15
- Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
W m xi xi xi W /iu Verwacht gezegh. (Cats.)
J\SL 44^.
Anti-kritiek.
i il'ikiu «fctargctii^.
L M.
VfT-
SCHAGER COURANT!
4
abonnementsprijs voor drie maanden:
Voor Schagcnf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
e f\löh *)C? YB Y1 H 1C$ Die timmert den weó,h
TJITGtEVER IP. J". Gr. DIDEEIOH.
prijs der advertentiün
Van een tot vijf regelsf 0,75.
Iedere regel meerder«0,15.
De 35 cents zegclrcgt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN FRANCO.
Een onzer vrienden, getrouw lezer van ons
weekbladraadde ons eens aan een artikel te
schrijvenwaarin wij ons toelegden op de grootst
mogelijke dwaasheid. Beproef eenszeide hij
wat gij op dit gebied vermoogt en of het voldoen
de zij om den slaap uwer lezers te storen. Aan
leiding tot deze welligt iet wat ongeoorloofde
scherts gaf de omstandigheid dat onze artikelen
nooit tot wederlegging of kritiek uitlokten
Die timmert aan den wegh
Verwacht gezegh
is het motto onzer courant. Maar ons timmeren
aan den weg liet men lijdzaam toe. Gewis is
onze eerzucht niet daartoe bepaald tegenspraak
uit te lokkenmaar wil eene overtuiging invloed
verkrijgen dau behoeft zij ernstig onderzoek en
van hare bestrijders eene open oorlogsverkla
ring. Wij hopen daarom, dat onze lezers, die
zich met onze gevoelens niet vereenigen of in
eene ontwikkeling daarvan treden willengebruik
zullen maken van ons bladdat voor de open
baring hunner bedenkingen steeds oppn staat.
*Du choc des opinions jaillit la vérité* en het
is ons om waarheid te doen.
Het was ons derhalve regt aangenaam dat van
eene zeer geachte zijdein een aan ons gerigten
brief, ons laatst voorgaand hoofdartikel Neder
land en Pruissen, aan de ontleding der
kritiek onderworpen werd.
vin dat hoofdartikel zoo schrijft men ons,
wordt de vraag gesteld of Nederlandzoo de
reactionaire partij met een man als I^ismarck aan
het hoofd wilde regerenzoo als in Pruissen te
genwoordig geschiedtdat despotisme verdragen
zou. Het antwoord op die vraag isik vrees ja.
Dit is ietswat ik in het geheel niet met den
"schrijver eens ben.*
De mogelijkheid of onmogelijkheid van eene
dergelijke noodlottige omkeering is voorzeker voor
geen bewijs vatbaar. Wij hunnen daaromtrent
alleen verkondigen wat wij waarschijnlijk achten
en ons gevoelen aannemelijk trachten te maken
door de mededeeling der grondenwaarop het
berust. In het bedoelde hoofdartikel wijzen wij
op den niet exceptionelen toestand van Pruissen.
W ij stellen dat het Pruissische volk in geestes
ontwikkeling niet staat beneden het onze. Wij
wijzen er op, dat evenmin daar als bij ons, de
godsdienst onderdrukte of onderdrukker kan zijn.
W ij stippen aan dat de toestand in Pruissen
niet het gevolg is van een crisis door het ge
vaar in het leven geroepen en besluiten nit dit
allesdat ook wij niet zonder vrees zouden zijn
voor onsindien aan de regering slechts een Bis-1
marek ter zijde stond.
Tegen deze waarschijnlijkheids redenering stelt
onze criticus het volgende
vDe Duitscher is geen Staatsburger. Hij leeft
niet in het besef van zijne politieke regten. Zijn
ideaal is geldhandelen en rustig zijn pijp roo-
ken wat let het hem of eene begrooting wordt
verworpen en toch als aangenomen beschouwd
wat deert het hem of een volksvertegenwoordiger
om hetgeen hij in de Kamer spreekt in staat van
beschuldiging wordt gesteld Vraag het hem en
hij zal u antwoorden Was kümmre ich mich
darum. Die Geschafte gehen ja gut.een
antwoord dat ik meermalen in Pruissen op die
vraag heb hooren geven. Staat niet een Duit
scher bekend als een kruiperdie voor een gul
den en een oorveeg zijn hoed afneemt?*
Het laatste niet, maar liet overige wel geldt
immers evenzeer voor den Nederlander als den
Pruis Het laatste niet, maar wij gclooven
bovendien dat een niet te verdedigen vooroordeel
uit deze regels spreekt. Nationale eigenschappen
bestaan veel minder dan men denkt en nationale
ondeugden meest altijd slechts in de bevooroor
deelde meening van anderen. Het is niet geoor
loofd in een tweetal regels als deze een gansch
volk smet een aan te wrijven. Vooral niet als aan
dat volk Europa hare ^a'jheid is verpligt. Want
was het niet de Pruissiche jongelingschap die
in 1813 na nederlaag op nederlaag het ijzeren
juk van Napoleon wist te breken
Het bloed dat in 1818 de straten van Berlijn
kleurde getuigt ook waarlijk niet voor de stelling
van den schrijver. En het constitutioneel verzet
dat de volksvertegenwoordiging in Pruissen van
den aanvang der crisis af tegen het despotisme
van Bismarck gevoerd heeft spreekt mede niet van
een kruipzucht, die den Pruis onderworpen mag
maken aan de spotternij van den Nederlander
En wat nog het zwaarste weegtheeft de schrij
ver wel overwogen wat het in heeft om zich te
verzetten tegen eene magtig geconstitueerde re
gering De leer van het niet verzet vindt
nog steeds hare talrijke aanhangers en deze gron
den zich niet alleen op de onwettigheid van het
verzetmaar grootendeels op de overweging dat
het niet door de uitkomst bekroond verzet jrop-
roei* heet en eene uitkomst zich in den regel
eerst laat wachten uit de verwarring en de bloed
zee eener revolutie.
