel onzer welvaart door plotselinge vernietiging bedreigd. Wij hopendat de maatregelendie de landsregering alsmede de gewestelijke en plaatselijke besturen met eene niet genoeg te prijzen eensgezindheid tot be teugeling van de volksramp hebben genomen, gepaard met den aannaderenden, de uitbreiding der besmetting tegengaaudeu winterspoedig een perk zullen stellen voor de vreeselijke verwoestingdie er onder onzen veestapel wordt aangerigt. Maar wie zal ons durven verzekerendat deze hoop gegrond zij Het kan das niet ongepast schijnen zoo wij de vraag behande len hoedanig ons volk zich bij die mogelijke SCHETSEN CIT EEN DAGBOEK. VHI. Neenblijf nog een weinigdan zul len «ij naar huis rijdenzeide deze terwijl hij mij de hand bood. Gij weet hoezeer ik u in den korten tijd van onze kennismaking heb leeren achten en beminnen en hoe gaarne ik mijne dikwijls onduidelijke denkbeelden aan uwzoo als ik spoedig ontdekte helderonbevoordeeld oordeel on derwierp. Doch luister, wanneer het u niet ver veelt de vraagdie ons bezig hield was Het was heden juist een jaar geleden dat «rij, mijn vriend Leithold en ik op het zelfde uurhier op dezelfde plaats doch in eene vrolijker stemming te zamen waren. De plaats die gij thans inneemt, was toen door een ander met name Freisin bezet. Wij waren onder den naam van «bet klaverblad* bekenden vormden sedert onze schoolja ren een innigen vriendschapsband die ook zonder onzen in een dweepziek oogenblik ge- danen eeddoor gelijke neigingenbeschou wingen en grondbeginselen onverbreekbaar geworden was. In weerwil onze verdere levens weg ons aanhoudend van elkander scheidde voor onze onstoffelijke betrekking bestond geene scheiding wij bleven steeds met el kander in briefwisseling tot de omstandigheid ods weder te zamen voerdedoordat ik mijne thans aan uwen zwager oveidane bezitting uitbreiding van de volksramp moet gedragen. Daar wij in geenen deelc in deze zaakkundi- gen zijnwillen wij ons niet vermetel wagen aan de beantwoording der vraag, wat of de regering nl dan niet in deze kan of moet doen. Tot eene behoorlijke beantwoording daarvan wordtvereisclit zoowel eene grondige kennis van den aard der ziekte, als bekend heid met onze wetten eR een diep inzigt van de staathuishoudkundige be'angcn onzer maat schappij. Aan menigeen die zich in dagblad of tijdschrift opwerpt als bediller der regering faalt aan bet alle drie. Doch hoe moet ons volk zich in zedelijken zin gedragen bij de uit breiding der volksramp Hierover kan een ieder die kan nadenken zijne gedachten laten weiden. Naar gelang een volk op een lage ren of hoogeren trap van ontwikkeling en bescha ving staatworden de volksrampen door bet- zelve uit een ander oogpunt beschouwd. Onze voorouders zagen in de volksrampen straffen door een vertoornde Godheid op aarde gezon den wij (altans de helderstzienden onder ons} zien er beproevingen en louteringen indie de goddelijke Opvoeder van het menschdom zijne kinderen tot hun eigen welzijn doet on- aankocht. Op dien dag nuzwoeren wij onder de takken van den «ritselboom* bij het treurige gefluister der geesten van dien boom ecnen plegtigeii eedteu gevolge waarvan wijin ziel en ligebaam slechts één zouden zijnen de heilige geloftedat niets in staat zou zijn onseven als vroegervan elkander te schei den; «elke eed juist op denzelfden avond zoo als ik reeds gezegd heb, onder het ge not van een flesch wijn toen wij hier alleen vertrouwelijk en in de opgeruimste stemming bij elkander zatendoor ons herhaald werd. Plotselings scheen een somber voorgevoel den waarden Freisin die tot heden het vro lijkste van ons geweest waste overvallen een donkere trek kwam op zijn schoon man nelijk gelaat en met onvaste stem zeide hij: wat beteekenen onze betuigingen van eeuwige vriendschapwaaraan elk oogenblik door den dood een einde kan gemaakt worden Wij ontstelden onwillekeurigdeze vraag was als een koude adem in onze opgeruimde stemming gekomen. Leithold antwoordde ech ter spoedig: Ware vriendschap en liefde kan de dood niet scheiden, zij strekken zich over het graf uit Met bitteren lach vraagde Freisin hoe ver over het graf heen Dat mag waar zijn, en klinkt zeer schoon, de achterblijvende ge liefde herinnert zich nog een korteren of langeren tijd den afgestorvenestrooit zelfs bloemen en kranzeu op het grafwier heerlijke geur echter den daar onder verrot- rottende niet meer geniet, evenmin als hij dergaan. Ofschoon wij zelve reeds meer dan eens de eerste wijze van beschouwing hebben veroordeeld en de laatste aangeprezenmoet men echter niet vergetendat geene enkelo beschouwing absolute waarheid bevat. In de stelling dat volksrampen ons door God tot beproeving worden gezonden ligt mogelijk eene soort van dwalingevenzeer ligt er een kiem van waarheid in de meening, dat aardsche rampen straffen zijn. Want wat dc eerste stelling betreft, zoo moeten wij een onder scheid maken tusschen het gebruikdat dc mensch van een zaak kan maken en het doel, waarom zij geschapen is. Dc bekende dich ter L. Trip uit liet midden der vorige eeuw, heeft in zijn schoon gedicht God zigtbaar in het onaanzienlijkeo. a. gezegd dat God de kei heeft geschapen om den keidelver te helpen aan een schraag voor de stijlen van zijn hutjeof om de Nederlanders behulpzaam te zijn in het plaveijen van dc straten hun ner steden en dorpen. En ook Martinct heeft iu zijne catechismus der natuur, der gelijke stellingen in menigte verkondigd. Maar wie zal in onze eeuw nog huu voorbeeld durven volgen? Wij gevoelen dat wij het doelwaarmede betuiging van liefde naar boven kan sturen. Neenneenvoerde Leithold hem le vendig te gemoetik kan het nog maar niet geloovendat de geestige natuur in het graf zinkt en met het ligchaam vergaat! Freisin lachte spotachtig terwijl hij zeide: mijn waarde Leitholdgij kuut u nog niet geheel van dat kinderachtige vooroordeel los maken! Het hart is immers de verblijfplaats van het zachtere gevoel, en dit verteert toch in het garf! Uwe vriendschap schijnt niet zeer vast en van goede gehalte te zijnzeide Leithold bedrukt, daar gij u zoo zeer beijvert, om haar kort bestaan en tijdelijke vernietiging te bewijzen Ook ik gaf Leithold hierin gelijk. O neen neen zeide Freisin met on gewone opgewondenheid, gij verstaat mij ver keerd dat is hetwat mij bevreesdwat mij dikwijls diepe smart veroorzaaktdat deze schooneinnige banddie onze harten ver- eenigtdoor den griiomigen vijand des levens, verscheurd zal worden. En het moet echter zoo wezen! Wat zou er overblijven zoo het bestaan kon De hoop en het geloofantwoordde Leithold zacht. Gij weet, dat ik aan een bestaan aan gene zijde des grafs aan een voortleven na den doodten minste met bewustzijn zonder bewijs niet gelooven kan zeide Freisin somber.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1865 | | pagina 1