30 ffi©¥K» Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. M 427. Negende Jaargang. A°. 1S65. Aftreding des Ministers van Financiën. SCHAGER COURANT. ABONNEMENTSPRIJS VOOtt DRIE MAANDEN Voor Schagen1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt ieilercn Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle TTITGEVEE F. J\ <3-. DIDEEICH. PiUJS DER AD VERTEN TlëN Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder0,15. De 35 cents zcgelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die rij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BRIEVEN PEANOO. C Welligt zagen wijmeer het gevoelen van sommigen bij de in de twee laatste nommers van dit weekblad voorkomende beschouwingen over de oppositie en de regeringspartij de zaken te donker in. En wij moeten zelve erkennen dat nadat die stukken waren geschrevenwij ons eigen oordeel mistrouwden. Ongelukkig echter heeft de treurige geschiedenis van den Limburgschen brief en de daarop gevolgde aftreding des ministers van Financiën het laatste overblijfsel onzer illusie doen verdwij nen en ons bevestigd in de door ons ontwik kelde meening, dat bijna alle waardigheid en adel ontbreekt aan den politieken strijd die er in ons land wordt gestreden. Die gebeurtenis heeft helaas bewezen dat aan beide zijden ieder middel, hoe laag en onedel ook zonder aarzelen wordt aangegrepen, als het kan strekken om een tegenstander van het kassen te drijven en er zelve op te komen. Tot nog toe is in ons parlement geen enkele stem opgegaanom hare afkeu ring te kennen te geven, over hut even laag hartige als onzedelijke middeldat er in 1864 door de Limburgsche liberale partij en thans door de oppositie is gebezigdom te zegevieren. Wij betreuren dit zeerwant door te zwij gen laadt ons parlement op zich den schijn van de laaghartige daaddie gepleegd iste willen vergoelijken. Maar het is de pligt der onafhankelijke dagbladenpers te doen wat het parlementnaar onze meeningverzuimd heeft. In de roeping van dit weekblad vooral ligt het om het onzedelijke bij ons op politiek gebied bedrevenzoo duidelijk moge lijk aan te toonenen hendie er zich aan schuldig hebben gemaakt aan de kaak te stellen. Afnr *ie is de ware schuldige in deze Is het de aftredende minister van Financiën Wij gelooven het nietDe door hem geschreven brief moge getuigen van wei nige voorzigtigheid en menschenkennismoge ons zelfs bevestigen in de reeds lang gekoes terde meenicgdat gebrek aan hoogere be schaving en veelzijdigheid van kennis hem minder geschikt maakte voor het zoo moeijelijk ambt van ministerop zijn zedelijk karakter werpt het door hem geschrevene in geen en deele een vlek. De brief is klaarblijkelijk zonder inspanning en misschien met eenige overhaasting geschre ven zijn stijl is die van iemanddie uit ge mis aan oefening, onbekend is gebleven met de doizende middelendie iedere taal aanbiedt aan den kenner om het onedeledat er in zijn gedachten verschuilt te verbergenen het edelein het licht te doen springen liet is de schrijftrant van iemanddie 3 schrijft zooals hij op dat oogenblik deukt maar die nietgelijk bij ieder geoefend schrij ver meest het geval iszich gewend heeft bij het schrijven edeler en beter dan anders te denken. Ecncn op die wijze na geschre venen brief mag men niet te hard beoordeelen, men mag vooral uiet in iedere zinsnede eene verborgen ongunstige gedachte zoeken. En voor waar wij durven het vragen aan alle onze lezers, indien alle door hen aan vrienden en kennissen geschrevene particuliere brieven openbaar werden gemaakt, zouden die dan van beter cn zedelijker gehalte zijn dan die van den minister, die zoo zwaar moet boeten voor de begane on- voorzigtigheid. Trouwens op eene kleine uit zondering na vonden wij niets in deu brief, dat nit een zedelijk oogpnnt beschouwdge laakt kan worden. Wij gelooven dan ook te mogen bewerendat ieder onpartijdig Ne derlander deu aftrodenden minister oorder beklagen dan veroord celen zal cn dat het thans in het licht gekomen feit hoegenaamd geen smet op zijn zedelijk leven werpt. Maar wie zijn dan de ware schuldigen Het zijn vooreeerst zij, die in 1861 gebruik hebben gemaakt van een particulieren brief om de liberale partij de zege te doen beha len