Zon het inderdaad zoo geheel onjuist zijn, dat
ook de Nederlander geen Staatsburger isdat
ook hij niet leeft in het besef zijner politieke
regten Wilt gij het bewijs van het tegendeel
putten uit de belangstelling der burgers bij ver
kiezingen? Niet de helft, niet een derde der
kiezers maakt gebruik van zijn regt. En op hoe-
danige wijze wordt er nog gebruik gemaakt van
het regt Vaardigen de kiezers niet meestal
personen afdie hun geheel onbekend zijn Is
het niet overbekend dat bij verkiezingen wel de
gelijk andere drijfveeren in rekening worden ge-
bragt dan het besef van politieke regten
Of wilt gij bewijzen uit de houding van het
Nederlandsche volk bij de thans heerschende vee
ziekte, dat werkelijk het Staatsbelang gewigt
genoeg heeft om eenig eigenbelang tot zwij
gen te brengen Neenop dit alles komt
onze criticus niet, maar zijne voorliefde voorden
Nederlander grondt hij op de omstandigheid dat
op dit oogenblik onder ons van heinde en verre
gelden worden bijee.ngebragt om een blijk van
sympathie te geven aan een afgetreden minister
en op het protest dat ons volk aanteekent tegen
het godsdienstloos onderwijs door het oprigten
van bijzondere scholen. Men kon geen onge
lukkiger uitgangspunten kiezen.
Wat betreft het blijk van sympathie voor Thor-
beckeis dit nationaal? Wat is er van dat
van heinde en verre verzamelen van gelden? Het
is eene partijzaak van eene partij die te laauw
is om veel geld te verzamelen. Wat voor moeite
heeft het bijeenbrengen van eene niets beduidende
kleinigheid gekost voor het monument van 1813?
Waar is de nationale ambachtsschool Neen
slechts voor een partij-belang heeft de Nederlan
der geld. Yoor den Paus twee tonmaar voor
het vaderland niets. Nu ja, als het moetmaar
dan nog het liefst langs inconstitutionele midde
len is men bereid 127 millioenen te leenen tot
dekking van schulden die in strijd met den
volksgeest gemaakt zijn. Wat betreft de oprig-
ting der bijzondere scholen Hierin ligt geen
verzet tegen de regering. Men maakt daarin van
eene wettelijke bevoegdheid gebruik maar op
eene laanwe, onverschilige wijze die aan den
heer Groen aanleiding geeft van Laodicea te spre
ken als hij aan Nederland denkt. Maar voor
zoo ver er ijver en geloof en overtuiging is in
deze aangelegenheidprotesteert men er door te
gen zijn Staats-burgerschap. Immers de open
bare school dus is de mcening der regering
moet een nationaal onderwijs geven, voldoende
voor ieder van wat gezindte of wat stand.
Maar ligt dit in den geest van onze bij uit
nemendheid Staatslievende Nederlanders. Helaas I
Wij hebben wel een nationaal onderwijsmaar
waar is de natie? Neen secte scholen bevesti
ging van godsdienstige onverdraagzaamheidver
deeling van het ééne Vaderland naar verschillende
belangen en vooroordeelen ziedaar waardoor
de Nederlander toont besef te hebben van zijne
politieke regten. Achwanneer een listig politi
cus gesteund door de meerderheid, het onder
wijs als Staatszorg ontkendemen zou bij deze
revolotie hier even als in Pruissen de pijp niet
uit den mond leggen.
Niet dat wij wanhopen aan de toekomst van
ons volk of vreezen zouden dat Pruisens toe
stand ons voorland is. Wij zijn niet geheel on-
geloovig aan nationale deugd en hechten bijzonder
veel aan den toestand der dingenzoo als de
geschiedenis die maakt en welke voor ons een
liberaal bestunr tot noodwendigheid maakt. Maar
daarom hebben wij toch de oogen niet te sluiten
voor eene mogelijkheid en wordt de pügt niet
opgeheven de middelen te baat te nemendie
eene dergelijke mogelijkheid minder waarschijnlijk
maken. Wij bragten drie daarheen leidende we
gen voor de oogen onzer lezers. Laat nimmer
de ondersteuning of bestrijding eener regering in
partijzucht ontaardenzoo luidde ons eerste waar
schuwing. Iedere krachtschreven wijaan eene