SCHAGERcouran
8
.4£ Ml.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Verkiezing van den heer
Tkorbecke.
Tiende Jaargang.
GEYVOSE BERIGTEN.
I- /.AA
i icihig .i.i.ir'mif
ABONNEMENTSPRIJS VOOtt DRIE MAASDEN:
Voor Schagenf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk n 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
li Ck JOUi. IDHl X.V MD)
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerderu 0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Die timmert aan den wegh,
Verwacht gczegh. (Cats.)
TJIT3-EVER IP. J\ Gr. DIDERIOH.
BRIEVEN FRANCO.
In het gedenkwaardige jaar 1848 weinige we
ken na het uitroepen der fransche republiek werd
de toen zoo zeer gevierde volksheldstaatsman
en voorzitter van het voorloopig bestuurde La
martine in meer dan twintig departementen tot
afgevaardigde gekozen. In het voorjaar van 1849
kon dezelfde man alleen bij herstemming in één
enkel departement gekozen worden. Zoo wankel
baar is de volksgunst.
Onwillekeurig kwam ons dit staaltje van de
wisselvalligheid der volksmeening ten aanzien van
sommige personen in de gedachtentoen wij in
de dagbladen lazendat de heer Thorbecke in
twee kiesdistrictengelegen in twee geheel van
elkander verschillende provinciëntot lid der
Tweede Kamer van de Staten—Generaal was ge
kozen. Op het oogenblik is er in ons geheele
Vaderland geen enkel persoon zoo populair als
de afgetreden minister van binnenlandsche zaken
Wij sprekennaar wij gelooveuniet te stout
als wij beweeren dat zoo op het oogenblik de
Tweede Kamer werd ontbonden de heer Thor
becke kans zoude hebben omeven als in der
tijd de Lamartine, voor meer dan twintig dis
tricten te worden gekozen. Maar zal die volks
gunst bij ons van eenen standvastiger aard blijken
te zijn dan in Frankrijk? Wij erkennen hetde
populairiteit van Thorbecke in deze omstandighe
den doet ons volk eer aan. Het is niet de op
komende zou, die in hem wordt aangebeden, maar
veeleer het naar het westen neigende avondlicht
dathoe luistervol en weldadig ooktoch meer
hulde wordt toegebragt om de zegeningen, die het
heeft verspreiddan om de weldaden die men er
nog van verwacht. Even min als wij kunnende
dringen door den geheimzinnigen neveldie er
over den ministrieelen crisis ligt verspreidmeenen
de meeste onzer landgenooten in den bejaarden
afgetreden minister den verongelijkten en in den
zegevierende minister van colonien den beleediger te
moeten zien. Hoe vreemd de vergelijking ook mo
ge schijnen, toch gelooven wijdat er eenige waar
heid ligt in de beweering, dat de Nederlanders
bij het zien van den overwonnen Thorbecke een
zweem van hetzelfde gevoel doorstroomt dat de
Italianen ondervondenbij het zien van den ge
wonden Garibaldina den slag van Aspermonte.
Even als Italië meer sympathie gevoelde voor den
lijdenden heldhet slagtoffer van verraad en on
dankbaarheid dan voor den roemrijken overwinnaar
en veroveraar van twee koningrijkeneven zoo
heeft Nederland thans meer medegevoel voor den
uit zijne hoogheid gevallen man, dan voor den
eens zoo veel vermogenden minister. Men voege
daarbij dat de onregtvaardige aanvalleneener ver
bitterde oppositie, die er niet voor scheen terug
te deinzen om een derde bladzijde, gelijk aan de
twee, waarop het levenseinde van Oldebarneveld en
de Witt staat vermeldin 's lands geschiedenis te
voegen, op den man, die dag en nacht werkzaam
was voor het welzijn deu volksbij alle onpartij'
digen een afkeer van dit hem aangedane onregt
en daardoor sympathie voor den onregtvaardigde
behandelde deden ontstaanen men zal tot de
overtuiging komen, dat het opgewekte gevoel nog
meer aandeel heeft in do hulde, waarvan Thor
becke thans het voorwerp is, dan de verstandelij
ke waardering zijner verdiensten en bekwaamhe
den. Het zij verre dat wij dit in onze natie ge
heel willen misprijzenwant evenzeer als bij den
individu heeft ook bij het volk het gevoel vaak
evenveel regt om te spreken als het koele verstand.
Eene natie wier sympathie voor een persoon werd
opgewekt door afkeer voer onregt en dankbaarheid
van bewezen diensten is evenzeer op den goeden
wegdan zoo alleen waarlering der bekwaamheden
de oorzaak der hulde zij.
