30
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
Afmaking van vee.
J\?. 4GG.
Tiende Jaargang. A°. 1SGG.,
C*
SCHAGER COURANT.
V~1Y-
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIB MAANDEN
Voor Schagen f 1,00.
Franco per post door het gehcele Rijk n 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Y"§> lT%i IftX Y\; 1C8' )Otl M Die timmert aan den wegh,
Verwacht gezegh. (Cats.)
UITO-EBPSTER WED. IP. J". O JDIZDEZRIOIH:-
PRIJS DER ADVERTENTICN
Van een tot vijf regels 0,75.
Iedere regel meerder*0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekliandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BEIEVEN PEANCO.
Zoo hebben wij dan nu eene wetof zullen
•er althans spoedig eene hebbenkrachtens welke
ziek of verdacht vee door de regering kan worden
•onteigend.
De beraadslagingen over die wet in de 2e.
Kamer hebbeu op nieuw aan het licht gebragt
hoe weinig men het eens is over de maatregelen
tegen de verspreiding der veeziekte te nemen. De
regering neemt thans het initiatief tot krachtige
handeling en schijnt te besluiten tot afmaking van
rie op groote schaalen dit stelsel vond tegen
stand of bijval, dikwijls naar mate de afgevaardig
den aan wier oordeel de wet werd onderworpen
gekozen waren uit een distriktwaar de ziekte
heerschend dan wel nog niet verschenen was. De
laatsten toch, die in eene flinke toepassing van
het stelsel van afmaking op een aangetasten sta
pel het behoud van hun eigen veestapel zagen
waren met het denkbeeld der wet hoogelijk inge
nomen, maar zij, die in aangetaste streken, geko
zen bij het in werking brengen der wet, de ver
delging vreesden van het vee in hun dist rikt, spra
ken van een Bartholemens nachtvan een noode-
loos bloedig tooneel.
Het is moeijelijk in een door het eigen belang
zoo verduisterde vraag het licht te laten vallen op
de beslissende punten.
Vooreerst komt in aanmerking het doeltreffende
der afmaking.
Door deskundigen wordt zij sterk aanbevolen,
maar dikwijls niet Eonder dat hun uitspraak te
eenzijdigzich als wetenschappelijk doet kennen.
Indien de afmaking werkelijk een zoo heilzame
maatregel is, kunnen wij niet inzien, waarom de
veehoudeude stand, niet minder dan nu algemeen
het geval istegen den maatregel zou gestemd
zijn.
Het schijnt ons toe dat men dit vraagstuk te
theoretisch, te weinig praktisch beschouwt. Men
kan niet volstaan zich te beroepen op de onkunde
en het bijgeloof der boeren: in eene zaak, die
zoo bij uitnemendheid hun belang geldtzijn er
hij hen wel stemmen die luider spreken dan bij
geloof en onknnde.
Bovendien is het oordeel der theoretici tegen
over dat der veehouders steeds eenigzius verdacht,
wijl zij niet genoeg op de hoogte staan van de
exploitatie van het vee door den veehouder. Hoe
dikwijls hebben wij toch niet gehoorddat men /handelen met zijn eigen gcednaar eigen goed- 1
zich te verwonderen had over de botheid der boe
ren, die bij het ontstaan der veepest onder hun
vee ongenegen waren dit tegen de volle koop-
waarde af te staan.
W ie echter onderzoeken wil of hier botheid dan
juiste berekening ligt in do algemeene meening
van den boerenstand, moet acht slaan op het ver
schil tussclicn de koopwaarde van eene koe en het
rentegevend kapitaaldat zij in handen van den
veehouder uitmaakt. Indien de koopwaarde van
eene koe f 100 bedraagt, rekent men den vee
houder schadeloos gesteld door eene betaling dier
waarde, eene waarde die hem naar den gewonen
rente standaard niet meer dan f 5 's jaars opbrengt,
terwijl iedere koe die hem gespaard mogt blijven,
hem misschien f 100 's jaars afwerpt.
Deze reileneriug "iet verzwakt door de
stelling dat de onteigende voor zijn koopprijs we
der vee kan koopen, want dit kan hij niet, wijl
hem het gevaar van besmetting weder boven het
hoofd zweeftterwijl indien bijv. de helft van zijn
stapel bewaard blijft, die helft kan doorgeziekt
heeten.
