Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Tiende Jaargang. A°. 186(5. Het algemeen uitleverings tractaat. Voor het duivenhok. JIS 434. jy SCHAGER COURANT. abonnementsprijs voor drie maanden: Voor Schagen1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten«0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle Die timmert o-an den wegh Verwacht gCzegh. (Cats.) TJITG-EVER F. O". C3-. DIDEEIOH. PRIJS DER ADVEUTENTlëN Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder0,15. De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BRIEVEN PRANOO. De Punch geeft in een zijner laatste num mers eene illustratie ten beste, waarin keizer Napoleon III gedoscht in zijn keizerlijk gewaad, door llrittannia gevoerd wordt naar eene aan den wand hangende schilderij. Op die schilderij staat een zekere prins Lodewijk Napoleon afgebeeld sterk gelijkende op den keizeralleen iets jon ger, 't geen verklaard wordt door het jaartal 1848geplaatst onder het portret. Dit Sire!// zoo spreekt Brittannia «ris het por tret van een gentlemandien ik aan de Fransche regering had moeten uitleverenwanneer ik aan het woord uitlevering steeds de betcekenis had gegevendoor uwe regtsgeleerden thans ge wenscht.» En de keizer Deze neemt het blad in be slag. Wat aanleiding gaf tot deze karikatuur is aan onze lezers bekend. Het tusschen Frankrijk en Engeland bestaand tractaat tot uitlevering is door Frankrijk opgezegdomdat het aan de behoeften niet voldeedschoon zelf eens balling en zelf eens beschermd door het asijlregttrekt de kei zer thans de nuttigheid en wettigheid van dat regt in twijfel. Het verschil van meeuingzoo geestig door Punch in teekening gebragt, laat zich volledig verklaren door het verschillend belang dat de gentleman Lodewijk Napoleon en de keizer Na poleon III heeft. Het blijft echter geheel onbe slist, wie eigentlijk gelijk heeft, de keizer of de gentleman Alle schrijvers over staatsregt nemen echter de noodwendigheid aad van een strikt te eerbiedigen asijlregt voor alle staatkun- (SM.) •Hier heb ik gestaan en allesalles gezien wat gij ontdekt en gevonden hebt, hier heb ik kwellingen ondervondenzoo als gij ze u, met geene mogelijkheid kunt voorstellen. Zeg maar niets viel hij mij in de rede, toen ik spreken wilde, verlies geen woord, gij zult alles Verne- meD. Mijn grootste verdriet is, dat ik u voor gelogen n niet dadelijk de waarheid gezegd heb. Vergeef het mij; uwe vergiffenis zal veel tot mijne geruststelling bijdragen. Luister bid ik n, voor vier weken vermiste ik des morgens twee paar kropduiven. Het duivenhok was gesloten de sleutel was niet uit mijn zak geweest. Eenige dagen laterandermaal twee paar bruinetoen weder kort daarop twee paar pragerkropdniven en zoo vervolgens, tot dat ik te ainpri twintig paar kwijt was. •Het slot was steeds onbeschadigd. Ik was buiten mij zeiven van woede en wist langen tijd nietwat ik doen zonom den dief te ontdekken. Vele nachten heb ik, in het duivenhok doorge- biagt, en als ik des morgens mijne lieve vogels dige misdaden. Alleen de misdadigedie waar en wanneer ook misdadig heet mag zijne straf niet ontgaan. Misdade'i echter, alleen als zoo danig bestempeld door politiekzijn onvervolg baar wanneer de overtreder buiten het gebied van den Staat iswi arin de overtreding werd begaan. Het zou ook inderdaad een gruwel zijn, zoo het anders ware. Staatkundig regt of onregt is zoo uitsluitend van omstandigheden afhankelijk dat waar men buiten het geweld dier omstandig heden isregt of onregt geen anderen naam draagt dan geluk of ongeluk. Heden is Bona parte een balling, morgen is het Orleans; dit jaar is Prim een opstandelingeen ander jaar o' Donnell, maar voor den onpartijdige zijn allen even schuldig of onschuldig en bestaat er enkel een door het geluk gekroond of verlaten vorst of soldaat. Deze leer ts de grondslagwaarop de staatkundige betrekkingen tusschen de ver schillende Staten in dit opzigtzijn gebouwd en zoo zeer is dit overeenkomstig aan het gewe ten der volkeren dat eene schennis of krenking dezer wet nimmer is vergeven. De Fransche keizer heeft omtrent dit punt ondervinding genoeg en erkent schoon nu schoor voetend, wat in vroegere dagen ziju behoud was, Maar hij is een behendig diplomaat en laat zich zoo ligt niet afschrikken. Wat niet in eens te verkrijgen iswelnudat zal hij