Men heeft, op het cauTres der sociale weten
schappen iu 1804 ie Amsterdam zeer getwist over
de vraag of de oorzaak van het verschijnseldat
de vrouwen bij de beoordeeling van zaken oneindig
meer worden geleid door het gevoel, dan door het
verstandniet gezocht moet worden in de eenzij
dige rigtingdie aan haar opvoeding wordt ge
geven daar toch bij haar aan het verstand de
middelen worden onthouden om zich toe te leggen
op grondig nadenken. Wat daar ook van aan
zij zeker is het dat de groote massa van het
volk in den zelfden toestand verkeert als de vrouw
Bij gemis van verstandelijke ontwikkeling is zij
wel genoodzaakt zich meer door het gevoel dan
het verstand te laten leiden. En daarom gelukkig
het volk, als het door edele gevoeleus wordt voort
gedreven.
Maar niets wisselvalliger dan de uitwerksels van
het voelals het verstand niet medewerkt. De
gevoelens van dankbaarheid en afkeer van onregt
verwaaijen als kaf, zoo dikwerf eigenbelang vrees
partijzuchtgodsdiensthaat of andere onedele drijf
veren in het spel komen. Wat duizend malen is
geschied het is waarschijnlijk dat het weder zal
gebeuren.
De geringste gebeurtenis het minste misver
stand kan mogelijk voldoende zijn om de populari
teit van den thans zoo gevierden staatsman te
doen eindigen. Zijn er niet in zijn eigen leven
reeds voorbeelden aan te wijzen van die wankel
baarheid der volksgunst, was in 1853 de April
beweging, die volkswaan van één dag, niet vol
doende om den nog voor korten tijd zoo ge-
ëerden man aan de vergruizing van het groot
ste gedeelte des volks ten buit te geven
Men verhaalt dat bij een der volksoploopendie
te Parijs tijdens de groote staatsomwenteling plaats
haddende toenmalige afgod van het volkPe-
theon in zijne betrekking van maire van Parijs
werd geroepen om een mishandeld slagtoffer der
woede van het gemeen in zijn laatste oogenblik-
ken nog te beschermen tegen de bloeddorst van
zijn aanvallers. Dat slagtoffer was d'Epremesnil
die vroeger even als thans Petheon bij den aan
vang der omwenteling de afgod van het volk
was geweest. Zieltogende rigtte d'Eprémesnil deze
woorden tot Petheon: //ook ik was eenmaal de al
gemeen door het volk gehuldigde en bewierookte
mangij ziet wat bet van mij heeft gemaakt.
Moge het voor u een gunstiger lot besparen./»
Ieder Staatsman moet rekenen op deze wankel
baarheid der volksgunst en er zijne maatregelen
naar nemen. Van een man als Thorbecke vooral,
die nooit heeft gestreefd naar populariteit, kunnen
wij verzekerd zijndat deze les der geschiedenis
diep in zijn geheugen geprent zal zijn. Maar
anders is het met het volk. Dit verkeert in de
dagen zijner geestdrift vaak in den waan dat die
geestdrift eeuwig zal duren. Deze waan kan als
steunende op eene onwaarheid onmogelijk goede
vruchten voortbrengen. De vereering van groote
mannen is voorzeker eene deugd, die men niet
genoeg den volke kan aanprijzen maar die vcr-
eering moet niet alleen op het gevoel, maar ook
op verstandelijke overtuiging gevestigd zijn. En
kunnen wij ook niet van de massa des volks bij
haar weinige ontwikkeling des verstands verwach
ten dat het uit zich zeiven tot die overtuiging
kome wij kunnen verwachten van de meer ont
wikkelden dat zij door eene verstandige beoor
deeling van de daden en het werk des Staats-
mans hiertoe geraken. Maar ook dan zelfs als
de vereering van een groot man bij ons meer
rust op gevoel, dan op verstandelijke overtuiging,
zijn wij aan ons zeiven en aan den persoon, dien
het betreft, verpligt om te waken tegen eenen te
plotselijkeu omzwaai. Gelooven wij ook in dit
geval niet te rasaan het kwade dat van hem
wordt gesproken. Blijven wij den eens voor een
groot man gehouden persoon vereeren, tot dat wij
door ons verstand overtuigd wordendat wij ten
zijnen aanzien gedwaald hebben.
De aangekondigde publieke aanbesteding van de
stichting eener bewaaischool met annex woonhuis
binnen deze gemeente heeft op 7 dezer plaats ge
had dat werk is aangenomen door KI. Blom te
Schagen, voor eeue som van f 4165,
Vrijdag ochtend te half acht uuris op 't
oogenblik dat de spoortrein uit Antwerpen naar
Rotterdam wilde vertrekkende locomotief ge
sprongen met een zóó vervaarlijk geraas dat men
dacht onderscheidene kanonnen van groot kaliber
te hooren losbranden. De stokerdie zich alleen
op het plat-forme van de locomotief bevondis
door het glazen dak van het station op dertig
ellen afstand weggeslingerdzoodat niets dan een
misvormd lijk ter aarde stortte. De machinist
had toevallig een oogenblik te voren den trein
verlaten ten einde beter het sein van vertrek te
kunnen waarnemen. De reizigers zijn met den
schrik vrijgekomen en het materieel heeft ook wei
nig geleden.
Te Parijs is zekere Philippe gearresteerd
beschuldigd van onderscheidene moorden. De in-