Naar ons inzien is dus het nut der afmakiii
nog niet bewezen grooter te zijn dan het nut
der doorzieking. Althans voor den betrokken
veehouder.
"Wij zelf zijn gcene veehouders, maar naar het
hier bovengestelde komt bet ons met onwaar
schijnlijk voor, dat een boer, die een stapej
heeft van 20 stuks vee ter waarde van f2000
bij onteigening die waarde ontvangendeachter
staat bij ieder veelwuder die van de 20 stuks vee
na doorzieking ééne koe overhoudt.
Het doeltreffende der afmaking moet dus gezocht
worden niet in het belang van den veehouder,
inaar in dat van het algemeen. Voor zich zelf
heeft de veehouder geen beter verdediger zijner
belangen dan zich zelf. Ieder landman die aan
getast vee heeft moet vrij blijven ten opzigte van
de maatregelen door hem bij het ongeval dat hem
treft te nemen. Naar oir* meening handelt hij
wijs wanneer hij de eerst aangetasten onder zijn
vee door afmaking dadelijc onschadelijk maakt,
maar die afmaking geschiedt uitsluitend in z ij n
belangtot behoud van z ij n stapel en eene
schadevergoeding van Rijkswege komt hem niet
toe.
Maar daarentegen blijft sem de vrijheid af te
aken of niet af te maken naar zijn inzigtte
vinden, zijne belangen te behartigen met zijn eigen
verstand. Dit is het stelselhetwelk naar ons
jnzien overeenkomstig is aan dc ware beginselen,
terwijl eene tegenovergestelde beschouwing zonder
dat zij mag bogen op eene apriori vast te stel
len beter uitkomst, schatten kost aan het land,
ontevredenheid wekt onder een groot gedeelte
des volks en in plaats van een prikkel te zijn
tot zelf regering door eene overmagtige contrali-
satie de heilzame werking der vrijheid belet.
Slechts onder eene voorwaarde kunnen wij ons
met het denkbeeld der wet vereenigen.
Indien de afmaking op één oogenblik algemeen
geschiedtkan daardoor welligt dc ziekte wor
den vernietigd. De billijkheid eischte dan een
hooger schadevergoeding niet de vergoeding
van de werkelijke waarde maar die der betrekke
lijke waarde van het vee. De wetenschap hieft
regt gehoord te worden cn haar proef mo,van
staatwegc worden beschermd. In liet belang van
het algemeen is deze beperking der vrijheid te
verdedigen. De algemeene belangen wettigen dwang.
Maar hier en daar, dan met dan tegen den zin
des eigenaarsuu eens een ganschen stapeldan
2 of 3 koeijen ten koste van het land te ont
eigenen heeft geen zin. Men entcigene naar
een vast stelselstreng maar kort en ontsla bij
het mislukken der proef eene particuliere indus
trie van de kwellende banden van regerings-toe-
zigt.
üE\YO.\E BE1UGTEN
Men kan nit goede bronnen medededen dat
het Fransche gouvernement dezer dagen de ge-
wigtige verklaring op het Vaticaan beeft doen
afleggen dat Frankrijk bereid is den H. Stoel
ook in de toekomst te onderstenuenmits Pias
IX zich eindelijk door het invoeren der hervor
mingen door den geest des tijds gevorderddie
ondersteuning waardig en deze mogelijk make,
daar zonder dat, die verdere stenn onmogelijk zoa
worden. Deze verklaring beeft den ijver der aan
hangers van den kardinaal Antonelli aangevuurd,
volgens welke Pius IX zich veeleer op het eiland
Malta onder de bescherming eener Protestantsche
Vorstin behoort te stellen dan aan Frankrijks ver
langen toe te geven. De Romeinsch-nationaln
partij tracht daarentegen het vertrek van den Pans
tot eiken prijs te beletten.
De Motning Star dringt er ten krachtigste
op aan dat het ministerie onmiddelijk maatregelen
zal nemen om den uitvoer van vee uit alle Nederl.
provincieDwaar de veeziekte niet meer heerscht,
mogelijk te makenen het verlof tot invoer uit
Friesland en Groningen nit te breiden tot den
Moerdijk eu Willemstad tooi Noordbrabant en