in twee keer beproeven en ofschoon hij de kortste weg voor den besten houdtlangs een omweg meent hij dikwijls zekerder te zijn en gewisser zijn doel te naderen. Zoo ook hier. Overtuigd dat de uit levering van staatkundige misdadigers voor Enge land eene onmogelijkheid is even als voor iederen Staatdie op zelfstandigheid boogtkomt hij nateldewaren er altijd verdweneu zonder iets ge hoord of gezien te hebben. Eindelijk kwam ik op de gedachtedat de diefstal niet des Dachts, maar des avonds gepleegd werd. Gisteren ging ik voor den eersten keer in plaats van ten tien urezoo als zulks gewoonlijk geschieddereeds om acht ure hierheen. Doch gij kont u mijnen schrik voorstellentoen ik een sleutel in het slot zag steken en daaruit oordeelen moest, dat de dief er zich reeds binnen bevond. In den beginne wilde ik alarm makendoch bedacht mijniet wetende wie de dief was, draaide ik de denr op het slot en ging heenom een wapen te halen ten einde op alles voorbereid te zijn. •Het stuk hont dat gij zoo aanstonds in de hand hadtlag aan de andere zijde van den tuin ik had het over dag zien liggen op het oogenblik niets beters kunnende vindenhaalde ik hetzelve en draaide het slot weder open. Naauwelijks had Qc zulks gedaan, of de denr werd van binnen geo pend en een sterkegroote inan sprong mij te gemoet, vatte mij oiuniddelijk met de eene hand aan den keel en met de andere in de borstten •inde mij te verwurgen. Het gelakte echter, mij los te rukkenen het stuk hout met beide kan voor den dagmet een aller aannemelijkst voorstel. Een algemeen wetboekeene voor alle Staten bindende regeling dezer zaak komt hem het ge- schikste voor. Europa is niet meer een onza- menhangende Statcn-massawelker deelen vijandig tegen elkander overstaan; één belang, ééne wet. Van daar, weg die tolliniën zoo belemmerend voor den handelafgeschaft die paspoorten al leen dienstig oin te kwellen. Van daar een Europeïsch Congres tot regeling aller kwesticn in het algemeen van daar zijn streven om wat in den grond gelijk isgelijk vormig te behandelen. Maar aangenomen, dat het denkbeeldwaaruit de keizer redeneert juist zijen wij gelooven hierin en hopen hierin als in het Evangelie der toekomstdan volgt hieruit nog niets omtrent de zaak die in behandeling is. Voorzeker het bekrompen idee dat de welvaart van een volk gegrond is op het ongeluk van een ander, heeft uitgediend en al de instellingen die daarvan het gevolg zijnmoeten worden ge sloopt maar valt daaronder het asijlregt Is het, opdat allen gelijk zijn, noodigdat de een met den ander bedorven wordt. Wat belet den Franschen keizer zijne wetten in overeenstemming te brengen met die van alle beschaafde natiën Waartoe noodig dat algemeene wetboek, die voor alle Staten biudende regelingals de voorsteller er van slechts buiten de orde is Wij voor ons zien er slechts eene poging in om het regt van andere Staten te verkrachten en al de bezwaren die wij in der tijd hebben ingebragttoen de mandie den vrede van Europa menschelijker wijs gesproken in de hand heeft een congres voorstelde tot regeling der bestaande vraagpunten komen op nieuw weder voor ons op. Het Na poleontische idee één belang ééne wetmoet den beet te vattenin de hoogte te hefTenen toen de dief op nieuw op inij toesprong, hetzelve met al de krachtdie ik aanwenden konop hem neder te doen komen. Ik kon niet anders, ik moest in>jn eigendom en nog meer, ik moest mijn persoon, mijn leven beschermen.* De man zonk in elkander, zonder eenig geluid te geven hij stond niet weder ophij was dood. Lang heb ik getwijfeld wat ik doen zou, einde lijk besloot ik tot een leugen. Ik nam het lijk op, droeg het in den tnin en gaf voor, dat ik het daar gevonden had. Thans weet gij allesde reine klare waarheidvervul nu uwen pligtik verzoek n zulks ten dringenste gij moogt niets nalaten.* De regter verscheen later voor de regtbank de uitspraak der gezworenen luidde//niet schul dig,* hij werd vrijgesproken. Dit had evenwel op hem geene uitwerking. Zijne levenskracht was gebroken. In het volgende voorjaar, in de schoone maand Meiwerd hij op den Godsakker begraven en terwijl men hem in den schoot der aarde nederlietvloten de tranen der armen en lijdenden rijkelijk, aller lippen stamelden gebeden voor zijne eeuwige rust.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1866 | | pagina 1