het zijn ten anderen de leden der op positie die door hunne houding het openbaar maken van dien brief hebben noodzakelijk gemaakt. Kent iemand onzer lezers iets lagers en verachteiijkers dan het gebruik maken van geheimen, die of afgeluisterd zijn of voorko men in een aan anderen geadresceerden brief? Kent iemand iets vcrfoeijelijkers dan dat men personen die in het bezit zijn van aan anderen ontfutselden brieven nitlokt om die publiek te maken Wij gelooven dat zoo iemand in het da- gelijksch leven van zulke dingen verdacht werdhij door ieder fatsoenlijk man zonde worden gemeden en zoo het bewezen werd dat hij er zich aan schuldig maaktehij zon gewis uit eiken beschaafden kring verbannen worden. En nu wat heeft plaats gehad in onze politieke kringen Een minister schrijft aan een vriend en gewezen ambtgenoot eenen brief, waarvan elke zinsnedehem aan wien hij geschreven is moest toeroepen: hond hem tex wille van den schrijver zoo goed mogelijk geheim. Maar de persoon, die in den brief met den naam van vriend wordt aange sproken is onvoorzigtig of onkiesch genoeg om hem aan anderen te laten lezen en voor die anderen, welken den brief in het geheel niet aangaat, wordt hij een politiek wapen. Van dezen brief worden af schriften genomen en gezonden aan redacteurs van dagbladen. Aan enkele leden der oppo- positie komt eindelijk de zaak van dien brief ter ooreofschoon zij waarschijnlijk allen zeer goed weten, dat het alleen een brief vaneen vriend aan een vriend isen die dus geheim moet blijven voor het publickzijn zij onedel genoeg er telken cn telkenmale van te go- wagen. Uit vreezedat het volk ten lango laatste het ergste zal gelooven is het ministe rie wel genoodzaakt de tegenpartij uit te tar ten om de geheele waarheid te openbaren. En nuis bij die in het bezit van een afschrift des briefs is, onkiesch genoeg om hem in een dagblad mede te dcelen. Onze geschiedenis weet naauwclijks een feit aan te wijzen dat van meer laagheid, van meer onedele drijfveeren, dan bet thans plaats ge vondene getuigt. Eu wat vooral nog diffnt om den indruk van het gebeurde bij ons pijn lijker te maken is dat er ouder de leden der oppositie, die door hunne houding mede do oorzaak van het voorgevallene zijn geweest ook een edelman behoortdie groot geworden door het tegenwoordigo hoofd der regering hem thans op deze wijze dankbaarheid betoont, een edelmandie in vroegere jarenomdat hij meende dat een enkel misschien tc hard woord van den toenmaligcn minister van oor log een smet wierp op zijne eerdien ecuo uitdaging tot een duel zond. Hoe is het mogelijk dat een edelman met zulk een tee- der eergevoel, eeuig welgevallen kon hebben in het nu gebeurde Bewijst dan alles wat plaats beeft geliad niet ten duidelijkste dat alle adel en waardigheid ontbreekt aan den strijd onzer politieke partijen? Wat moet ons volk doen bij het treurige schouwspel van zooveel laagheiddat het thans gedwongen wordt om aan te tienmoet het een lijdelijk aanschouwer blijven Wij zijn een ander gevoelen toegedaan. Door het gebeurde wordt de natie gekwetst in haar gevoel van zedelijkheid en kieschheid, en waar dit gekrenkt wordt, daar moet het zich luide openbaren. Door eene herhaling van het gebeurde zonde het zedelijke karak ter van ons volk met verwoesting worden bedreigdwant waar toch zal de oud IIol- landsche goede trouw blijven als het vrij zal staan in den politicken strijd, g> hruik te ma ken van geheime brieven, door een vriend aan een vriend geschreven wat zal er over blijven van de ons aangeboren kieschheid, als de eerste de beste uitgever, vrijheid heeft om de particuliere brieven van lederen Staatsman die hem ongevallig is, openbaar te maken, ofschoon ze hem dan ook op eene misschien oneerlijke wijze in de banden zijn gekomen Alle par tijen hebben er belang bijdat het na ge pleegde feit luide warden veroordeeld. Wij hebben allen de eenen of anderen vriend kennis of bloedverwant onder de volks vertegenwoordigers en staatslieden van Neder land, en daar met ieder hunner vroeg of laat gehandeld kan worden als nu geschied is met den aftredenden minister van Financien, zoo is het vpor ons allen van gewigtdat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1865 | | pagina 1