V» 4 Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad, A°. Veel leeren, veel weten? Voor het duivenhok. Tiende Jaargang. JSo 632. SCHAGER COURANT. ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIB MAANDEN Voor Schagenf 1,00. Franco per post door het gehcele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iedercn Donderdagraoigcn. Abonnementen op dit blad worden door alle PRIJS DER ADVBRTENTlëN Van een tot vijf regels0,75. Iedere regel meerder#0,15. De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Orootc letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Die timmert aan den weth Verwacht gezegh. (Ca?s.) TJITQ-EVEE B. J". Gh DIDEEIOH. R - 1 3= BRIEVEN FRANOO. De heer Wintgeus, lid van de 2e Kamer der Staten-Generaal heeft in do laatste zit ting van dit Staatsligchaam geklaagd over de buitensporige hoogte waartoe de eischen opgevoerd waren gevorderd van jongelieden die van het openbaar onderwijs hier te lande genieten. De minister Thorbecke heeft hier tegen ingebragt dat die eischen evenredig waren aan de tegenwoordige behoeften en toen hierop andermaal werd teruggekomen door den iuterpellautwerd hem het weinig heusche antwoord toegevoegddat naar den schijn de spreker de tolk was van een afgewezen ad- spirant voor die scholen. Ook in geachte tijdschriftenals de Gidswerd de vraag be handeld of het openbaar onderwijs niet op te veel omvattende schaal was ingerigt en zekerook aan menigeen onzer lezers zal bij de programma's van zoodanig onderwijs vaak de vraag zich hebben voorgedaanwaartoe die veelweterijanders dan om de hoofden onzer kinderen in de war te brengen Die vraag is op zich zelve zoo ongerijmd niet. Want van veel wat geleerd wordt blijft op lateren leeftijd.aan den leerling de toe- IV. De regter was bij het ontkleeden van het lijk niet tegenwoordig. Ik had hem, onder het een of ander voorwendselzoeken te verwijderenomdat hij verzekerde er niet bij tegenwoordig te kunnen zijn en zijn bijzijh niet alleen best gemist kon worden, maar zelfs hinderbjk kon worden. De kleeding was geheel in orde; niet de minste beschadiging was er aan te ontdekkenslechts aan de achterzijde was zij eenigzins smerig; waarin wij echter niets bijzonders zagenals zijnde zulks door de ligging van het ligchaam gemakkelijk te verklarenaan den rok evenwel ontbrak de ondersteen aan het vest de bovenste knoopbeiden naar het voorkwamschenen Het geweld afgescheurd te zijn, want aan den rok op de plaats waar de knoop moest gezeten hebben, was een stuk laken uitgerukt. Aan deze bijzonderheid hechtte ik geene op merkzaamheid dewijl de tijd van deze bescha diging niet te bepalen wasdaarentegen hield ik mij meer bezig met de voorwerpendie zich in de zakken der kleederen bevonden. Onder andere een sleuteldie zoo als ik mij overtuigdejuist op de tuindeur pastever volgens eene kleinedievenlantaarn met een eindje waskaars en een doosje met lucifers. Al deze voorwerpengaven mij opheldering op welke wijze men in den tuin gekomen was aJ *®en echter niet voldoende om met eenige zekerheid de oorzaak van den dood te bepa len. Ik moest aannemen, dat men het voor- i passing ontbreken en verward in zijn eigen kennis, blijft hij daardoor dilwijls steken in wat billijk van hem gevorderd'wordt. Daarbij valt niet te ontkennen, dat een jong hoofd met veel geleerdheid vaak een bespottelijk iets is. Immers hoe dikwjjls is het niet de aanleiding tot iets onkinderlijkszelfs tot verwaands en mcnigmalen heet wat dienstig moest zijn tot ontwikkling vaa het verstand, gecne andere uitwerking dan aan den leer ling eene ongelukkige bekwaatiheid te geven voor pogcherij en onbeschaamdheid. Maar deze kwade zijden der /.aakver- oordeelen haar niet. In wetenschap moet de mensch zijne grootate krac! zoekenen waar deze ontbreekt, zal in «regel alles ontbreken. Geen heiliger pligt duii ook voor de ouders dan die om hnmis kinderen een goed en degelijk onderwi' doen genieten en wie toegerust met 3ml senat "d6r kennis in de maatschappij wordt gezonden heeft in den regel een steviger kapitaal dan hij die met geld en goed is toegerust. Afgescheiden vau de vele zegeningen die ontwikkeling van den geestdoor uitgebreidheid van ken nis in verhooging van levensgenot aan den bezitter geeft, is deze voor de toekomst eene nemen haddiefstal te plegenen twee ge vallen voor mogelijk honden. Of de dief kon in den tuin de gelegenheid tot stelen hebben willen afwachtenen de dood hem voor de uitvoering getroffen hebben of tot de daad overgegaan zijn en voor de uitvoering overvallen en gedood zijn geworden. Dit laatste wilde ik evenwel niet gelooven en toch waren er eene menigte verdachte voorwerpen voorhanden. liet onderzoek deed ik in geregelde volg orde om verzekerd te zijnniets te verge ten. 'l De doode was grootsterk en gespierd hoogstens veertig jaren oud en oogenschijnlijk zonder kwetsurenaan het lijk was niets te ontdekken, zelfs niet eens een krab, de han den waren krampachtig geslotendoch de gelaatsuitdrukking rustig. Ik was met het ondersoek gereedhad niets ontdekt en haalde ligter en vrijer adem; in gemoede kon ik attesterendat het niet, was aan te nemendat de dood eene geweldige oorzaak had. In mijne vreugde die ik gevoeldedat mijne vrees niet bewaarheid was, legde ik mijne hand op het hoofd van het Djk en wilde juist zeggen#Och arme vent, gij zondt nog lang hebben kunnen leven." Deze woorden bleven mij echter, om zoo te zeggenletterlijk in den keel steken zoodra ik het hoofd aanraakte, trok ik mijne handmet huivering terugmijne vingers troffen eene plaatsdie niet vast was en ouder den ligten druk die ik onwillekeurig levensvoorw aardedaar door de verspreiding der kennis voor den onwetende in de toe komst geene plaats meer zal zijn. Ongetwijfeld handelt dus ieder in zijn belang, wanneer hij de eischen ten zijnen opzigte op dit gebied hoog stelten is de staat verpligt aan het openbaar onderwijs een omvang te gevenwaarom wijdie met den heer Wintgens van een vroeger tijdperk zijn, teregt onze hoofden bedenkelijk schudden. Doch met het antwoorddat al die weten schap eerst ons stelt op de hoogte van onzen tijd, moeten w ij genoegen nemen en wij zouden zeer schuldig zijn indien wij in onze ver waande onwetendheidde kennisdie wij bezittenook voor onze kinderen voldoende achtten. Geheel iets anders is echter de waarde ring van het onderwijs. Schoon wij ons al onbevoegd moeten verklaren om -een term te stellenwaarboven het onderwijs niet na» gaanrust wel degelijk de verpligting op ons om toe te ziendat het ouderwijs aan zijne bedoeling beantwoordt. Blijkbaar is deze geene andere dan om onzen geest te verrij ken met nattige kennisopdat wij daarin de eerste plaats een middel vindenwaardoor uitgeoefend hadwegzonk. Voor een oogenblik had deze waarneming mij zoo verschriktdat ik buiten staat was ieta te doen. £erst na verloop van eeuigen tijd kwam ik weder tot bezinningtoen de man die mij bij het onderzoek geholpen en inijne ontroering bemerkt moest hebben mij vroeg «wat er toch gebeurd was?# Zonder te ant woorden schoof ik het dikke hoofdhaar iets van elkander, en ontblpotte daardoor eene wonde van ongeveer andcrhalrea daim in door snede en van eene blaauw roode kleurzij was niet open de huid evenwel was opgeloo- pener had geene bloedstorting plaats gehad. Ik kon over de belangrijkheid der kwetsuur niet oordeeiènhet scheen mij echter toe dat de beendeien daaronder gebroken waren. In allen gevalle moesten de geregtelijke ge nees heeren dienaangaande uitspraak doen. Dat er een moord gepleegd wasdit was zonder eenigen twijfel. Doch op wien viel het vermoeden Kon ik daarover in twijfel zijn Eu toch ontbrak er nog zoo veel tot de overtuiging. Nadat ik voorloopig eene wacht bij het lijk geplaatst hadging ik naar het woonhuis om met den regter te spreken, Ik wilde en moest zekerheid hebbende regter zelf moest mij die geven; hij was niet in huis, hij was naar het duivenhok gegaandoch zou spoedig terug komen naar men mij zeide. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1866 | | pagina 1